Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De wereld is een wonder (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van De wereld is een wonder
Afbeelding van De wereld is een wonderToon afbeelding van titelpagina van De wereld is een wonder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.97 MB)

Scans (2.06 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

reisverhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De wereld is een wonder

(1959)–Bertus Aafjes–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Op reis in Nederland, Marokko, Frankrijk, Japan en Italië


Vorige Volgende
De wereld is een wonder - werd voltooid op de dag van de dood van Werumeus Buning.
Ik draag dit boek op aan deze dichterlijke grootmeester in de copieerlust des eeuwigen levens.
De tout mon coeur...
[pagina 5]
[p. 5]

Loflied op de Nederlandse grens

Nederlanders zijn een vreemd soort landslieden; zij plegen niet hoog van zichzelf op te geven. Als men in een internationaal gezelschap reist, dan is het moment nooit ver waarop de diverse landslieden ongevraagd een lans gaan breken voor hun respectievelijke vaderland. De Fransman vijzelt zijn overleden democratie nog eens op, de Engelsman zijn Elizabeth, de Duitser zijn camera en de Italiaan zijn charme. Een Nederlander luistert en zwijgt beleefd.

Het was in zulk een internationaal gezelschap, waarin een ieder de schoonheid van zijn eigen land aanprees, dat een der aanwezigen vroeg wat ik als Nederlander dan wel het mooiste gedeelte van mijn land vond.

‘De grens’, zei ik.

‘Als u uw land verlaat?’ vroeg de ander met opgetrokken wenkbrauwen.

‘En als ik er terugkeer’, antwoordde ik.

Ik wil niet zeggen dat een Nederlander niet chauvinistisch is. Maar hij krijgt er in een internationaal gezelschap eenvoudig de kans niet toe. Als Nederlander is hij eenvoudig buiten mededinging. Iedere buitenlander in zulk een gezelschap die Nederland ooit bezocht, praat chauvinistischer over Nederland dan de Nederlander-zelf.

Dat heerlijke land waar men met de kerktorenspits onder water woont.

Waar tulpen uit de hoeden en siergras uit de klompen groeien.

Wij zijn zo charmant: wandelende bollenvelden.

Een sprookje in drie talen: want wij spreken Frans, Duits, Engels. En een modern sprookje ook nog: we drinken een zee leeg als het moet.

En netjes, mijn hemel, men kan er van de straat... ja wat kan men er niet van de straat... men kan erop slapen, men kan ervan eten, het enige wat men er niet van kan is: stof afnemen.

Als gij ooit in internationaal gezelschap reist, laat de grote landslieden elkaar dan de patriottische vliegen afvangen. Werp u niet

[pagina 6]
[p. 6]

op als paladijn van de lage landen bij de zee. Ga niet bluffen. Want er komt klokvast een ogenblik waarop het gezelschap eenstemmig veel verbluffender dingen over uw vaderland gaat zeggen, dan gij ooit met goed fatsoen zou kunnen doen. Gij behoeft alleen maar wat af te remmen. Dan zijt gij, Nederlander, bij alle goede eigenschappen die u in de klompen geschoven worden, nog bescheiden ook.

In een groot deel van de wereld is Nederland een mythe. En als gij veel reist en daardoor genoodzaakt wordt Nederland van de andere zijde van de grens te zien - dan ontkomt men ook als Nederlander niet aan mythevorming.

Keert men dan weer terug op eigen bodem, dan moet men onvermijdelijk de mythe met de werkelijkheid confronteren. Het is dan verbazingwekkend hoeveel er van de mythe overeind blijft. Wij Nederlanders behoren ongetwijfeld tot de beste en braafste burgers ter wereld en de democratie zit ons langer in het bloed dan onze grote naburen. We hebben geen bedelaars en armenhuizen en nauwelijks een weeskind - dat wordt dan nog door een liefhebbende tweede moeder verdonkeremaand. Wij halen met gevaar voor eigen leven een hond of kat uit het water en een ezel en een stier zijn voor ons een lief of een braaf dier.

Wij genieten allen een mate van welvaart en vrijheid, waarom het leeuwedeel der aardbewoners ons alleen maar benijden kan. Wij zijn op aarde het land van de gulden middelmaat, want nergens ligt die gulden middelmaat zo hoog. Men kan deze uitdrukken in duizenden voorrechten: bakker aan de deur, gordijnen voor de ramen, bloemen in de vensterbank, vrijheid om iemand te zien of niet te zien - enfin, loop uw huis door en bekijk het.

 

Waarom gaan wij dan toch zo graag de grens over?

Ach, laat ons eerlijk zijn, het is natuurlijk een zegen, de democratie, en de vrijheid is het hoogste goed, maar hoe meer vrijheid er is voor iedereen, hoe minder vrijheid er is voor degene die eens iets anders wil dan de anderen.

Als een vrouw zich eens echt chique wil kleden en ze stapt zo maar ergens in Nederland in de autobus dan komt zij met blauwe plekken thuis. Of op z'n minst met haar handtasje vol beledigingen. Wat dacht u dat er met u gebeurde wanneer u als een echte

[pagina 7]
[p. 7]

dichter met een Lafayette ging lopen? Of in een Trumanhemd? In Nederland mag veel - maar daar voorbij mag dan ook ineens niets meer of men wordt de dorpsidioot. Het is het onvermijdelijk gevolg van de gulden middelmaat van de vaderlandse democratie. Wie zal ontkennen dat het beter is een echte burger te zijn in Nederland dan een echte bedelaar in Spanje? Maar wij moeten dan ook stuk voor stuk onze tol betalen aan dit burgerschap. De vaderlandse jaloezie waakt er angstvallig voor dat wij de streep der middelmaat niet overtreden. Anders licht zij ons een been.

 

‘Bedelaars benijden miljonairs niet’, zegt Bertrand Russell. ‘Zij zijn afgunstig op bedelaars, die meer ophalen dan zij. De gelijkschakelingsleer van democratie en socialisme heeft het strijdterrein der jaloezie grotelijks uitgebreid. Op het ogenblik is dit een groot kwaad, doch het is een kwaad, dat aanvaard moet worden om tot rechtvaardiger sociale verhoudingen te komen.’

Geen Nederlander loopt meer in vodden, lijdt honger of kou of is analfabeet. Noblesse oblige - luidt het gevleugelde woord. Doch niet alleen adeldom verplicht. Ook burgerdom. Zij verplicht ons plaats te nemen in Nederlands bonte dinsdagavondtrein. Men kan daar natuurlijk altijd zijn oren toestoppen.

 

En men kan, bij tijd en wijle, vluchten. En daarom vind ik - van welke kant ik het ook bezie - de Nederlandse grens het mooiste gedeelte van 's werelds mooiste land. Ik woon een uur gaans van haar af.

Aan deze kant bèn ik een dichter.

Aan de andere kant voel ik mij een dichter.

Steekt u mee over.

bertus aafjes


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken