Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft (1781-1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
Afbeelding van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuftToon afbeelding van titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

Scans (30.33 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De olm - en eikenboom.

 
De raad, door d' Olm, in oude dagen,
 
Aan d' Eik eerbiedig voorgedragen,
 
Was deze: ô Koning van het Woud! die heerlyk bloeit,
 
Indien gy al 't geboomt, dat hier rondom u groeit,
 
Met eenen slag ter aarde velde,
 
Wat rees uw heerlykheid dan hoog!
[pagina 175]
[p. 175]
 
Dan zag ik, die uwe eer met grootschen lof vermelde,
 
U 't eenigst voorwerp van verwondring voor het oog.
 
Weer dan die Boomen weg; geef ruimte aan uwe loten,
 
Zoo krygt ge een heerlykheid, geschikt naar uwen staat.
 
Doch de Eik begreep dat deze raad
 
Uit vleiery was voortgesproten,
 
En gaf ten antwoord: Vriend! gy toont my wie gy zyt:
 
Want, zoo ik naar dien raad wou hooren,
 
En al 't geboomte door myn toedoen ging verloren,
 
Waar bleef ik in den Hersst en guren wintertyd?
 
Wat zou myn' wissen val verhoeden,
 
Wanneer de stormen hevig woeden,
 
En alles, wat hun kragt slegts raakt,
 
Hoe diepgeworteld, buigt en kraakt,
 
Zoo niet een dikke schaar van Beuken, Elzen, Linden,
 
My dekten voor 't geweld van bulderende winden?
 
Uw vleiery is al te grof:
 
Gy pryst my veel te lomp: ik ban u uit myn Hof.
 
 
 
Geen Vorst, wat vleiers mogen praten,
 
Vindt heil dan in de zorg van volk en onderzaten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken