Yang. Jaargang 17(1981)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Gunter Slock Oorlogsgala Als morgen kruit en damp zijn opgetrokken; en raaf en gier in dode lijven plukt, dan zwijgen luid de lachende kanonnen; buld'ren niet langer generaals, maar treurt de vrede over 't land: gehuld in witte rouw, voor blije doden... Niet langer tranen moede ogen; een pijnlijk waas dekt al dat rest. >De ene zoon wordt thuis geëerd; voor d'and're vormt het kruis de held een sober graf... Triest is immer toch de vrede als oorlog niet te voeren is, omdat de laatste held gestorven is. Triest is toch de vrede als de kudde door de wolven is verteerd. Triest is immer toch de vrede, als 's werelds jeugd in 't stof begraven is, en tranen plengen met het bloed dat reeds zolang de bodem kleurt. Vrede is een carnaval der doden; ‘Kom, laat ons zingen, dansen, vrolijk zijn; het leven is een paradijs voor grijsaards; het leven is een rimpeling in het gezicht, met bloed getekend in het afscheid’... Vorige Volgende