Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vrolyke zang-godin, opheffende veelerhande ernstige en boertige gesangen, kusjes en drink-liederen (2012)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vrolyke zang-godin, opheffende veelerhande ernstige en boertige gesangen, kusjes en drink-liederen
Afbeelding van De vrolyke zang-godin, opheffende veelerhande ernstige en boertige gesangen, kusjes en drink-liederenToon afbeelding van titelpagina van De vrolyke zang-godin, opheffende veelerhande ernstige en boertige gesangen, kusjes en drink-liederen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.59 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Editeur

Jos Houtsma



Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vrolyke zang-godin, opheffende veelerhande ernstige en boertige gesangen, kusjes en drink-liederen

(2012)–Anoniem Vrolyke zang-godin, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige

[Bijlage]

Een nieuw Oostindis-lied. Ga naar voetnoot+

Stem: O Poele Ga naar voetnoot+ wey, O Dorre hey

 
1.
 
Laest doe ick op Batavia quam
 
- Luyster na mijn verklaren -
 
Met 't schip Bantem van Amsterdam,
 
In 't sestienhonderste Jaren
 
En tnegentig en ses,
 
Wiert ik geleyt op een fortres:
 
De parel fijn
 
Was genaamt de punt van mijn. Ga naar voetnoot+
 
 
 
2.
 
Maar hoort, een korte tijt hier na
 
Ginck ick my wat vermeyden,
 
Al op de weg van Jakatra,
 
Daar ik aan alle sijden
 
Sag schoone boomen staen,
 
Met haer vrugten aengenaem:
 
Klappers, pisank,
 
Ook areeck tot een pinank. Ga naar voetnoot+
 
 
 
3.
 
Anasse Soorsack en Drieoen, Ga naar voetnoot+
 
Sag men seer sierlijck bloejen,
 
Oock Pompelmoesen en Pompoen
 
Aen alle kanten groejen,
 
En Mangesen Ga naar voetnoot+ seer veel,
 
Mangestangesen Ga naar voetnoot+ ten deel
 
Stont daar soo schoon
 
Met haar vrugten fraey ten toon.
 
 
 
4.
 
Ick ginck op mijn gemack, wat sag,
 
Wat sag ick tot my naderen:
 
Een vrouwtje van het swart geslagt
 
Door schaduw al van de bladeren.
 
Ick trat wat soetjes aan:
 
Het kleetje datse om 't lighaam hadt,
 
En een baeytje aan,
 
En haar hayr was los gedaen.
 
 
 
5.
 
‘Tabee Sinjoor, tabee towangh,’ Ga naar voetnoot+
 
Sprak daar dat vrouwtje aardig,
 
Waarop ick haar wat nader quam.
 
't Was op sijn Maleis seer vaardig: Ga naar voetnoot+
 
‘Bete mou Jakketraa.’ Ga naar voetnoot+
 
Het scheen sy was genege dra,
 
Om met myn te gaan,
 
Door dees aengename laan.
 
 
 
6.
 
Ik vatte het vrouwtje al by der hant,
 
Ik wandelde met lusten,
 
Tot datte wy onder een schaduwe quam,
 
Daar ginge wy sitte rusten: Ga naar voetnoot+
 
‘Betemou kassie, towang.’ Ga naar voetnoot+
 
En sy gaf myn een pinang
 
En een bonkus Ga naar voetnoot+ ras,
 
Waer op ik sey: ‘tremokas.’ Ga naar voetnoot+
 
 
 
7.
 
Haar kleetje dee sy van haar lyf,
 
Wat steldese myn ten toone?
 
Een plaas van andere tijdverdrijf.
 
Ik sprak tegens haer persoone:
 
‘Betemou tjockje tuwang, Ga naar voetnoot+
 
Ambel de kassie tiedada wangh.’ Ga naar voetnoot+
 
En: ‘Tieda tou, Ga naar voetnoot+
 
Orangiele tiedamou!’ Ga naar voetnoot+
 
 
 
8.
 
‘Tieda mou tjockje tjockje, tuwangh, Ga naar voetnoot+
 
Sabander pagi voor setang,’ Ga naar voetnoot+
 
Waar op ik doe seer vaardig was,
 
Gaf haar een versierde soejang. Ga naar voetnoot+
 
Daar op soo ging sy heen,
 
En sy liet myn daar alleen.
 
Ik doght in mijn sin:
 
Wat duyvel bruit mijn een swartin. Ga naar voetnoot+
 
 
 
9.
 
Ik nam mijn koers weer van het padt
 
Al door de groene hegge,
 
Ik nam mijn weg regt na de stadt,
 
Ik ginck by 't sneesie leggen. Ga naar voetnoot+
 
Ik eiste daar een mafsack, Ga naar voetnoot+
 
En ik roockten een pijp toeback,
 
En ik at wat sla,
 
En dronk een gloorija. Ga naar voetnoot+
 
 
 
10.
 
Nu gy, Europijanen al,
 
Wilt dit lied wel onthouwen
 
Wanneer gy komt in 't Injes dal:
 
Schouwt Ga naar voetnoot+ al de swarte Vrouwen,
 
Geef niet u beste bloet
 
Aen dat swarte geile goet,
 
Aan 't swarte Ga naar voetnoot+ geslagt:
 
Denckt wie u ter werrelt bragt.
 
 
 
11.
 
Het was een quantje die dit song,
 
Tot schand van de swarte hoeren.
 
Maar hoort, een korte tijt hier naar,
 
Liet hy sig selfs vervoeren
 
Buiten 't kasteel met lust:
 
In de pagger Ga naar voetnoot+ nam hy sijn rust
 
En bleef daar soo lang
 
Tot dat syn verlossing quam. Ga naar voetnoot+
voetnoot+
Weergegeven naar de editie 1716.
voetnoot+
In sommige latere drukken: koele.
voetnoot+
Hij werd gelegerd op het bastion De Parel van het kasteel Batavia.
voetnoot+
Kokosnoten, bananen, en ‘araj-bloemen op een pingangpalm.’
voetnoot+
Ananas, zuurzak en doerian.
voetnoot+
‘Maggis.’
voetnoot+
Niet thuisgebracht.
voetnoot+
‘Goedendag, sinjoor, goedendag meneer.’
voetnoot+
‘Ik zei in het Maleis, heel deskundig.’
voetnoot+
‘Ik wil naar Jakatra.’
voetnoot+
Zwerfregels.
voetnoot+
‘Ik wil u iets geven, meneer.’
voetnoot+
Ze gaf hem sirih en een bungkus: ‘voedsel in een bananenblad gevouwen’: als geschenk.
voetnoot+
Tremakassi: ‘Hartelijk bedankt.
voetnoot+
‘Meneer wil tjockje’: waarschijnlijk een woord voor seksuele gemeenschap. [tsjoddo is een woord voor neuken]
voetnoot+
‘Geef maar, maar zonder geld’(?)
voetnoot+
Ik weet niet.’
voetnoot+
‘Engerd, ik wil niet.’
voetnoot+
Ik wil niet tjockje tjockje.
voetnoot+
?
voetnoot+
‘Ik deed of ik haar een klap gaf.’
voetnoot+
‘Wat kan mij een zwartje schelen.’
voetnoot+
Bij het Chineesje?
voetnoot+
Een plek om te slapen?
voetnoot+
Bedoeld is kennelijk: ‘een borrel’ (niet in WNT)
voetnoot+
‘Schuwt.’
voetnoot+
Bron: swartte.
voetnoot+
Een Maleis leenwoord. Letterlijk: een omheining.
voetnoot+
‘Tot het einde van zijn diensttijd.’

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken