| |
| |
| |
Ulrike Draesner
Vertaling Inge Arteel
Hot Dogs
Zack, mager als een lat, zat naakt op zijn bed en probeerde zijn voet in zijn mond te steken. Woensdag, vier uur. Vlakbij zoemde de autoweg op amusementsfrequentie - een paar vrachtwagens, het begin van het spitsuur. Hier kwam de ochtend altijd eerst onder het asfalt op, nog lang voor je een streep zonlicht zag. Dus zat Zack in het duister, door de bovenste spleten van het rolgordijn flitste af en toe het licht van koplampen. Duisternis was beter om je te ontspannen, en Zack rook zijn voet, zo hoog kreeg hij hem toch al. Alleen Tequila snurkte weer. Eigen schuld, had Kolbe gezegd, waarom heb je je dat toch aangeschaft, da's nog erger dan een buldog, da's een krokodil! Kolbe moest spreken, tenslotte was hij met de hond komen aanzetten. Op Tequila's witte vacht dreven een paar vlekken die dezelfde kleur hadden als de wormen in de allerduurste flessen Mexicaanse schnaps. Beledigd was ze die dag in een hoek gekropen en had Kolbe haar tanden laten zien. Tequila, fluweelzacht, zorgde voor 750 kilopond kauwkracht tussen die blinkende bijtertjes. Maar was dat een reden? Een reden om het beestje nu een spuitje te geven? Kolbe had dat beetje tandengeblekker in elk geval vlotjes geïncasseerd, en grijnzend had hij Zack een por in de ribben gegeven. Zack zuchtte - de tijden waren veranderd!
Op een ochtend, ook in zo'n ijskoude winter, stond Kolbe in zijn oude zomerjas voor Zacks deur, om acht uur 's ochtends ongeveer maar al stinkend naar de drank, zoals gewoonlijk, en toen hij in zijn grote jaszakken friemelde, die bol stonden als Aldi-tassen en vettig waren van het vele gegraai, had Zack
| |
| |
verwacht dat hij direct de volgende fles te zien zou krijgen. In plaats daarvan had er een lichtgekleurd hoopje vel op Kolbes hand gelegen, elke poot kleiner dan de kleinste eeltplek op die doorgroefde klauw. Zonder ook maar een beetje te beven stak Kolbe zijn hand uit naar Zack en zei bloednuchter: Daarvan kan je leven! Omdat hij wist hoe het er met Zack voor stond, gaf hij hem Tequila bijna voor niets; ze was een schattige baby, zo onschuldig wit, dat beviel Zack meteen, vooral ook met die paar vlekken op haar vest. Toen ze haar zwarte snuit met die lichtgekleurde neusgaten ook nog zonder schrik in zijn hand boorde, wist Zack eerst niet wat hem overkwam. Het was niet erg mannelijk, verliefd worden op een hond, hij draaide zich om maar Kolbe zat al aan de keukentafel en wilde bier, Zack zei vlug: Wel, we zullen haar laten zien wie hier de baas is, en ze lachten allebei in hun glas.
Tien maand later al stond ze daar, zo drachtig dat haar vel ervan spande. Tequila was werkelijk een prachtstuk geworden - 32 kilo, de borstkas zo breed dat vier mannenhanden hem maar net konden omvatten, schouderhoogte 41, even ideale maten als Marilyns 96, 66, 96. Ze wierp vijf gezonde puppy's, en daarmee waren Zacks ergste geldproblemen voorlopig van de baan; heerlijke tijden, schnaps klokte door zijn keel, Zacks hand liefkoosde Tequila's zachte buik.
En nu zat hij met die klacht opgescheept. Twee eigenlijk, per rechterlijk schrijven. In het gebouw sprak niemand nog met hem, en Kolbe was 'm ook gesmeerd. Steunend liet Kolbe zijn voet los en masseerde zijn kuit. Hij voelde de trekkende pijn tot in zijn achterste. Besluiteloos zat hij met opgetrokken benen op het koude bed. Al dagenlang kon hij niet meer slapen, de hele tijd zonder Sandra had hij slecht geslapen, maar sinds zaterdag, die afschuwelijke zaterdag, ging het helemaal niet meer. Alleen Tequila, plat op haar flank, snurkte er elke nacht op los. Haar tien volle tepels spreidden zich als gordijnpompons uit over Zacks abrikooskleurige vloerbekleding, zoiets hing bij tante Linda in de wc. Om de vier uur moest Zack de melk afzuigen, maar ook tussendoor kon hij niet slapen. Sinds zaterdag was elke dag je reinste horror geweest. Zondag had Tequila de hele dag alleen maar gejankt en haar jongen gezocht. Maandag kwam de eerste klacht, gisteren de tweede. Niet zonder reden zat Zack dus midden in de nacht op bed en probeerde het met de ontspanningsoefeningen uit de yogacursus waar Sandra hem mee naartoe had gesleurd. Uit liefde was hij meegegaan. En wat had het opgeleverd? Niets, natuurlijk niets. Typisch Zack.
Sandra had een herdershond toen ze elkaar leerden kennen, Bobsy, eigenlijk een onbeholpen, al halfdoof beest. Zij zelf was even mager als Zack, een half hoofd groter, en lepelde elke avond twee, drie yoghurts met limonade, die
| |
| |
kriebelde daarna in haar mond. Niet alleen dat was mooi. Sandra werkte in een drogisterij. Voor de keten waar die toe behoorde stapelde Zack af en toe pallets op elkaar, hoewel iedereen die hem bezig zag hem meteen weer naar huis wou sturen. Slungel! hoorde Zack, wat heb jij hier te zoeken! Alleen Sandra lachte niet met hem, dat zag hij meteen. Bovendien was ze niet zo'n glitterpoes zoals je ze vaak ziet in drogisterijen, nee, Sandra had haar waardigheid en verkocht zichzelf niet voor kleurshampoo aan weggeefprijzen. Toen Zack te weten kwam dat zij als vaste werkneemster blikken hondenvoer 10 procent goedkoper kon krijgen, ergerde hij zich eerst - hij kreeg geen korting - maar besefte toen dat dit toch wel goed zou uitkomen. Want het was niet te geloven hoeveel rauw vlees die beesten elke dag opvraten. Een tijger was daar niets bij! Sandra keek Zack met een bemoedigende glimlach aan. En toen hij, tijdens een babbel na zijn palletwerk, druppels kon aanraden tegen ouderdomsdoofheid bij honden en Bobsy zich ook nog zonder aarzeling door hem liet strelen, was alles eigenlijk al in orde. Als Zack iets deed, deed hij het goed, en Je hond in alle levenssituaties van Dr. Helga Köttwisch-Lukonen had hij dan ook niet alleen gelezen maar zo goed als uit het hoofd geleerd. En aangezien hij op alle gebieden alles goed deed, woonde Sandra al gauw min of meer bij hem in, in elk geval paste hij overdag niet alleen op Tequila maar ook op Bobsy, en 's nachts sliep Sandra in Zacks bed. De twee honden negeerden elkaar; Bobsy was gecastreerd, er stelde zich dus geen probleem.
In die periode werd ook Kolbe steeds behulpzamer. Hij deed een extra inspanning, misschien omdat hij voelde dat Sandra hem niet graag mocht. Kolbe woonde in hetzelfde gebouw als Zack, twee verdiepingen lager, en had goede connecties met de andere huurders. Vooral de conciërge vond hem een stuk, waarschijnlijk viel ze op grote mannen, en Kolbe, met zijn zwarte mantel over zijn twee meter, kon er soms wel uitzien als Dracula, achteraan toch. En aan de voorkant dan zijn goedmoedige gezicht, dat hij wie weet waar vandaan had. In elk geval, de conciërge smolt voor hem en liet zelfs toe dat Kolbe zijn lege flessen naast de glascontainer zette. Dat was ongeveer in de periode dat een pitbull in Hamburg een jongen had doodgebeten. Bij een volgende babbel met de conciërge bij de container liet Kolbe dan terloops vallen dat Tequila een totaal ongevaarlijke Franse buldog was, een dier voor keizers en koningen!, hij had de stamboom en alle papieren niet eigen ogen bij Zack gezien, en enkele uren later wist het hele gebouw het. Tegelijk verkocht Kolbe de puppy's heel decent aan klanten die echte liefhebbers waren. Kolbe vroeg voor zijn bemiddeling de opbrengst van één puppy. Dat was een faire deal; en Kolbe algauw een echte vriend. Toen ook nog het kweekverbod werd afgekondigd, maakten Kolbe en Zack een kleine rondedans in Zacks appartement. Onmiddellijk ver- | |
| |
drievoudigden ze de prijs. Echte pitties waren weer iets waard.
En toen kwam het, het nieuwe geld. Eigenlijk werd niets duurder maar met iedereen ging het toch slechter. Al in juni waaide Sandra's ontslagbrief binnen. Haar chef haalde zijn schouders op. Zij en Zack kochten nog één keer een voorraad hondenvoer, Zacks hele kelder lag vol, maar dat was het dan. Bobsy, die trouweloze, besloot een paar weken later - alsof hij aanvoelde dat het leven er niet aangenamer op werd - de aftocht te blazen. Weliswaar ontspande de situatie van het blikvoer zich daardoor; en ook Tequila leek opgelucht. Maar toch was Zack woedend op de oude herdershond, want zijn dood gaf Sandra natuurlijk de genadeslag. Gedrieën brachten ze Bobsy naar de dierverwerking, een trieste tocht, wat anders. Maar Zack vond het overdreven dat Sandra daarna niet meer langskwam. De telefoon nam ze niet op, en als Zack bij haar aanbelde deed niemand open. Tequila snuffelde aan Sandra's deur en jankte zachtjes.
Dat was dierenmishandeling, duidelijk! Voor Zack was de maat vol. Hij vervloekte Sandra en ging niet meer bij haar langs. Gelukkig lag de voorraad hondenvoer bij hem, en toen Tequila haar zomerse loopsheid kreeg, haalde Zack opgelucht adem. Een voltijdse job! Onmiddellijk bracht hij het zaakje op gang. In Brandenburg was er een geschikte reu, je moest er weliswaar speciaal naartoe tuffen maar het was de moeite waard. Black Spice was eigendom van Lady Di, iedereen noemde haar zo omwille van haar kapsel uit de jaren tachtig en haar onophoudelijk geklets; niemand wilde weten hoe ze echt heette. Het was stresserend om nadat alles achter de rug was nog drie uur bij haar te moeten zitten en haar zwart schoothondje te bewonderen. Lady Di serveerde daarbij ijskoffie, winter en zomer, echt waar, alsof er geen bier bestond, en liet de recentste bekers van Spice zien. De honden kenden elkaar en vlogen gelukkig elke keer direct op elkaar af om 20 minuten lang sleutel en slot te spelen, daarna lagen ze hijgend in de schaduw. Zonder zich te verzetten lepelde Zack het papperige vanille-ijs, uit angst dat Lady Di de prijs anders zou optrekken. Ze wilde nooit een puppy, enkel cash, 1000 euro zwart in de hand. Dat bedrag legde Zack opzij van de inkomsten van de vorige worp, en ook al had hij anders niets meer, hij raakte dat spaargeld niet aan. Als Zack iets deed, deed hij het goed. En daarop was hij trots.
Deze keer had hij bijzonder goed opgepast en ondanks zijn lege beurs Tequila nog voor het dekken gevoederd, rundspoten, varkensoren, het ruwe proteïnegehalte van het voer tot 30 percent opgevoerd. Hij wou een grote worp, een hele grote, en zelfs de loopsheid verdroeg hij met een glimlach. Tequila zeurde, piepte en gleed op haar achterste door het appartement, wilde naar buiten. Minstens drie keer per dag wreef ze zich tegen Zacks been aan,
| |
| |
op en neer, alsof ze een reu was, enkel en alleen om haar geilheid af te reageren. Zack hield deze keer zelfs zijn been voor haar klaar, krachtige voorpoten had ze wel, de schat, achteraf masseerde hij heimelijk zijn kuit. Maar zo waren de vrouwen, onverbiddelijk overgeleverd aan hun wellust, overvallen door hun hormonen. De mannen waren er op dat vlak beter aan toe, die konden dat onder controle houden. Zack had zijn zaak in elk geval in de hand, ook zonder Sandra. En die zou over een paar weken beslist weer opduiken, doen alsof er niets was gebeurd en bij hem intrekken. Voor hem! Commentaar zou hij daar niet op geven, alleen later misschien. Het gekriebel in Sandra's mond was wel een meevaller geweest. Bovendien had ze, als ze in bed lagen, de gewoonte Zacks voeten te krabben. ‘Zackel, het beste aan jou zijn je voeten - zacht als de poep van een baby,’ zei ze dan. Als lepel en schoen lagen ze onder de deken. Hij had het prettig gevonden wanneer ook Sandra's voeten zijn gezicht aanraakten. Dat kon zo een hele nacht doorgaan.
Elf eersteklas puppy's had Tequila midden oktober in haar mand gehad, vier vrouwtjes, zeven mannetjes. Toen Zack dat 's morgens ontdekte, kuste hij zijn schat midden op haar natte snuit. Vreedzaam als een patrijs knorde Tequila in haar mand! Reuen brachten per stuk nog 200 euro meer op. Voor deze worp was Zack al zeker van vijf klanten, het waren zorgvuldig uitgekozen personen, uiteindelijk was je na 12 weken verzorging gehecht geraakt aan die kleintjes. Bovendien wou je toch niet tegen de lamp lopen.
En toen werd het november, deze maand november, waarover in Zacks horoscoop in vette letters stond: ‘Succes over de hele lijn. U breidt uw actieradius uit, houden zo!’ Tequila's jongen rollebolden, hun actieradius uitbreidend, door het appartement. Een voor een deden ze op de tiende dag hun ogen open en staken hun kleine roze tong uit. Tequila zoogde, in de mand sliepen de jongen in een grote hoop op elkaar om zich te verwarmen. Zack liet ze niet buiten. Je moest verduiveld goed oppassen, de minste infectie betekende al het einde voor zo'n hoopje van 600 gram. Met de fles voederde hij bij, want elk van de elf jongen moest genoeg krijgen; voor Tequila was er krachtvoer in overvloed. Zack stond zelfs 's nachts op om te gaan kijken of alle kleintjes nog ademden. Tequila bromde in haar slaap, en Zack kroop opgewekt weer in bed.
Zacks broeken waren, mager als hij was, meestal te wijd, maar in deze novembermaand flodderden ze echt om zijn heupen. De honden groeiden, Zack vermagerde. Zaterdag, die bewuste zaterdag, sloot hij om één uur nog vlug Tequila en haar jongen even op in het appartement en liep naar het metrostation, waar er naast een winkel met plastic handtassen in bizarre kleuren, die ongeveer dezelfde namen hadden als aardappelknoedels, een Mister Minit was.
| |
| |
Een van de Turken daar kende hij, die knipte ook wel eens gratis een gaatje bij in zijn broeksriem. Het duurde dan nog een tijdje voor Zack weer naar huis kon, hij botste op een kameraad van het palletwerk, en die trakteerde met een paar biertjes en schnaps, en zo werd het bijna drie uur, Zack was net in zijn appartement en deed zijn pas geknipte riem in zijn broek, toen er werd gebeld. Tequila stormde weg en stond als een gek te janken aan de deur, en toen wist Zack wat er gaande was. Sandra had een nieuw kapsel, rood, zag er goed doorvoed uit, helemaal niet getekend, op een bepaalde manier zelfs groter dan vroeger. Die twee hadden elkaar meteen vast, telkens opnieuw sprong Tequila tegen Sandra op, nauwelijks te geloven hoe ze Zack verried! Sandra moest opletten om niet om te vallen, maar Zack reageerde enthousiast op zoveel temperament bij Tequila. ‘Een aardje naar haar baasje,’ zei hij, en Sandra liet zich zonder tegenstribbelen binnenloodsen. Maar het gespring en geknuffel op kniehoogte bleef wel doorgaan, de vrouwen konden weer geweldig met elkaar opschieten, en dit zonder woorden, want Sandra liep al achter de hond aan. Naar het mandje, natuurlijk! Zack hoorde hen in de woonkamer plezier maken, terwijl hij gauw een fles witte wijn in de koelkast legde.
Eindelijk zat Sandra bij hem in de keuken, met een bruine, een zwarte en een bijna volledig witte puppy op haar schoot. Tequila keek een beetje sceptisch maar ging toen bij Zack liggen. En dus dronken ze wijn en echte tequila - om de dag te vieren. Zack vertelde over de geboorte van de elf puppy's en Sandra keek hem glimlachend aan. Toen moest Zack natuurlijk denken aan haar en zijn voeten en hij wilde er net onstuimig invliegen toen door de radiator een donderslag vloog. Tequila sprong op en beet bijna haar tanden kapot op de leiding. Domme hond, zei Zack en duwde haar weg. Er was niets te zien. Maar de verwarming koelde onmiddellijk af, dat duurde nog geen tien minuten. Ook de andere radiatoren in het appartement functioneerden niet meer. Een goede gelegenheid, vond Zack, om Sandra een van zijn pullovers aan te bieden, ook al ging dat eigenlijk de verkeerde kant uit, zich aan- in plaats van uitkleden.
Ook in de woonkamer was het intussen beestig koud. Zack herinnerde zich niet wie als eerste op het idee van de oven was gekomen, Sandra of hij. In elk geval lagen de jongen te rillen in hun mand, Zack wilde niet dat Sandra ze allemaal op haar schoot nam, dan kon hij het wel helemaal vergeten, maar hij maakte zich ook zorgen over de kleintjes. Ze droegen de puppy's naar de keuken, staken de oven aan, dat verwarmde meteen ook de kamer, en legden hen erin. Zack deed het ovenlampje aan, ze nestelden zich achter het kijkvenster tegen elkaar aan en staken verwonderd hun kleine poten door de tralies van het grillrooster. Het was schattig om te zien. Zack deed de deur van de oven
| |
| |
dicht en schakelde op hete lucht om Sandra te laten zien hoe mooi hun oren flapperden in de wind, 40 graden, opwarmen, een beetje hete wind was toch iets natuurlijks, dat hadden ze zeker graag. Zack was werkelijk blij dat hij hun dat kon aanbieden, ze zaten daar als in de buik van hun moeder, maar dan met verlichting. Tequila snuffelde nog aan het ovenvenster toen er opnieuw werd gebeld. Uitgerekend nu!
De hond stormde weg zonder te blaffen, waardoor Zack begreep dat zijn vage vermoeden juist was. Buiten stond, natuurlijk, Kolbe. Met het instinct van een stekelvarken kwam hij op het ongunstigste moment.
Kolbe, mantel om de schouders, stonk nog meer naar alcohol dan gewoonlijk en luisterde helemaal niet naar Zack. ‘Bij mij is het beestig koud,’ mompelde hij en wrong zich langs hem heen richting keuken. Zack probeerde hem tegen te houden en omdat Kolbe zich niet liet doen ontstond er een getrek en geduw aan de deur, waar Tequila, die de hele dag opgesloten had gezeten, gebruik van maakte om er als de gesmeerde bliksem vandoor te gaan. Zack zag alleen nog haar wiebelend achterste onder een triomferend in de lucht gestoken staart, vloekte, liet Kolbe los, ontdekte vanuit zijn ooghoeken Sandra die uit de keuken kwam, riep: Duurt maar een seconde! en viste in de donkere gang naar muilkorf en leiband, zonder ze te vinden. Ze is naar beneden? schreeuwde Sandra en rende ook weg, hysterische kippen, allebei, dacht Zack nog, maar ze had gelijk. Sommige mensen zagen immers wel dat deze pitbull geen buldog was. Nog op de trap hoorden ze een schril gekrijs beneden aan de deur. Zack had de voorlaatste overloop bereikt en Sandra stond beneden in de deuropening toen op het gekrijs het soort gehuil volgde dat Zack werkelijk haatte, zo'n gehuil stootten mensen uit wanneer ze een hond als Tequila op zich af zagen galopperen. Het geschreeuw werd luider, een opera waardig, dacht Zack, en verstomde toen abrupt. Ook Zack stopte en overlegde of hij de situatie niet beter volledig aan Sandra kon overlaten. Vrouwen waren daar gewoon beter in.
Hij wachtte in de gang. Maar de deur bleef dicht, van de straat was niets meer te horen. Ook Sandra liet zich niet zien. Afwachten, dacht Zack en ging op de onderste trede zitten. De walm van gestoofde kool kringelde van onder de deurspleet van de conciërge tot in zijn neus. Wat hem normaal ergerde - vandaag maakte het hem rustig. Sandra zou het wel flikken. Pas toen hij voor het kleine venster van de huisdeur een schaduw zag, besloot Zack, rustig en beheerst, toch eens te kijken of alles in orde was. Hij deed de deur open, Tequila begroette hem kwispelstaartend maar met een verwijtende blik. Daar zat ze nu met een muilkorf die niet van haar was. En de politieagent naast haar hoorde er ook helemaal niet bij. Toen Zack de halve kattenstaart zag die de
| |
| |
agent in zijn hand hield moest hij lachen. Het was er een van pluche! Maar de een of andere idioot had panisch geschreeuwd ‘Pitbull verslindt kind’; de volgende dag stond het precies zo in de krant. En een andere idioot had natuurlijk meteen met zijn mobieltje de politie verwittigd. Typisch Zack: er was een patrouillewagen dicht in de buurt geweest, bijna om de hoek. De herdershond in de auto ging tekeer omdat hij zag dat Tequila zijn muilkorf aanhad. Geleidelijk aan werd ook Zack een beetje onrustig. Sandra was in geen velden of wegen te bekennen, en nu moest hij eerst Tequila troosten en met die flik babbelen. Werd dat een eindeloze discussie! Midden op straat. Het duurde een eeuwigheid, tegen Tequila werd proces-verbaal opgemaakt en tegen Zack ook. Hoewel de kattenstaart van pluche was! Zack wond zich op. Maar een kind had de betreffende pluchen kat in zijn armen gehouden toen Tequila erop afstormde. Het kind was volledig ongedeerd, dat moest iedereen toegeven. En toch: zoiets kostte geld, een bom geld zelfs, en daarbovenop zou een proces komen. De agent grijnsde: De poen voor het spuitje voor uw hond legt u ook al best klaar!
Zack sleurde Tequila aan haar leiband de trappen op, naar zijn appartement. Een spuitje - die waren niet goed wijs! De deur stond open, in de traphal hing een penetrante geur. Zack trok zijn riem uit zijn broek, maakte Tequila vast aan de trap en ging naar binnen. Kolbe was voorover gezakt op de tafel en sliep diep. De oven stond op 150. Kolbe, stomdronken, had het koud gehad. Kolbe! Uit de oven walmde de rook.
De klacht wegens bedreiging van de openbare veiligheid en overtreding van de wet op de leibanden en muilkorven was eergisteren, dinsdag, gekomen, samen met de klacht wegens het onrechtmatig kweken van pitbulls. De klacht van de dierenbescherming wegens elfvoudige dierenmishandeling dan gisteren. Zack moest gestraft worden omdat hij de puppy's had gehad, en dan nog een keer omdat ze er niet meer waren. Sandra was ervandoor. Wellicht had ze alles wat ze nog niet wist tot in de details uit de krant vernomen. Ook Kolbe was al dagen onzichtbaar, in zijn brievenbus stapelde de post zich op.
En zo moest Zack helemaal alleen de oven schoonmaken. Hij zag ze weer zitten, bruinwit, lichtbruin en chokoladekleurig, met hun roze snuitjes, hun onbeholpen pootjes, de verwonderde blik, in het licht en de warmte, en hun oren flapperden vrolijk in de wind.
Uit: Ulrike Draesner, Hot Dogs. © Luchterhand Verlag 2004.
|
|