Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het gevecht met de muze (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het gevecht met de muze
Afbeelding van Het gevecht met de muzeToon afbeelding van titelpagina van Het gevecht met de muze

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.23 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.04 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het gevecht met de muze

(1940)–Bertus Aafjes–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 45]
[p. 45]

Drie gedichten

I

 
Er is altijd een trager wederkerend
 
eb en vloed in dit woekerend bederf,
 
ik keer het niet meer van mijn donker erf
 
want ik verlies het er mij tegen werend.
 
 
 
Het keert terug, het splijt tussen de stenen,
 
tussen de schedels op mijn donker erf,
 
wat achterbleef wanhopiger verterend,
 
woekert het voort totdat ik er aan sterf.
 
 
 
Als ik tussen de schedels en de stenen,
 
gestorven neerlig in de vale maan,
 
woeker ik aan de voeten der geliefden
 
die over deze dode wereld gaan.
[pagina 46]
[p. 46]

II

 
En dat nog eenmaal over dit bederf
 
de liefde als een valster openbloeide,
 
lieveling, trek u dit niet aan;
 
want morgennacht zal weer de vale maan
 
bijlichten aan mijn voeten waar ik zwerf
 
tussen de schedels en de stenen van mijn erf.
 
 
 
En schedels zijn de beste wijnbokalen
 
en stenen zijn vaak geuriger dan brood
 
en tussen stenen en de schedels dwalen
 
de paarse ogen van een vroege dood.
[pagina 47]
[p. 47]

III

 
Ik verlangde geen huis om er wonende
 
verzen te schrijven aan een grijze zee,
 
en gij met uw blond hoofd de dijk afkomende
 
lichtend de klink van mijn onzegbaar wee
 
en er troostend als Aphrodite tronende;
 
ik verlangde het niet, ik hunkerde alleen.
 
Ik hadde uw handen van de klink gestoten
 
uitkijkend met een doods gezicht naar zee.
 
 
 
Maar eeuwen later zouden aan de dijk
 
grashalmen het hardnekkig fluisteren,
 
hoe die daar eenmaal woonde, bij het duisteren
 
over de zee, bloedrode wijnen dronk;
 
de dorpelingen zouden het vernemen,
 
belust gaan graven naar het oud geheim:
 
zij vonden, lieveling, niets dan schedels en stenen.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken