Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Yang. Jaargang 44 (2008)

Informatie terzijde

Titelpagina van Yang. Jaargang 44
Afbeelding van Yang. Jaargang 44Toon afbeelding van titelpagina van Yang. Jaargang 44

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Yang. Jaargang 44

(2008)– [tijdschrift] Yang–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 362]
[p. 362]

[YANG 44ste jaargang nr. 3 - oktober 2008]



illustratie

[pagina 363]
[p. 363]

Vooraf

Wat is romantiek, vroeg de redactie zich af. Niet dweperij, niet de ‘knuffelkitsch’ waartegen Juli Zeh van leer trekt in haar hier vertaalde tekst ‘Tijdelijke bouwwerken’. Niet de vallende blaadjes (herfst), de stilte (winter), nieuwe knopjes (lente) of wuivend gras (zomer). Wat dan wel? Verschillende auteurs doen in het dossier ‘aan de rand van de romantiek’ een poging om het begrip af te bakenen, te problematiseren, en ten slotte in een rijkere betekenis terug te winnen. Want daarover lijkt iedereen het hier wel eens: de vraag is niet of we romantisch zijn maar op welke manier we het kunnen zijn.

In zijn inleidende beschouwing bij het dossier herkent Marc Reugebrink twee manieren waarop het romantische literatuurbegrip historisch tot uitdrukking is gekomen, als l'art pour l'art en als engagement. Het is de continue spanning tussen beide die ons literatuurbegrip sinds de romantiek bepaalt. Maar waar de literatuur - zoals vandaag gebeurt - verandert in een autonoom, van de realiteit afgescheiden en verder gemarginaliseerd domein, wordt zelfs geengageerde literatuur een vorm van l'art pour l'art en verandert wat ooit een debat was in een oeverloos heen-en-weer schrijven.

Voor Juli Zeh is de mens gedurig op zoek naar een metafysisch asiel voor zijn transcendentale thuisloosheid. En volgens Ger Groot zijn we grensbewoners, die een moeilijke, onophoudelijke evenwichtsoefening proberen. Maar een onderscheid maken tussen een therapeutische, private romantische compensatie voor die gespletenheid en een verder nuchtere, onttoverde realiteit, zoals Rüdiger Safranski verdedigt, ontmaskert Koen van Baelen als een ontkenning van wezenlijke gevoelens, ervaringen en inzichten, terwijl het precies de taak van de kunst is om zich in die maatschappij te onttrekken aan de opgelegde formats en om wezenlijk onaangepast te zijn. Die onaangepastheid is een basiskenmerk van het werk van Pol Hoste. In het verhaal ‘De gewone man’ besluit

[pagina 364]
[p. 364]

een gewone man dat het tijd is om een gewone man te worden. En in ‘De belofte’, een eenakter van Pieter de Buysser, verklaart een toneelschrijver voor veel Morrend Volk de oorlog aan de romantiek, een nogal romantische daad. Verder onderzoekt SvenVitse de verstrengeling van romantiek, avant-garde en fascisme in het werk van Louis Ferron. Jeroen Theunissen gaat aan de hand van het werk van Rodolfo Walsh na wat de consequenties zijn wanneer literatuur haar claim op de werkelijkheid tot het uiterste drijft. En Frans-Willem Korsten verkent wat de rol van de literatuur kan zijn in relatie tot de samenleving van de hedendaagse stad.

Daarnaast bevat dit nummer hakkelende poëzie van Geert Buelens, die probeert een ‘zwijgtraject’ af te leggen. In het lange, wijdlopige gedicht van Lucas Hüsgen gebeurt precies het omgekeerde, maar men kan zich afvragen of onder de overvloed aan beelden en taal geen even grote aarzeling schuilgaat.

Er zijn twee reviews. Aukje van Rooden komt met Jean-Luc Nancy tot de conclusie dat de enige ware democratie een ter discussie gestelde democratie is, en Sander Bax onderzoekt hoe de personages in Jacob Groots roman Billy Doper vechten met hun eigen bewustzijn dat ze alleen maar een constructie van taal zijn.

Tot slot ontleedt onze writer-in-residence Frank Vande Veire de manier waarop de dood door zo uiteenlopende figuren als Mohammed Bouyeri, de dadaïst Francis Picabia, kardinaal Danneels, Charles Baudelaire en Thomas Mann tot een project, een waarheid, een oplossing of een genot wordt gemaakt.

 

de redactie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken