Yang. Jaargang 17(1981)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Ghislain Laureys Het masker Gij, die mij kent of denkt, ten minste, mij te kennen en mij, sinds lang, als een gelukkig mens beschouwt, daar ik u, met mijn brede glimlach, kon verwennen en zing en drink, en niets in 't leven heb berouwd. Hoe zouden, van verwondering, uw ogen schrikken, moest gij, mijn hart, met vele open wonden zien, en mij, in 't holle van de nacht, plots horen snikken: men kan niet altijd aan het noodlot weerstand biên... Maar gij merkt niets, tenzij de glimlach op mijn wezen, het masker dat de sporen van veel lijden bergt... Gij hebt mij, als ‘gelukskind’, overal geprezen, en toch, ik ben een mens die warmer zonne vergt opdat mijn jonge, zieke hart, eens zou genezen... Vorige Volgende