bestaan van hem verscheidene schilderijen, Drentsche landschappen en Gezigten in Drenthe voorstellende, en er gaat een langwerpig folio plaatwerk van hem in druk uit, naar zijne teekening gegraveerd, door H. Schwegman, getiteld:
IX Gezigten in en bij het landschap Drenthe.
Hij overleed te Amsterdam den 4den Junij 1818 en was lid der vierde klasse van het voormalig Koninklijk Nederlandsch Instituut. Zijn zoon, Jan Vuuring van Drielst, werd door hem in zijn vak opgeleid, en gaf de schoonste hoop dat hij daarin de voetstappen zijns vaders waardiglijk zou drukken, toen hij den 13den Maart 1813, op den jeugdigen leeftijd van ruim 23 jaren, aan de kunst ontrukt werd, na kort te voren als teekenaar den prijs bij de Maatschappij Felix Meritis te Amsterdam behaald te hebben.
Zie Algem. Konst- en Letterb. 1818. D. I. bl. 434; Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch.