Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft (1781-1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
Afbeelding van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuftToon afbeelding van titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

Scans (30.33 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Ulysses.

 
De Fabels, die men hoog hoort pryzen,
 
Zyn van veel meer belang, ô Fillis! dan men denkt.
 
Esopus wil, wanneer zyn pen een sprookje schenkt,
 
Aan d' onbedagten mensch den weg ter wysheid wyzen.
 
De minste Fabel is van vrugt,
 
Wanneer men zelf maar zoekt daar voordeel uit te trekken.
 
Hem, die de minnestrikken dugt,
 
Kan ligtlyk deze of die ten goeden raad verstrekken,
 
Al heeft zelfs bestemoer gemeld
 
Dat haar de Fabel wierd in hare jeugd verteld.
 
Wil iemand myne leer weerleggen,
 
Ik breng een voorbeeld by tot staving van myn zeggen.
 
 
 
Een Eiland, daar de naam my van vergeten is,
 
Werd door drie Juffertjes bewoond in oude dagen.
 
Elk haarer was gevat op looze minnelagen.
 
Haar eene helft was vleesch, haar andre helft was visch.
 
Haar stem was aangenaam; zy waren schoon van wezen.
 
Wanneer zy zongen raakte een hart,
 
Waarin haast nooit gevoel of zagte driften rezen,
 
In minnestrikken ras verward.
 
De grootste woestheid zelf liet zich door haar bekooren.
 
Men kwam by haar aan land, en viel in haren strik.
[pagina 181]
[p. 181]
 
Van 't lot, haar slaven dan beschoren,
 
Weet ligt een ander meer dan ik.
 
Doch laat ik voortgaan met vertellen.
 
Een Griek ('k meen dat men hem Ulysses heeft genoemd)
 
By de oude Digters als een snoode vos geroemd,
 
Ontsnapte aan dit gevaar met al zyn medgezellen.
 
Toen hy by 't Eiland kwam, welks plaats hy netjes wist,
 
Bedagt de vent een schrandre list,
 
En gaf, op dat de zang niet een van 't schip zou soppen,
 
Bevel dat al het volk zich de ooren toe zou stoppen.
 
Hy ging in die verrigting voor.
 
De meisjes zongen hard; maar kregen geen gehoor.
 
Niet een van 't scheepsvolk dagt om koers naar land te rigten,
 
En elk bleef veilig voor de kragt der minneschigten;
 
Men raakte, voor verleiding vry,
 
't Gevaarlyk Eiland dus voorby.
 
 
 
Wie vreest dat hem de Min in 't looze net zal vangen,
 
Doe als Ulysses heeft gedaan.
 
Hy myde, om 't groot gevaar te ontgaan,
 
De plaatsen, waar die strikken hangen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken