Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het jongenskamp (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het jongenskamp
Afbeelding van Het jongenskampToon afbeelding van titelpagina van Het jongenskamp

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.21 MB)

Scans (26.85 MB)

ebook (4.67 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Illustrator

Walter Heichen



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het jongenskamp

(1915)–Chr. van Abkoude–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina t.o. 3]
[p. t.o. 3]


illustratie
Bij den aanblik van hun heerlijk vacantie-verblijf schalde er een luid hoera uit den troep op.


[pagina 5]
[p. 5]

Inleiding.

Naar Het Jongenskamp!

Adieu, leeraars en onderwijzers! De jongens gaan u een poosje verlaten, om buiten in bosch en veld wat gezondheid en kracht en nieuwen werklust op te doen!

Tot ziens, boeken, schriften, sommen en thema's! Uw jonge vrienden zullen zoo vrij zijn, u een tijdlang te vergeten, om zich daarna met meer moed en opgewektheid aan u te kunnen wijden!

 

Ja, onze jongens hebben weer een heel jaar doorgebracht tusschen hooge muren, ze hebben hard gewerkt en hun best gedaan, en daardoor is de frissche, roode kleur wel een beetje van de anders zoo gezonde wangen verdwenen!

Dat mag zoo niet blijven, ouders en opvoeders!

Die kleur moet er weer op!

De jongens moeten er eens een week of wat uit.

Maar - en nu komt het pas - niet zooals vroeger, in gezelschap van pa en moe en oom en tante... O neen! Zij moeten niet slechts uitstapjes maken van uit hun deftig en welvoorzien pension, zij moeten geen moderne jongeheeren-costuums aantrekken om er de eenvoudige buitenlui mee te overbluffen, zij moeten alstublieft geen wandelstokken, hooge boorden en manchetten meenemen.

Neen! Ze moeten het kampleven meemaken! En daarvoor hebben ze noodig eenvoudige, sterke kleeren en 'n

[pagina 6]
[p. 6]

paar stevige laarzen. Ze moeten slapen op stroo, hun eigen bed opmaken, hun eigen potje koken desnoods, en overdag zullen ze door gezonde, gymnastische oefeningen, gezamenlijke spelen en dagmarschen hun lichaam harden en nieuwe krachten vergaren!

Hun geest zal opgefrischt, hun borst verruimd, hun werkkracht gevoed worden!

En als ze dan terugkomen, lekker bruingebrand, met krachtige spieren, met oogen, tintelende van levenslust, dan zullen ze ons toeroepen met een gelaat, stralend van genot:

‘Wat een heerlijke vacantie is dat geweest!’

 

Me dunkt, ik zie in gedachten al menige angstvallige moeder haar jongen met bezorgdheid aanzien, menig zorgzaam vader bedenkelijk het hoofd schudden.

Waarom toch?

Vrees voor ongelukken?

Och kom, in de steden is de kans om 'n ongeluk te krijgen voor onze kinderen veel grooter dan buiten, in de vrije natuur!

Zie eens naar de Engelschen! Die hebben hun ‘Peace Scouts.’ Elk jaar gaat een afdeeling jongens, boven de twaalf jaar een kamp betrekken in de Schotsche Hooglanden. Zij maken zelf hunne stroomatrassen, hunne tenten en koken hun eigen potje.

Frankrijk heeft zijn ‘Petits Soldats,’ die elken zomer groote manoeuvres houden en eveneens kampeeren.

Ja, ook Nederland is hier niet achtergebleven en ieder jaar gaan er meer en meer stemmen op, tot het uitzenden van jongelui in kampement.

De Vereeniging Volksweerbaarheid zal dit jaar reeds

[pagina 7]
[p. 7]

haar tweede vacantiekamp houden. Het is geen militair kamp, als dat van de Kon. Ned. Weerbaarheidsvereeniging, maar

een sportkamp,

waar veertien dagen lang den knapen gelegenheid wordt gegeven tot gezonde lichaamsoefening in de open lucht, onder beproefde en vertrouwde leiding.

Ook de Bond voor Lichamelijke Opvoeding doet veel goeds in deze richting. Dit jaar stelt de Bond zich voor een aantal schoolmarschen te doen houden, voor jongens, niet ouder dan 12 Jaar. Eén dezer marschen zal bijv. als volgt zijn samengesteld. Eerste dag: Den Haag-Leiden. De deelnemers voeren zelf in rugzakken het noodzakelijkste mede. Eenige fietsers en de tenten worden reeds vooruitgezonden, zoodat de deelnemers van de tocht bij aankomst den kok met zijn arbeid reeds gereed vinden. Te Leiden worden de merkwaardigheden bezichtigd, terwijl men vervolgens den nacht in de tenten bivakkeert. Den tweeden dag marcheert men naar Haarlem, bezichtigt er, wat er te zien is, en trekt den derden dag naar IJmuiden. Dat kunnen voor de deelnemers prettige, gezonde dagen worden. En duur is deze sport in de buitenlucht heelemaal niet. Zooals men weet wordt het onderhoud van den soldaat gerekend op 25 cts. per dag.

Maar zooals de Duitscher zich het ‘jongenskamp’ voorstelt, is het toch zeer zeker nog ‘nie dagewesen.’

Walter Heichen laat in zijn jongensboek ‘Die Spielplatzstadt’ een honderdtal gymnasiasten de zomervacantie doorbrengen in kampement, zonder aanwezigheid van ouders, onderwijzers of leiders. De jongens hebben zelf hunnen commandant en de onderbevelhebbers gekozen, en alleen

[pagina 8]
[p. 8]

des Zondags komt een der leeraars zich van den toestand op de hoogte stellen.

En toen de uitgevers mij dit orgineele boek in handen stelden, vond ik bij lezing daarin zooveel nuttigs en leerzaams, maar ook zooveel aardige en leuke momenten, dat mij dadelijk de lust bekroop, het boek voor onze Hollandsche jongens te bewerken. En uit sympathie met het streven onzer Nederlandsche Vereenigingen, die de Jongenskampen steeds meer en meer populair trachten te maken, zette ik mij met veel opgewektheid aan dezen nieuwen arbeid.

Dit boek is geen vertaling van ‘Die Spielplatzstadt’. Ofschoon het verloop der feiten in hoofdzaak gevolgd is, was een belangrijke wijziging van eenige hoofdstukken, met het oog op sommige voor onze jongens onbegrijpelijke, Duitsche toestanden, wel noodig.

 

Wanneer dit boek een steentje mag bijdragen tot het groote gebouw der lichamelijke opvoeding, dan zal ik mij zeker voor dezen arbeid ruimschoots beloond achten.

 

CHR. VAN ABKOUDE.

 

Rotterdam, 25 April 1910.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken