Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Westland. Jaargang 2 (1943-1944)

Informatie terzijde

Titelpagina van Westland. Jaargang 2
Afbeelding van Westland. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van Westland. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.34 MB)

Scans (683.42 MB)

ebook (6.97 MB)

XML (1.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verhalen
gedichten / dichtbundel
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Westland. Jaargang 2

(1943-1944)– [tijdschrift] Westland–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Oude Antwerpsche poortjes

Naar aquarellen van Leopold Muller, kunstschilder. Historische kantteekeningen van Jan de Schuyter, voorzitter van den Kon. Oudheidkundigen Kring van Antwerpen. Inleiding van Prof. Dr. Ir. Stan Leurs. Deel I van de reeks: ‘Uit Antwerpen's oude Schatkist’. Boekuil en Karveel-Uitgaven. P. Van Hoye; P. Dirix.)

Onder den vorm van een verzameling aquarellen-reproducties,

[pagina 125]
[p. 125]

vereenigd in een sobere map, en voorafgegaan door een vrij uitvoerigen commenteerenden tekst met lyrisch-historisch karakter, voortreffelijk typografisch verzorgd en op sierlijke en voorname wijze verlucht met aangepaste architecturale motieven, brengen de hooger genoemde uitgeverijen in samenwerking, en blijkbaar in opdracht of op initiatief van Antwerpen's Oudheidkundigen Kring, een werk op de markt dat elken rechtgeaarden Sinjoor naar het hart grijpt, dat daarbij iedereen die belang stelt in architectuur, in geschiedenis, in volkskunde, of eenvoudig maar in de kunst van het aquarelleeren, gelijk uit welke stad of streek hij stamt, onmiddellijk vervult met de onhebbelijke begeerte van den boekenliefhebber: te bezitten! Deze verzameling van veertig aquarellen, voorstellende de mooiste bewaard gebleven specimena van poortomlijstingen, die het Antwerpsche stadsbeeld kent, is inderdaad een eenig bezit, niet alleen omwille van de wetenschappelijke waarde van dit architecturaal-iconografisch materiaal, maar alleen reeds omwille der louter esthetisch-picturale verdienste die dit eerlijke, met liefde en nauwgezetheid uitgevoerde werk boven het plan van het eenvormige saaie document verheft, om van elke dezer veertig voorstellingen een aparte, kleurige belevenis te maken, met eigen karakter en eigen atmosfeer. Daarbij gaat nochtans niets teloor van de voor het document vereischte natuurgetrouwheid, maar de kunstenaar beheerscht zoodanig zijn ambacht, dat hij zich de vrijheid heeft kunnen veroorlooven, de natuurgetrouwe weergave, door den toover van zijn kleur en de trefzekere losheid van zijn hand, tot kunst te verheffen.

Zooals Prof. Leurs in zijn inleiding zegt, zijn de hardsteenen poortomlijstingen, de zg. ‘Spaansche deurkens’ die dateeren uit de XVIIe eeuw, een zeer prettig element in het oude Antwerpsche stadsbeeld. Van vóór dien tijd zijn er weinig aanwezig te Antwerpen; uit de eerste helft der XVIe eeuw omzeggens geen, uit de Renaissance-periode (tweede helft en begin XVIIe eeuw) enkele. Het was eerst de tijd der contra-reformatie met haar uitbundige vreugde aan het ornament, die de zg. ‘Spaansche deurkens’ in zwang bracht. De meeste der in dit werk afgebeelde exemplaren stammen dan ook uit dien tijd. Hoewel eveneens de classiceerende reactie op de Barok-uitingen vertegenwoordigd is, evenals de Rococo-deuromlijstingen in enkele zeer typische voorbeelden werden opgenomen. Wanneer men overweegt, welke buitengewone zorg werd besteed aan de architectuur van deze ‘poortjes’, dan moet men wel beamen, wat de heer De Schuyter zegt in zijn historische kantteekeningen, die de verzameling voorafgaan, nl. dat de poort in zekeren zin het bijzonderste bestanddeel van den gevel is.

Deze ‘kantteekeningen’ zijn spijts hun al te bescheiden betiteling werkelijk de moeite waard, omdat ze zich niet beperken tot het nuchter en zakelijk inventorieeren van wat de tand des tijds heeft gespaard, maar wijl ze, zonder de zakelijke gegevens te verwaarloozen, een moeilijk bedwongen, maar daarom des te inniger gloei-

[pagina 126]
[p. 126]

ende liefde uitstralen tot deze goede oude Sinjorenstad, wier beeld we allen zoo verteederd en met fanatieken trots in ons omdragen, zelfs als we voorwenden dat het ons koud laat. Dat komt deze publicatie eens te meer bewijzen!

B.R.

Bontekoe: Gedenkwaardige Beschrijving van de Oost-Indische Reis van Bontekoe. (Steenlandt, Brussel, 1943.)

Dichter René Verbeeck, heeft in dit boek, ten gerieve van den Vlaamschen volksmensch, in hedendaagsch Nederlandsch overgeschreven het ‘Journael ofte Gedenckwaerdige beschrijvinghe van de Oost-Indische Reyse van W. IJsb. Bontekoe van Hoorn, bevattende veel wonderlicke en gevaerlijcke saecken hem daer in wedervaren’. Het boek behelst een stuk levensgeschiedenis van Willem IJsbrantsz. Bontekoe, een Nederlandschen zeevaarder, die in 1587 te Hoorn werd geboren en die met zijn twee broeders in dienst trad bij de Oost-Indische Compagnie. Het handelt over zijn reis met het schip ‘Nieuw-Hoorn’ waarmede hij op 28 December 1618 Texel verliet met bestemming naar Oost-Indië. Na een kort verblijf op Madagascar kwam de schipper op 19 November 1619 in Straat Soenda aan, waar een brand uitbrak aan boord. Een deel der bemanning maakte zich meester van de sloep; de overige opvarenden vlogen met het schip in de lucht. Bontekoe redde zich met Harmen van Kniphuysen op de groote mast en werd achteraf door de boot opgenomen. Na een verschrikkelijken tocht kwamen de schipbreukelingen op Sumatra aan. Bontekoe nam dan deel aan enkele tochten, o.m. aan die van Cornelis Reyertsz. naar China en Formosa, ten einde in de Chineesche wateren het Hollandsche gezag te vestigen, wat op zoo ruwe wijze geschiedde dat de vijandige houding der Chineezen in later tijden volkomen begrijpelijk is. In 1624 was Bontekoe te Batavia terug en kreeg de gelegenheid met drie schepen naar het vaderland terug te zeilen. Alleen de ‘Hollandia’ waarop hijzelf voer, bereikte haar bestemming, Zeeland, op 15 November 1625. Na dien tijd weet men niets meer van Bontekoe. In 1646 gaf hij op aandringen van den uitgever Jan Jansz. Deutel te Hoorn zijn ‘journaal’ uit, waardoor hij een populair man werd. Nog in hetzelfde jaar verschenen eenige herdrukken en in de latere jaren tal van nadrukken. Van het overlijden van Bontekoe weet men niets af.

Niemand zal dit journaal beschouwen als een letterkundig werk. Dat wilde het overigens ook niet zijn. Het is een vloeiend geschreven relaas van ‘één maand minder dan zeven jaar varen’, een boeiend verslag over gevechten met Chineezen en Spanjaarden, en ontmoetingen met vreemde volkeren: een ononderbroken reis van het eene avontuur in het andere. Het is een volksboek van de goede soort, dat men in één adem uitleest en dat ontzag wekt voor

[pagina 127]
[p. 127]

de koene daden van onze voorouders, waarom het ook een boek is naar onzen smaak. Het voorwoord van René Verbeeck leidt het werk op passende wijze in bij het publiek.

J. Vanderveken

A. de Poortere: Servaes. De ontwikkeling van zijn kunstenaarschap. Met 32 afbeeldingen. (‘Volk en Staat’, Antwerpen, 1943.)

Een korte studie waarin op synthetische wijze de evolutie van Albert Servaes wordt geschetst, met den klemtoon op de drie hoogtepunten in zijn oeuvre: het Boerenleven, den Kruisweg en het Marialeven. Het is geen kunst-critische studie, maar een bewonderende inwijding in het werk van den Vlaamschen meester, die er beslist kan toe bijdragen veler belangstelling op te wekken en die van anderen te verdiepen en hun bewondering steviger te fundeeren. We zijn De Poortere dankbaar dat hij zich onthouden heeft van alle geestdriftige verliteraturing van dit bij uitstek picturale werk. Hoe ongaarne men ook bij Servaes-reproducties de kleur mist, toch komen de afbeeldingen in dit album uitstekend tot hun recht, vooral deze van doeken met een vrij sterk geprononceerd lineair en constructief karakter

B.R.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Journael ofte gedenckwaerdige beschrijvinge


auteurs

  • Bert Ranke

  • J. Vanderveken

  • over Albert de Poortere