Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zomerloover. Deel 1 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zomerloover. Deel 1
Afbeelding van Zomerloover. Deel 1 Toon afbeelding van titelpagina van Zomerloover. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.44 MB)

Scans (78.15 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zomerloover. Deel 1

(1930)–Simon Abramsz.–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 106]
[p. 106]

19. Oostersche parelen.

I. de vrienden en het geld.

Zeker rijk Muzelman was sedert eenige weken ziek en verwonderde zich, dat sommige zijner vrienden hem niet bezochten.

‘Ze zien er tegen op, u onder de oogen te komen,’ zei zijn rentmeester, ‘want het geld, dat ze van u hebben geleend, hebben ze nog niet terugbetaald.’

‘Ga dan heen,’ antwoordde de zieke, ‘en zeg hun, dat ik hun alles heb kwijtgescholden en dat ik hen gaarne bij mij zal zien, om hun kwitanties te halen. Ik ben liever mijn geld kwijt dan mijn vrienden.’

II. de beleedigde derwisch.

Een der gunstelingen van een machtig sultan wierp een armen derwisch, die hem een aalmoes vroeg, met een steen. De beleedigde waagde het niet, den invloedrijken gunsteling zijn misnoegen te toonen, maar raapte den steen op en nam dien mee. ‘Eenmaal zal de dag komen,’ zoo meende hij, ‘dat deze zelfde steen mij van dienst kan zijn....’

Eenigen tijd later bemerkte de derwisch een ongewone drukte op straat. Naderbij gekomen, zag hij, hoe de man, die hem met den steen geworpen had, op een kameel gezeten, door de straten der stad werd rondgevoerd en aan de bespotting van groot en klein prijsgegeven.

[pagina 107]
[p. 107]

Het was duidelijk: de man was in ongenade gevallen en de sultan liet hem zijn verachting ondervinden.

De derwisch greep onwillekeurig naar zijn steen; maar - hij bedacht zich en wierp hem in 't water. ‘Dwaasheid,’ zoo zei hij, ‘zich te willen wreken op een machtigen vijand; maar laag en wreed, wraak te nemen op een vijand, die in 't ongeluk verkeert.’

III. de aanbrenger.

Sultan Mahumud, om een kleinigheid vertoornd op een zijner officieren, beval, dat men deze zou vatten en ter dood brengen. De veroordeelde, hevig verontwaardigd door de bittere gestrengheid en schromelijke onrechtvaardigheid van dit vonnis, schold, terwijl hij voorbij den Sultan werd geleid, deze voor onmensch en rechtsverkrachter.

Mahumud, die deze woorden niet recht had verstaan, vroeg eenigen zijner hovelingen, wat de man had gezegd.

‘Heer,’ sprak een der vizieren, die den veroordeelde liefhad en hem een erger lot besparen wilde, ‘hij zei: Allah heeft dengene lief, die zijn toorn bedwingt en onwillekeurige misslagen vergeeft.’

De sultan dacht even na en zei toen getroffen: ‘Laat dien man achterhalen en zeg hem, dat ik hem zijn straf kwijtscheld.’

Een ander der hovelingen echter, een vijand van den vizier, die den officier had gered, trad nu naar voren en sprak: ‘Heer, het betaamt den dienaar niet, zijn meester te misleiden, door de waarheid voor hem verborgen te houden. Daarom zeg ik u: De veroordeelde lasterde en

[pagina 108]
[p. 108]

verwenschte u, in plaats van de woorden te spreken, die u zoo welgevallig waren....’

Maar Mahumud zag den kwaadsprekenden hoveling toornig aan, zeggende: ‘De woorden van den vizier bedoelden het geluk van den officier en van mij; de uwe kunnen slechts dienen tot ons beider ongeluk; daarom is mij de onwaarheid van den vizier welgevallig, terwijl ik uw waarheid vervloek.’

J.J. Presters.

(Nederlandsch Magazijn).

Bladvulling.

Berijmde luifel-opschriften. (17e eeuw.)
 
Rachel beschreide haar kindje,
 
Hier verkoopt men melk bij 't pintje.
 
 
 
Mozes schreef de wet op twee tafelen,
 
Hier verkoopt men boekweite-flensjes, oliekoeken en wafelen.
 
 
 
David was klein en Goliath groot,
 
Nochtans sloeg David Goliath dood,
 
Hier verkoopt men rogge- en wittebrood.
 
 
 
Komt in huis, zegt uw gebrek -
 
Hier verkoopt men worst, saucijsen en spek.
 
(Jeroen Jeroense. Koddige en ernstige opschriften.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken