Yang. Jaargang 13(1977)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Ron Boonstra toen we lawrence binnenreden met een zwarte vlag, fiedels fiedelden de benen van de meisjes wiegden onder lange rokken, een heroïsch naakt dat al zijn kruit verschoten had zwaaide met zijn krukken: wat een feestje er bleef niets heel van tijd en ruimte: pinkerton reed naar het oosten een blonde dame aan de piano zong een lied, dat nog geschreven moest worden en kogels vlogen achterwaarts uit dode lichamen de lopen van geweren weer in naakte meisjes storten van balkons directeuren sterven orgels gorgelen in de poel der stilte de wind is koud en ieder haalt op eigen beurt zijn visioen om de hoek van dit leventje jung blaast zijn voorlaatste adem uit bedenkt wanhopig wat hij nog kan zeggen cole younger en jesse james staren naar de doden die ze voor zich uit hebben gestuurd in de winterwind - hoor je iets cole? - - nee, alles is stil nu - de mens als kleine hemel die in zich draagt de spiegeling van vele ster-achtige naturen - hoor je iets, cole - - nee, alles is stil - - hoor je iets, cole - - ik hoor de stilte - de stilte die in één hand klapt Vorige Volgende