Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dorpsbeschaver (1874)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dorpsbeschaver
Afbeelding van De dorpsbeschaverToon afbeelding van titelpagina van De dorpsbeschaver

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

Scans (157.60 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dorpsbeschaver

(1874)–Albijn van den Abeele–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 222]
[p. 222]

XIX.
Slot.

Sedert het bedoelde tijdstip der kennismaking met de bijzonderste helden van ons verhaal en den dag dien wij thans beleven, zijn er verscheidene jaren verloopen. De gebeurtenissen met betrek tot de plaats die wij hebben beschreven en de personages, welke in onze beschrijving voorkomen, zijn in de voorgaande bladzijden aangeteekend. Nopens eenigen dezer laatsten, 't is te zeggen, nopens personen, wier handeling wij hebben gevolgd, zijn we den lezer evenwel nog een woordje schuldig.

Vader en moeder Stuypaert, na een zestiental jaren van alle bezigheid afgetrokken te hebben doorgebracht, na den droom huns levens - de welaart hunner kinderen - vervuld gezien, de huwelijken dezer ingezegend en reeds klein kinderen, afstammelingen van hunne beide zonen, over de doopvont gehouden te hebben, waren in de volkomenste gerustheid des gewetens, korts na elkander in den Heer ontslapen.

Baas Havemans, die nog in leven, doch zeer bejaard is, hoewel door zijne deugden en goede hoedanigheden de menschelijke volmaaktheid zoo nabij mogelijk bereikt en

[pagina 223]
[p. 223]

noch misstappen uit de jeugd, noch dwalingen van rijperen leeftijd te betreuren hebbende, heeft echter berouw over ééne zaak. Bij zijne vertrouwelijke vrienden drukt hij zekere spijt uit, als het te pas komt, zijne dagen ongehuwd te hebben doorgebracht, voorgevende dat een familieleven van man en vrouw en kinderen, die malkander goed verstaan, tot het grootste geluk moet behooren, welk een mensch kan genieten.

Mr van Benden en timmerman Cobbens hebben beiden het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. De eerstgenoemde, wiens echtgenoote nog vóór hem overleden was, zonder kinderen gestorven zijnde, heeft aan Ten-Broeke een voldoende kapitaal vermaakt om eene gemeenteschool met onderwijzerswoonst te bouwen. Elken dag verwacht men de toelating vanwege het hoogere bestuur om dat bezet te mogen aanvaarden.

Jozef de Keteleire is nog altijd burgemeester van Ten-Broeke. Korts na zijne benoeming tot dat ambt, is hij in huwelijk getreden met de dochter van timmerman Cobbens, een lief, bevallig meisje, maar die vooral het bewijs heeft geleverd dat zij eene goede, deugdzame moeder en huisvrouw is.

Leonaard Stuypaert ook bewoont nog diezelfde gemeente, doch iedereen drukt er de vrees uit dat hij, door de beroemdheid, welke hij als dokter heeft verworven, het dorp zal verlaten om zich binnen eene stad te gaan vestigen, van zoohaast zijn oudste zoon, die reeds ver is gevorderd, den graad van geneesheer zal hebben bekomen.

[pagina 224]
[p. 224]

De jonge Stuypaert, student, is eene spruit uit het huwelijk dat Leonaard met Amelie Dekens, een jaar na de verheffing van Ten-Broeke tot gemeente, aangegaan heeft.

Na het afsterven van baas Dekens, waarvan wij het juiste tijdstip niet kennen, hebben zijn schoonzoon en dochter zijn huis betrokken, terwijl baas Havemans datgeen is gaan bewonen, welk dokter Stuypaert had verlaten.

De zoon van Mr van Wateren, die zijnen vader in het burgemeesterschap heeft opgevolgd, schijnt wel de lessen zijns ouders begrepen te hebben. Zijne gansche doenwijze is naar diens laatsten raad geschikt, en in alles tracht hij Ten-Broeke van nabij te volgen.

Tjeefken uit de Lindestraat was door zijne ouders, om de belofte te volbrengen, die zij na 's kindsgenezing aan Leonaard hadden gedaan, ter school gezonden geweest. Het knaapje was zoo goed voornitgegaan, dat hij op zestienjarigen ouderdom een volledig lager onderwijs had genoten. Met eenen weet- en leerzuchtigen geest bedeeld, had de jongeling binnenshuis zijne studiën voortgezet en zooveel bekwaamheid verkregen, dat hij, over een achttal jaren, tot gemeentesecretaris van Ten-Broeke aangesteld is en er op eene lofwaardige wijze zijne taak vervult.

Alle dagen der week, van twee tot vijf uren, kan men hem vinden in eene kamer van De Geestige Vlaming, die tot secretariaat wordt gebruikt, en welke herberg, korts na de gebeurtenis in het XVIe hoofdstuk beschreven, tot Gemeentehuis is verheven geworden.

 

Sint-Martens-Laathem, Juni 1872.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken