Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Pinkertonnetjes (1918)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Pinkertonnetjes
Afbeelding van De PinkertonnetjesToon afbeelding van titelpagina van De Pinkertonnetjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.21 MB)

Scans (28.44 MB)

ebook (5.86 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Illustrator

Jan Rinke



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Pinkertonnetjes

(1918)–Chr. van Abkoude–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 158]
[p. 158]

Hoofdstuk XI.
De feestavond van de club. Het succes van boet en maus.

Onder leiding van meester Spoor ging het met de club ‘Allen Vooruit’ inderdaad vooruit. Hij had verschillende aardige dingen ingesteld. Zoo droegen bijvoorbeeld alle leden van de club een groen knoopje op de blouse, en wanneer zij op school zich door ijver en goed gedrag onderscheiden hadden, werd dit groene knoopje vervangen door een zilveren, dat zoo lang mocht gedragen worden als de jongen, die het had, verdiende. Ging hij later weer met leeren achteruit of was er te veel op zijn gedrag aan te merken, dan nam meester Spoor den zilveren knoop weer af en gaf er den groenen voor terug.

De eenige, wien het tot nog toe gelukt was, den zilveren knoop te verwerven, was Toon van Zijl.

[pagina 159]
[p. 159]

Maar die was ook zoo'n bolleboos in het leeren!

Boet had al lang alle hoop laten varen om den zilveren knoop te verdienen, want dan moest hij om te beginnen ophouden met allerlei dwaze dingen te doen. En hoewel hij daartoe vaak genoeg zijn best deed en 't ook werkelijk eenigen tijd volhield, och heden, hij bezweek alweer voor de verleiding, als hij in de stad rondliep. Hij liet de electrische tram stoppen, en als die stilstond, zei hij heel gewoon:

- 't Is in orde, conducteur, rij maar weer door, ik ga niet mee!

Of hij belde aan een bovenhuis en als men dan open deed, vroeg hij, of hier ook mijnheer Kippekop woonde.

- Nee, zeien ze dan, wat doet die man?

- Hij is stroopmeter en steenengieter.

- Mijnheer Kippekop, stroopmeter en steenengieter? Neen, dien kennen wij niet?

- Is het hier dan niet de Loopjedoodsteeg?

- Wel, leelijke aap van een jongen, wil je wel eens gauw maken, dat je wegkomt!

En dan was Boet natuurlijk al aan den haal. Och, och, en zulke dingen gebeurden helaas maar al te vaak en dus was het best te be-

[pagina 160]
[p. 160]

grijpen, dat hij wel nooit den zilveren knoop voor goed gedrag en ijver zou krijgen.

Intuschen had meester Spoor nog iets moois en iets nieuws voor zijn jonge vrienden bedacht.

De jongens moesten een extra-wedstrijd houden in het werken, en meester Spoor zou aan het einde van de maand November met de club een grooten feestavond geven, waar hij dan ook de prijzen zou uitdeelen. Gedurende die maanden zou hij dan speciale aanteekening houden van de vorderingen en het gedrag der clubleden.

Dat plannetje werd door de jongens met gejuich begroet! Och, zij deden dat heusch zoozeer niet om het leeren, maar om den Feestavond, die er de belooning voor zou zijn.

- En hoor eens, jongens, had meester Spoor gezegd, ik vraag ook nog wal anders van jullie. Voor den Feestavond moeten kaarten verkocht worden onder kennissen. De club zélf moet zorgen voor een aardig programma, er moeten voordrachten en tooneelstukjes geleerd worden, muziek gemaakt, gedanst, enz. in één woord, het moet een allergezelligste avond worden! Laten wij nu afspreken boys, ik zorg voor den feestavond en de regeling daarvan,

[pagina 161]
[p. 161]

en jullie zorgen ervoor, prijzen te behalen! Ik bedoel daarmee volstrekt niet, dat de knapsten van jullie die juist krijgen, maar zij, die het meest hun best gedaan hebben en het ijverigst zijn geweest. Al ben je dus niet een der geleerdsten van je klas, het kan toch best zijn, dat je den eersten prijs krijgt, als je maar flink je best doet! Dat is de eerlijkste regeling!

 

Het hoofd der school, mijnheer Stipman, vond het alweer een alleraardigste gedachte van meester Spoor. Hij zou voor den Feestavond ook het gymnastieklokaal geven en voor de noodige stoelen zorgen.

En ook wilde hij de feestrede uitspreken als beschermheer van de club ‘Allen Vooruit.

Terwijl de jongens overdag op school hun uitersten best deden en tegen elkander op werkten, dat het een lieve lust was, kwamen zij drie avonden per week in het gymnastieklokaal bijeen om te repeteeren voor den feestavond.

Mijnheer Spoor had tooneelstukjes uitgezocht, de rollen verdeeld en verder voor het heele programma gezorgd. Die programma's werden gedrukt en zagen er zóó uit:

[pagina 162]
[p. 162]
JONGENSCLUB ‘ALLEN VOORUIT’.
FEESTAVOND
op DONDERDAG 2 DECEMBER a.s. in het Gymnastieklokaal naast de School voor M.U.L.O. van den Heer P. Stipman.
AANVANG 8 UUR.
PROGRAMMA.
1. FEESTELIJKE OPENING door den Heer P. Stipman, beschermheer van de club.
2. PRIJSUITDEELING, door don Heer J. Spoor, voorzitter van de club.
3. MET Z'N ACHTEN. Voor te dragen door Gerrit Bouman.
4. BERCEUSE, voor Viool en Piano door de Pinkertonnetjes.
5. EEN GEZELLIG AVONDJE. Tooneelstukje door eenige clubleden.
PAUZE.
6. DE SCHIPBREUK. Voor te dragen door Toon van Zijl.
7. DE KLEERENKOOPMAN. Voor te dragen door Paul Pinkerton.
8. VALSE BRILLIANTE voor viool en piano door de Pinkertonnetjes.
9. JONGENS VAN STAVAST. Tooneelstukje door clubleden.
10. TOMBOLA en BAL.
[pagina 163]
[p. 163]

Ook de kaarten werden gereedgemaakt en onder de jongens verdeeld. Ieder moest ze onder zijn huisgenooten en kennissen verkoopen, terwijl de opbrengst van den avond, na betaling der gemaakte onkosten, in de kas van de club zou gestort worden.

 

De maand November verliep, neen, vlóóg om.

De jongens hadden nog nooit van hun leven zoo gewerkt, nog nimmer na den welbesteden dag zulke leuke avondjes in het gymnastieklokaal met meester Spoor doorgebracht!

Zelfs Boet had het ijverig werken de heele maand volgehouden, en noch zijn lust tot het uithalen van kattekwaad, noch de bespottingen der Dwarskijkers, waartoe Karel Drup gelukkig niet meer behoorde, was in staat hem van zijn goede voornemen, om in elk geval een mooien prijs te halen af te brengen.

Het was ook meer een wedstrijd in ijver dan wel in knapheid, en Boet wou nu ook eens toonen, dat hij ook wel wat anders kon dan grappen maken. Wel kostte het hem enorme inspanning om de heele maand ijverig zijn werk te doen, maar hij hield ten einde toe

[pagina 164]
[p. 164]

vol, zonder één aanmerking gekregen te hebben.

En zoo naderde de dag van den Feestavond met rasse schreden.

's Middags was de gymnastiekzaal herschapen in een schouwburg.



illustratie

De jongens hadden hun tooneel opgeslagen. Werklieden hadden stoelen in lange rijen geplaatst.

Bijna alle kaarten waren uitverkocht.

Meester Spoor kwam alles eens inspecteeren.

Was het tooneel in orde? Was er water in het kleedkamertje? Ging het gordijn goed omhoog? Stond de bel op zijn plaats? Was alles present? Meester Spoor ging alles na, hier en daar liet hij de jongens nog wat veranderen,

[pagina 165]
[p. 165]

maar ten slotte haperde er niets meer aan en kon het feest van avond beginnen.



illustratie

Om seven uur al was meester Spoor weer present. Hij was nu keurig in het zwart, droeg een witte roos in het knoopsgat en een hoogen hoed. Deze stond op zijn hoofd, niet op het knoopsgat. -

Toon van Zijl kwam al gauw na hem. Piekfijn op z'n Zondagsch en de zilveren knoop op zijn blouse. 't Boekje, waar zijn voordracht: De Schipbreuk in voorkwam, had hij in de hand.

Langzamerhand kwamen ook de ouders en de vele familieleden en kennissen op dagen.

De zaal werd geheel gevuld.

[pagina 166]
[p. 166]

De heer Stipman, deftig in het zwart, opende de avond.

Als gewoonlijk sprak hij netjes en deftig, liet al de n's van de woorden duidelijk hooren. Wel was hij een beetje langdradig-saai in zijn rede, maar hij meende het toch goed en werd dan ook met een hartelijk handgeklap beloond.

Meester Spoor bracht de aanwezigen dadelijk aan het lachen door zijn grappige manier van vertellen en de leuke wijze, waarop hij de prijzen uitreikte.

Daarna droeg Gerrit Bouman zijn gedicht ‘Met z'n achten’ voor.

Dat deed hij heel verdienstelijk.

Het optreden van Boet en Maus in het openbaar was voor hen zoowel als voor de aanwezigen iets nieuws.

De meeste menschen verwachten er niets bijzonders van.

Er speelden zoo vaak kinderen een nummertje muziek op uitvoeringen.

Het zou dus ook wel weer niet veel zaaks zijn. Een beetje buikpijn-muziek.

Maar hoe geheel anders kwam het uit.

[pagina 167]
[p. 167]

Reeds na de eerste maten keken de menschen elkander verwonderd aan. Dan steeg de ver wondering tot verbazing en niemand had verwacht, dat het zóó mooi kon worden. Daverend applaus klonk door het lokaal, toen het uit was.



illustratie

Boet en Maus werden door iedereen gelukgewenscht.

Zij moesten nu eens hier, dan weer daar handjes geven.

Meester Spoor was trotsch op zijn jongen.

En de heer Stipman zeide deftig, dat Paul en Eva Pinkertonn kinderenn warenn met vele gavenn en talentenn.

Het is onnoodig om in bijzonderheden het verloop van den avond te volgen.

Alleen kunnen we nog even vertellen, dat Toon van Zijl zelf schipbreuk leed met zijn Schipbreuk.

Frits van Laren kwam met een verrassing

[pagina 168]
[p. 168]
voor den dag. Hij trad op als snelteekenaar en maakte o.a. een sprekend gelijkend portret

illustratie

van den heer Stipman, waar de heele zaal om schaterde.

Maar Boet had nog een extra succèsje

[pagina 169]
[p. 169]

met zijn voordacht ‘De Kleerenkoopman.’

Wat zag hij er zelf dwaas uit!

De menschen lachten zich tranen.

En daarna speelde hij met Maus de ‘Valse brillante,’ waarmee zij een schier nog grooter succes hadden dan bij het eerste stuk.

Vanaf dien avond hadden de Pinkertonnetjes in breederen kring naam op muzikaal gebied.

Tot laat in den avond bleef het gezelschap in de vroolijkste stemming bijeen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken