Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een ongeluksvogel (ca. 1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een ongeluksvogel
Afbeelding van Een ongeluksvogelToon afbeelding van titelpagina van Een ongeluksvogel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.40 MB)

Scans (20.42 MB)

ebook (3.88 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Illustrator

W.K. de Bruin



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een ongeluksvogel

(ca. 1923)–Chr. van Abkoude–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]


illustratie

Zevende hoofdstuk.
Op het Zeerooversschip.

Toen de kinderen door de zeeroovers waren gevangen genomen, hadden de mannen hen dadelijk naar het schip meegevoerd. Maar kapitein Hoek miste Peter Pan, en daarom was hij teruggekeerd om Peter te dooden. Hij wilde den jongen niet eens meenemen, want hij was een beetje bevreesd voor de slimheid van den knaap. Nauwelijks was hij dan ook op zijn schip teruggekeerd, of hij liet de zeilen hijschen en stuurde zeewaarts.

Al de kinderen had hij in het donkere ruim laten opsluiten. Ze waren met touwen aan elkander en aan ijzeren ringen in den wand vastgebonden en konden zich nauwelijks bewegen.

De arme Annie, de Koningin der Verloren Kinderen, was door hem in een kajuit opgesloten. Hij

[pagina 148]
[p. 148]

wilde haar eens bijzonder straffen, omdat zij het hoofd van de kinderkolonie was.

Intusschen heerschte er aan boord van den zeeroover de grootste vreugde. Men had de Indianen eindelijk overwonnen en verslagen, de kinderen gevangen genomen en dat alles gaf hun reden tot groote vroolijkheid.

Er werd muziek aan boord gemaakt, de matrozen dansten en zongen en kregen groote glazen wijn.

Kapitein Hoek keek met welgevallen naar zijn manschappen en stuurde onderwijl zijn schip met vaste hand over de zee.

Die feestvreugde duurde wel twee dagen, en terwijl de kapitein en zijn mannen naar hartelust aten en dronken, kregen de Verloren Kinderen niets te eten.

Maar op den derden dag liet kapitein Hoek ze allen geboeid aan dek brengen.

Hij zette zich bij een groote ton neer en deed, alsof hij een rechter was, die met de kinderen kon doen, wat hij wilde.

Zij werden voor hem gebracht en de kapitein zeide hun, dat hij ze allen één voor één uit het topje van den grooten mast in zee zou werpen.

Ze moesten eerst allemaal hun namen zeggen en vertellen, waarom ze niet bij hun ouders gebleven waren. Hij noemde ze ondeugende kinderen, die niet verdienden, dat ze nog langer bleven leven,

[pagina 149]
[p. 149]

en daarom zou hij ze allen in de zee werpen.

Juist wilden zijn mannen de jongens aangrijpen, toen kapitein Hoek aan Annie dacht.

‘Halt riep hij. ‘Wacht even! Breng eerst het meisje bij mij!’

De arme Annie werd uit haar gevangenis gehaald. Zij knikte de andere kinderen vriendelijk toe en het leek wel, of zij heelemaal niet bevreesd was voor den kapitein en zijn ruwe mannen.

‘Bindt ze aan den grooten mast!’ zei de kapitein en een oogenblik later was het meisje met stevige touwen aan den mast vastgebonden.

‘Luister!’ vervolgde hij tot de kinderen. ‘Ik zal jullie allemaal in het leven laten en dit meisje alleen dooden!’

Toen vielen alle kinderen op de knieën en begonnen jammerlijk te schreien.

‘O neen... Kapitein Hoek... werpt U dan liever ons allemaal in zee... maar laat de lieve Annie blijven leven en naar huis gaan!’

Maar de kapitein wilde daarvan niet hooren.

Hij trok zijn sabel en wilde daarmee de lieve Annie dooden, toen opeens weer datzelfde zonderlinge klokgelui over het water weerklonk.

‘De krokodil! De krokodil!’ schreeuwde kapitein Hoek, doodelijk verschrikt. Hij wierp zijn sabel weg en vluchtte onder in het schip, terwijl de matrozen overal een schuilplaats zochten.

Maar het was de krokodil niet!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken