Yang. Jaargang 13

[p. 25]

Robert De Laere

Naar de oorsprong toe

Je loopt in mij terug
als water in de eerste bedding
van een rivier,
komt elke druppel uit je ziel in mij: overvloedig,
hoopvol,
liefdevol,
wachttijden overbruggend.

En ik ga rond,
tellend de af stand,
die elke nieuwe aanraking
van de vorige scheidt,
elke tijd, die je hand
van je volgende hand zal scheiden
en te lang zal duren.

Schreeuwend loop ik
over het asf alt van de stad
in de eerste bedding
van je ziel terug.

Diepe val veroorzakend in je
hoog opgeheven mond van je,
voile hand in kracht gespannen van je,
neus van je,
borsten van je.
Ik bedek de naaktheid van:
elke stap in je
naar mij overhellend,
als een steen, in:
de eerste bedding
van de voorbije rivier.