Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen (1914)

Informatie terzijde

Titelpagina van Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen
Afbeelding van Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongenToon afbeelding van titelpagina van Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.08 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Illustrator

Jan Rinke



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen

(1914)–Chr. van Abkoude–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 111]
[p. 111]


illustratie

Tiende Hoofdstuk.
Brief van Pietje Bell aan zijn zuster Martha.

Martha was voor een paar weken naar Scheveningen bij een vriendin gaan logeeren en had Pietje beloofd, dat hij een daagje mocht overkomen, als hij in de eerste plaats thuis braaf oppaste en in de tweede plaats zich behoorlijk en als een welopgevoede jongen gedroeg. Maar er was al een week om en Pietje hoorde nog maar niets naders van Martha's belofte. Dat maakte hem ongerust, want hij had zoo goed mogelijk zijn best gedaan. Vader zei, dat Pietje maar eens een brief

[pagina 112]
[p. 112]

moest schrijven aan Martha. Dat vond de jongen een goed idee, want brieven schrijven deed hij graag en hij verlangde naar het daagje te Scheveningen.



illustratie
Pietje maakte zich meester van de schrijfcassette, en schreef een brief aan Martha. (Bladz. 112.)


Pietje dacht, ik zal maar een mooien, langen brief aan Martha schrijven. Hij ging daarom naar haar kamer, maakte zich meester van haar schrijfcassette en besteedde verscheidene uren aan het schrijven van den volgenden brief:

Lieve marta,
vader heeft mij gezegt dat ik een brief moes schrijven, en nu zit ik op u kamer, lieve zuster, en ik ga een langen brief schrijven. Ik heb u pen genomen omdat vaders pen zoo spat en zijn inkt lijkt wel gootwater. Ik vind jou inkt pragtig, marta, en je papier is zoo mooi en ruikt zoo lekker. Het ruik heelemaal naar fiooltjes en ik vont ook zoo'n fesje met odeur op je waschtafel met fiooltjes. Er is niet veel meer in, marta, want ik heb wat op mijn zakdoek gedaan en mijn haar en nu ruikt ik ook zoo lekker. Ik heb daar net bij ongeluk uw intpotje omgegooid, er was een blauwe vlak op u witte tafelkleed. Maar ik heb dalijk met mijn zakdoek schoongemaakt lieve marta, en nu is het weer droog maar de vlak is een beetje grooter en ook mijn zakdoek vol. En er is een beetje int op een rood boek gevallen, maar dat heb ik ook uitgepoest en nu schrijf ik u dat ik zoo mijn best doet om een dag naar Sgeeveninen te koomen. Je hebt toch belooft dat ik koomen mag. Moeder zegt ook al zij zal zoo blij weezen als ik een dag weggaa, dan heeft zij ook eens rust en mag ik nu komen, lieve marta? Dan zal ik mijn wite matrozepak aandoen en braaf wandelen met u lieve marta. Ik verlan zoo naar de zee, ik gaat een scheepje maken om te laten varen op de zee. En vanmorgen is de poes in de waskuip gevalen oo hij was heelemaal nat van zeepsop. Ik hebt poes toen in u bed gelegt, marta,
[pagina 113]
[p. 113]
en nu is hij weer beter. Van moeder kreegt ik een dubeltje en van vader een kwartje voor Sgeeveninen maar ik denkt, dat zij weer nieuw moeten geven, want ik hebt naar de bioskoop geweest en zoo gelachgen, lieve marta.
Maar nu doe ik mijn best niet ondeugent te zijn anders magt ik niet gaan en ik wilt braaf zijn. De mensen zeggen het is zoo saai in de stad als Pietje Bell niks uithaalt, maar ik krijg altijt maar straf als ik eens een pretje hebt en daarom doet ik niets meer. Lieve marta, ik ben zoo moei van het schrijven en ik hebt al een paar intvlakke in je schrijfdoos laten valle, maar het is niet erg, alleen maar een beetje tusschen de enveloppe, en magt ik nu koomen? Ik zal mijn scheepje maaken anders is het niet op tijt klaar. Dag lieve zus marta, de kompelmenten van vader en moeder en of ik nu magt.
U lief broertje
Pietje.
 
P.S.
marta ik heeft daarnet mijn handen gewassen want die waren zoo vol met int en toen heb ik water in je waskom gedaan en ik hebt je paarse zeep gebruik die zoo lekker ruik naar bloemen, wat schuimt dat versgrikelek marta, maar het gleet ineens uit mijn handen en tegen de beeldjes op je tafeltje en er zijn maar drie poppetjes gebrooken, marta, ik zal het weer lijmmen er is nog een beetje gom in de fles. En nu zal ik braaf zijn, marta, dag marta, mag ik nu gau komen?

Pietje begreep maar niet, waarom zijn vader dien avond zoo'n pret had en zoo hard lachte, toen zijn brief voor de post werd gereed gemaakt.

Was daar zoo om te lachen?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken