Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Yang. Jaargang 24 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Yang. Jaargang 24
Afbeelding van Yang. Jaargang 24Toon afbeelding van titelpagina van Yang. Jaargang 24

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Yang. Jaargang 24

(1988)– [tijdschrift] Yang–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 141]
[p. 141]

Personalia

Sascha Anderson

(1953): In Dresden geboren. In de DDR verwierf hij zich bekendheid met het organiseren van controversiële tentoonstellingen, het spelen in een rockband en met zijn poëzie, die voornamelijk in het zeer uitgebreide kleine tijdschriftennet circuleerde. Hij verbleef driemaal in de gevangenis, in 1971, 1973 en 1979, de eerste twee malen omdat hij affiches met teksten van onder andere Wolf Biermann had gedrukt en verspreid, de derde keer wegens ‘asociaal gedrag’. Bij de Westberlijnse uitgeverij Rotbuch publiceerde hij drie dichtbundels: Jeder Satellit hat einen Killersatelliten (1982), totenreklame. ein reise (1983) en Waldmaschine. Übung, vierhändig, deze laatste samen met de dichter Michael Wildenhain en de beeldende kunstenaars Cornelia Schleime en Ralf Kerbach. In het Westen werd Sascha Anderson bekend doordat hij samen met Elke Erb bij uitgeverij Kiepenheuer & Witsch in 1985 de bloemlezing Berührung ist nur eine Randerscheinung uitgaf, waarin een jonge generatie Oostduitsers werd voorgesteld. Eind juni diende Anderson een uitreisaanvraag in, omdat hij in de DDR niet kon publiceren maar vooral omdat het merendeel van zijn vrienden het land inmiddels had verlaten; tot zijn grote verrassing kreeg hij binnen een paar weken te horen dat zijn verzoek was ingewilligd, en in augustus 1986 emigreerde hij naar West-Berlijn. Na zijn emigratie verschenen nog O.T. en Ich fühle mich in Grenzen wohl. 15 deutsche Sonette, in samenwerking met Stefan Döring en Bert Papenfuss-Gorek (Mariannenpresse, Berlijn). De hier vertaalde gedichten zijn ontstaan tussen 1985 en 1987. Van Sascha Anderson verschijnt dit voorjaar een bundel met prozateksten, gedichten, een essay en andere kunstuitingen onder de titel brunnen randvoll (Rotbuch Verlag); de bundel bevat de oogst uit de tijd dat hij van de DDR naar het Westen kwam en daar eerst moest zien te aarden. (WDT.)

 

Erich Arendt

(1903): Geboren in Neuruppin (nu DDR), overleden in 1984 in Wilhemshorst (DDR). Arendt, die naast Peter Huchel en Johannes Bobrowski steeds meer als invloedrijk dichter beschouwd wordt, kende een bewogen leven. Hij vocht in de Spaanse Burgeroorlog en bracht de tijd van het Derde Rijk noodgedwongen in ballingschap door (voornamelijk in Columbië). Na de oorlog vestigde hij zich in de DDR, waar hij veel vertaalde (Neruda, Guillen) en onder andere fraaie boeken uitgaf over het Griekse eilandenrijk in de Egeïsche Zee. Arendt reisde veel en was ondermeer tweemaal te gast op Poetry International in Rotterdam. Belangrijkste bundels: Flug-Oden (1959), Agäis (1967), Memento und Bild (1977) en Entgrenzen (1981). (T.N.)

 

Gerrit-Jan Berendse

(1959): Studeerde Duitse taal- en letterkunde in Utrecht en Frankfurt am Main. Werkt momenteel aan een door NWO ondersteunde dissertatie over DDR-poëzie in de jaren zestig en zeventig. Interviews met Günter Kunert, Sascha Anderson en Bert Papenfuss-Gorek voor Vrij Nederland en De Groene Amsterdammer (i.s.m. Ed van Eeden). Vertalingen in Spiegel van de Duitse poëzie (Meulenhoff 1984), Het Moment (3/1986) en voor Poetry International. Artikelen over DDR-literatuur in o.a. De Gids (4,5/1987) en het Jahrbuch zur Literatur in der DDR (6/1987).

 

Carlfriedrich Claus

(1930): Geboren en nog steeds wonend in Anna-

[pagina 142]
[p. 142]

berg in het Ertsgebergte (bij de Tsjechische grens). Sinds het begin van de jaren vijftig maakt hij tekeningen en grafiek die hij ‘Klanggebilde’, ‘Phasenmodelle’, ‘Letterfelder’ en ‘Sprachblätter’ noemt, hij beweegt zich daarmee tussen de beeldende kunst en de literatuur. In de DDR, waar de waardering sinds het eind van de jaren zeventig langzaam op gang komt, meer beschouwd als beeldend kunstenaar, in het westen internationaal bekend als maker van ‘visuele poëzie’ (o.a. vertegenwoordigd in Emmett Williams (ed), An Anthology of concrete poetry, New York etc. 1967, in G.J. de Rook (samenstelling), anthologie visuele poëzie/visual poetry anthology, Den Haag 1975, en in de vier tot nu toe verschenen uitgaven van het Luchterhand Jahrbuch der Lyrik, Darmstadt/Neuwied 1984 e.v.). Verwerkt in zijn werk o.a. teksten van Paracelsus, Thomas Müntzer, Jakob Böhme, Marx, Engels, Lenin, Rosa Luxemburg, Lao Tse, de Kaballa, de Bijbel, Oosterse mystiek, het Hebreeuws en Chinese karakters. Het belangrijkste essay over hem is van de Oostduitse literatuurwetenschapper Gerhard Wolf: ‘In eigener Sprache schreiben. Carlfriedrich Claus und seine Sprachblätter’, in: G.W., Im deutschen Dichtergarten. Lyrik zwischen Mutter Natur und Vater Staat. Ansichten und Porträts, Luchterhand, Darmstadt/Neuwied, 1985, pp. 206-235. Eigen publikatie: Notizen zwischen der experimentellen Arbeit - zu ihr (Frankfurt am Main 1964). In het seizoen 1988/1989 is een aantal grote overzichtstentoonstellingen voorzien in enkele plaatsen in de Bondsrepubliek Duitsland en in Utrecht. De hier afgebeelde bladen zijn overgenomen uit Carlfriedrich Claus, Sprachblätter, Klaus Ramm, Spenge, 1987. (J.G.)

 

Heinz Czechowski

(1935): Op tienjarige leeftijd ooggetuige van het geallieerde bombardement op zijn geboortestad Dresden, die een constante rol speelt in zijn werk. Oorspronkelijk reclametekenaar, later werkzaam bij een uitgeverij en bij een toneelgezelschap. Nu schrijver van beroep, schrijft behalve poëzie ook kort proza, essays, kinderboeken en toneelstukken en vertaalt. Recente poëzie-uitgaven: Ich, beispielsweise (1982), An Freund and Feind (1983), Ich und die Folgen (1987). In 1986 deelname aan Poetry International in Rotterdam. Woont in Leipzig.

 

Erik De Smedt

(1953): Leraar. Publiceerde o.m. over Konrad Bayer. Vertaalde werk van Bayer (Yang 134-135) en De opdracht van Heiner Müller (Etcetera 2/83).

 

Daniel de Vin

(1944): Studeerde Germaanse filologie aan de R.U. Gent, werkte van 1968 tot 1980 als lector Nederlands aan de F.U. Berlin, promoveerde in Gent met een studie over Max Frischs Tagebücher (Keulen, 1977, Böhlau). Werkt sinds 1980 als docent voor Duitse letterkunde aan UFSAL BRUSSEL en organiseert regelmatig ontmoetingen met duits- en nederlandstalige auteurs. Talrijke bijdragen over hedendaagse Duitse en Nederlandse literatuur. Vertalingen in het Duits van de door de Stichting Ons Erfdeel uitgegeven brochures: Niederländisch (1988, 2e herziene druk) en Die Niederlande (1987). Verdere publikaties in boekvorm: Geschichtliche Aspekte deutscher Rezeption der neueren niederländischen Literatur (1987); in voorbereiding: Grundzüge der niederländischen Literatur en Begegnungen. Bekannte und weniger bekannte Autoren und Autorinnen der deutschsprachigen Gegenwartsliteratur im Porträt, Wissenschaftliche Buchgesellschaft, Darmstadt. ‘Geschiedenis op straat’ werd geschreven eind februari/ begin maart 1988, precies twintig jaar na het eerste bezoek van de auteur in Berlijn.

 

Adolf Endler

(1930): Geboren in Düsseldorf, verhuisde in 1955 naar de DDR. Is dichter en prozaschrijver. Hij werkt aan een legendarische roman in zevenentwintig delen waarin het leven van Bobby Bergermann en Bubi Blazezak mythisch wordt afgezet tegen het leven van alledag in de staat van de arbeiders en

[pagina 143]
[p. 143]

boeren. Endler schrijft prachtige essays over zijn collega-dichters. Belangrijkste werk: Das Sandkorn (poëzie, 1974), Nadelkissen (proza, 1980), Akte Endler (poëzie, 1982), Ohne Nennung von Gründen (proza, 1985) en Schichtenflotz (proza, 1987).

 

Elke Erb

(1938): Leeft in Berlijn (DDR) en schrijft eigenzinnige teksten, waarvoor zij in 1988 de Peter Huchelprijs ontving. Publikaties: Gutachten (1975); Der Faden der Geduld (1978); Vexierbild (1983) en Kastanienalle (1987).

 

Jan Gielken

(1952): Vertaler, marginaal uitgever, werkzaam bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam. Samen met Ton Naaijkens samensteller van de Spiegel van de Duitse poëzie van 750 tot heden (Meulenhoff 1984). Eigen poëzie in o.a. De Gids en Het Bassin.

 

Uwe Grüning

(1942): Geboren in Pabianice (Polen), gepromoveerd ingenieur, tot 1982 docent aan een beroepsopleiding, sindsdien schrijver. Auteur van de christelijke Union-uitgeverij, die ook het werk van Johannes Bobrowski uitgeeft. Door deze en door Peter Huchel (aan wie het hier vertaalde gedicht is opgedragen) beïnvloed. Publikaties o.a. Im Umkreis der Feuer. Gedichte (1984), Moorrauch. Essays (1985), Hinter Gomorrha. Erzählungen (1981) en Das Vierstromland hinter Eden. Roman (1986). Woont in de buurt van Greiz (DDR).

 

Hans Cristoph Hein

(1944): Geboren in Heinzendorff/Schlesien. Bracht zijn kindertijd door in Bad Düben bij Leipzig. Omdat hem als domineezoon bezoek van het gymnasium niet open stond, bezocht hij vanaf 1958 een gymnasium in West-Berlijn. Hij keerde in 1960 naar de DDR terug en werkte na einddiploma als bandwerker, boekhandelaar, kelner, journalist, als acteur in bijrollen en regie-assistent. Hij studeerde van 1967-1971 filosofie en logica in Leipzig en Berlijn. Eerst was hij daarna dramaturg, vanaf 1974 auteur bij de Volksbühne in Berlijn (leiding: Benno Besson). Sinds 1979 is hij schrijver van beroep. Belangrijkste werk: Cromwell und andere Stücke (1981), Der fremde Freund, Novelle (1982; Drachenblut, 1983) en Horns Ende (1985). Prijzen: Heinrich-Mann-prijs van de Akademie der Künster in de DDR (1982) en Kritikerprijs in West-Berlijn (1983).

 

Luc Herman

(1959): Studeerde Germaanse filologie te Antwerpen en vergelijkende literatuurstudie te Harvard, Princeton en Konstanz. Verbonden aan de UIAntwerpen (Engelse & Duitse literatuur en Algemene literatuurwetenschap). Schreef o.a. over Kafka, Grass, Sorrentino en Handke (Yang 134-135).

 

Bernd Igel

(1954): In Leipzig geboren, waar hij nog woont. Na een na drieënhalf jaar gestaakte theologiestudie heeft Igel op verschillende plaatsen tijdelijk gewerkt, momenteel is hij verpleger in een ziekenhuis te Leipzig. Tevens is hij werkzaam als redacteur van het underground-tijdschrift Anschlag. Van Igel is tot op heden geen bundel verschenen, wel droeg hij bij aan de bloemlezing Berührung ist nur eine Randerscheinung (in 1985 samengesteld door Sascha Anderson en Elke Erb) en drie achtereenvolgende keren aan het Luchterhand Jahrbuch der Lyrik (1985, 1986 en 1987/88). De erkenning in de Bondsrepubliek voor zijn geconcentreerde poëzie slaat nu ook door in de DDR. Vorig jaar verschenen drie gedichten in het belangrijke literaire tijdschrift Sinn und Form (3/1987), en in de nabije toekomst zal een keuze uit het werk van Igel als Poesiealbum verschijnen.

 

Rainer Kirsch

(1934): Studeerde geschiedenis en filosofie. Van de universiteit verwijderd, daarna diverse beroepen,

[pagina 144]
[p. 144]

sinds 1965 schrijver van beroep. Vertalingen (o.a. Mandelsjtam, Jessenin), kinderboeken, essays (verzameld in Ordnung im Spiegel. Essays. Notizen. Gespräche, Reclam, Leipzig, 1985), proza (Sauna oder Die fernwirkende Trübung, Hinstorff, Rostock, 1985) en poëzie: Gespräch mit dem Saurier (1965; samen met Sarah Kirsch) en Ausflug machen (1980). Woont in Oost-Berlijn.

 

Sarah Kirsch

(1935): geboren in Limlingerode (Harz), schreef en werkte in de DDR tot ze in 1977 naar West-Berlijn verhuisde. Leeft en woont momenteel op een boerderij in Schleswig-Holstein en geldt momenteel als een van de belangrijkste dichters in de Duitse poëzie.

Belangrijkste bundels: Landaufenthalt (1967), Rückenwind (1976), Katzenleben (1984) en Allerleirauh (autobiografisch proza).

 

Uwe Kolbe

(1957): geboren in Oost-Berlijn. Geldt sinds zijn debuut als een van de belangrijkste dichters van zijn generatie.

Belangrijkste bundels: Hineingeboren (1980) en Bornholm II (1987).

 

Kito Lorenc

(1938): Schreef aanvankelijk in het Sorbisch drie dichbundels. Sinds 1971 verschijnt er enkel duitstalig werk, waarvan een verzamelbundel Wortland in 1984. Hij schrijft ook gedichten voor kinderen. Voor meer gegevens zie de bijdrage van Jan Gielkens.

 

Frank-Wolf Matthies

(1951): Geboren in Oost-Berlijn, werd in 1980 gearresteerd en vervolgd wegens publikaties in het buitenland. Vertrok in 1981 naar West-Berlijn.

Belangrijkste werk: Morgen (poëzie en proza, 1979), Für Patricia im Winter (poëzie, 1981), Tagebuch Fortunes (proza, 1985) en Stadt (1986).

 

Karl Mickel

(1935): Geboren te Dresden. Studeerde economie, was dramaturg bij het Berliner Ensemble en docent. Thans verbonden aan de Schauspielschule en de Staatsoper te Oost-Berlijn. Poëziebundels: Lobverse und Beschimpfungen (1963), Vita nova mea (1966), Eisenzeit (1975). De bloemlezing In diesem besseren Land, die hij samen met A. Endler in 1966 uitgaf, leidde tot een lange publieke discussie over subjectiviteit in het socialistische gedicht.

 

Inge Müller

(1925-1966): Woonde in Berlijn (DDR) en schreef gedichten, die in de schaduw van oorlog en dood staan. Aan het eind van de oorlog raakte zij bedolven onder puin. Deze schock-ervaring is thema van veel van haar gedichten. Haar gedichten werden pas na haar dood uitgegeven: Wenn ich schon sterben muss (1985).

 

Ton Naaijkens

(1953): Doceert aan het Instituut voor Vertaalwetenschap te Amsterdam. Stelde met Jan Gielkens De Spiegel van de Duitse poëzie samen. Medewerker Duitse literatuur van De Gids. In '87 verscheen zijn vertaling van Musils Het postume werk van een levende.

 

Bert Papenfuss-Gorek

(1956): In Stavenhagen/Mecklenburg geboren, woont in Oost-Berlijn: van 1977 tot 1980 werkzaam als belichtings- en geluidstechnicus aan o.a. het ooit door Wolf Biermann opgerichte Berliner Arbeiterund Studententheater (BAT). In die periode publiceerde hij zijn eerste teksten in het literaire tijdschrift Temperamente (2/1977) en in de bloemlezing Auswahl 78 (bij de Oostberlijnse uitgeverij Neues Leben). Daarna vervulde hij zijn dienstplicht bij de zogenaamde Bausoldaten (de genie), de legerafdeling voor ‘ongewenste’ personen. Tussen 1980-86 werd niets van Papenfuss-Gorek in de DDR gepubliceerd. In de Bondsrepubliek verschenen tot die tijd gedichten in o.a. het tijdschrift

[pagina 145]
[p. 145]

Freibeuter (12/1982), in de door Sascha Anderson en Elke Erb samengestelde bloemlezing Berührung ist nur eine Randerscheinung (Keulen: Kiepenhauer & Witsch 1985) en in het Luchterhand Jahrbuch der Lyrik (1986 en 1987/88). Van zijn op Chlebnikov en Kurt Schwitters geïnspireerde experimentele poëzie verscheen in 1985 de bundel harm. arkdichtung 77 bij de kleine Westberlijnse uitgeverij KULTuhr. In samenwerking met zijn vrienden/collega's Sascha Anderson en Stefan Döring ontstond in hetzelfde jaar bij de Westberlijnse uitgeverij Mariannepresse de fraaie, door de Koreaan Ouhi Cha geïllustreerde editie Ich fühle mich in Grenzen wohl. Fünfzehn deutsche Sonette. Bert Papenfuss-Gorek was in 1987 te gast op het festival Poetry International te Rotterdam. (GJB)

 

Thomas Rosenlöcher

(1947): Opleiding als Handelskaufmann. Studeerde van '70 tot '74 Betriebswirtschaft en van '76-'79 Literaturwissenschaft te Leipzig. Werkt aan het Kinder- und Jugendtheater Dresden en schrijft ook kinderboeken en -verhalen. (Herr Stock geht über Stock und Stein, 1987)

 

Hans Joachim Schädlich

(1935): In Reichenbach (Vogtland) geboren. Hij studeerde germanistiek in Berlijn en Leipzig, promoveerde en was van 1959 tot 1976 werkzaam aan het Institut für Sprache und Literatur van de Oostberlijnse Academie van Wetenschappen. Hij maakte tevens naam als vertaler van, onder andere, Nederlandse literaire teksten. Sinds 1969 schreef hij zelf proza, sinds 1971 probeerde hij tevergeefs werk in de DDR gepubliceerd te krijgen. Hij nam intensief deel aan de literaire ontmoetingen die, op instigatie van Günter Grass, sinds 1974 ten huize van schrijvers in Oost-Berlijn werden gehouden en waar prominente schrijvers uit Oost- en West-Duitsland elkaar uit hun werk voorlazen; deze ontmoetingen waren voor Schädlich jarenlang de enige vorm van literaire openbaarheid. Op 17 november 1976 ondertekende hij als een van velen het protest tegen de ‘Ausbürgerung’ van Wolf Biermann, waarna hij geen vertaalopdrachten meer kreeg en ontslagen werd als medewerker van het Institut für Sprachwissenschaften. In augustus 1977 verscheen in de Bondsrepubliek zijn verhalenbundel Versuchte Nähe (Ned. vert. Poging tot nabijheid, Meulenhoff, Amsterdam 1980), in december van datzelfde jaar verliet hij de DDR en vestigde zich in Hamburg, twee jaar later in West-Berlijn. Jaren van moeizaam pogen de ‘vreemdheid’ in een onbekende maatschappij met een ander politiek systeem maar met dezelfde taal te overwinnen, volgden. In 1980 verscheen het ‘kinderverhaal’ Der Sprachabschneider, in 1984 een bundeltje verhalende teksten Irgend etwas irgendwie bij BrennGlas Verlag Assenheim (het titelverhaal in Nederlandse vertaling in Het Moment 6), in 1985 de ‘montage’ Mechanik over euthanasie in het Derde Rijk, bij dezelfde uitgeverij. In deze laatste tekst hanteert Schädlich al de opvallende techniek van vermenging van document en fictie, die in 1986 leidt tot de opvallende roman Tallhover (Rowohlt Verlag; de Nederlandse vertaling verschijnt in 1988 bij Meulenhoff), waarin het levensverhaal wordt verteld van het fictieve lid van de politieke politie Tallhover tegen de achtergrond van de reële gebeurtenissen in Duitsland in de negentiende en twintigste eeuw. Voor deze roman ontving Schädlich de Marburger Literaturpreis. In 1987 verscheen, wederom bij Rowohlt, de verhalenbundel Ostwestberlin, met teksten ontstaan sinds zijn verhuizing naar het Westen. Eind 1987 begin 1988 was Schädlich de derde Brüder Grimm-gasthoogleraar aan de universiteit van Kassel. (WDT.)

 

Klaus Siegel

(1934): Geboren te Düsseldorf, kwam na de bevrijding naar Nederland, waar hij sedertdien woont. Doceert vertaalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Schrijft sedert het begin van de jaren '60 over Duitse literatuur en vertaalt uit het Duits. Redacteur van de rubriek ‘Buitenland’ van De Gids, daarvoor van andere bladen.

[pagina 146]
[p. 146]

Wouter Donath Tieges

(1945): Studeerde germanistiek aan de universiteit van Amsterdam. Publiceerde eind jaren zestig een verhalenbundel en een roman. Vertaalde werk van onder anderen Max Frisch, Günter Kunert, Hans Joachim Schädlich, Fritz Rudolf Fries, B. Traven. Is werkzaam als fondsredacteur bij uitgeverij Meulenhoff.

 

Oscar van Weerdenburg

(1962): Werkt aan het Instituut voor germanistiek te Amsterdam. Publiceerde over Wolfgang Hildesheimer en over moderne poëzie in de DDR. Werkt aan een dissertatie over de Hölderlin-receptie in de moderne poëzie. Medewerker aan het NRC-CS.

 

Peter Wessels

(1939): Docent Nieuwere Duitse Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Onderzoek op het gebied van de 19e en 20e eeuwse duitstalige letterkunde. Vertaalde moderne Duitse lyriek en proza in het Nederlands en moderne Nederlandse lyriek en dramatiek in het Duits.

 

ERRATA bij nummer 136

p. 15, kolom 2, r. 27: ‘kreken’ moet zijn ‘vlekken’

p. 41, kolom 1, r. 34: ‘betreuren’ moet zijn ‘besturen’

p. 93, kolom 2, r. 15: ‘hypothese’ moet zijn ‘hypostase’

p. 97, kolom 2, r. 24: ‘psychotherapeut’ moet zijn ‘psychoanalyst’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken