Vyff geestelicke liederen
(1592)–Anoniem Vyff geestelicke liederen– Auteursrechtvrij
[Folio A2r]
| |
Naer de voyse.
| |
[Folio A2v]
| |
Onser sonden ontlader
Noch is sijnen name gewis
Godt de onse gerechticheit is
Ga naar margenoot+Des looft hem alle gader.
Onse vyanden altesaem:
Sonde, Doot, Duyuel, helle,
Heeft hy verwonnen, zeer bequaem,
En helpt ons wt gequelle,
Des laet ons, uan herten verblijt,
De Name Gods, gebenedijt,
Louen, en prijsen, snelle.
Ga naar margenoot+In Betlehem, de cleijne Stadt,
Is ons zeer wtvercooren:
Ga naar margenoot+So Michias, vercondicht hadt,
Desen Heylandt, geboren,
Gebooren is, in Bethlehem:
Godts Sone, Coninck der Joden,
Die ons vry maeckt, van tooren.
Ga naar margenoot+Op den velde, de herddren daer,
Verscheen Godts Engel claere,
En sprack met woorden, soet tot haer:
Hoort een so blyde maere,
Heden is v geboren goedt,
Christus de Heer, en Heylandt soet,
In Dauidts Stadt voorwaere.
Die Hemelsche, scharen ghemeen,
Hebben Godt hooch ghepresen,
Sy looffden Godt, met stemmen reen,
Seggende so wy leesen:
Loff sy Godt, Jnden hoochsten Troon,
| |
[Folio A3r]
| |
Op der aerden vrede Idoon,
En een goedtwillich wesen.
Wt Oosten, tot JerusalemGa naar margenoot+
Quamen de wijse vragen,
Waer is de Coninck, der Joden,
Ghebooren in desse dagen,
Sy hadden ghesien, de Sterre syn,
En quamen om hem, taenbidden fijn.
En te offeren gauen.
Laet ons ock alle, cleijn en groot:
Soecken dit Kindeken reene,
Het helpet ons, wt aller nootGa naar margenoot+
En brengt ons wt ghemeene,
Offert hem siel, Lichaem, en Geest
Looft, ende prijst, hem minst, en meest,
Ja looft hem int ghemeene.
Wy louen dy, O Godes Soon
U dancken wy van herten,
Dat ghy quaemt, wt den Hemels troon,
Ons te helpen wt smerten,
Wy prijsen dy, Heer Jesu Christ:
Dat ghy een mensch, geworden bist,
En sijt ons hulper werden.
FINIS. |
|