Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 3b. Apparaat (2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 3b. Apparaat
Afbeelding van Gedichten. Deel 3b. ApparaatToon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 3b. Apparaat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.46 MB)

Scans (30.82 MB)

ebook (25.16 MB)

XML (3.16 MB)

tekstbestand






Editeur

P.G. de Bruijn



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 3b. Apparaat

(2000)–Gerrit Achterberg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 1311]
[p. 1311]

Alfabetisch register van titels en beginregels

A

Aan de morgen is nauwelijks begonnen 1170
<Aan den dood> 164
<Aan den regen> 135
Aan handen ingeschapen, 221
Aan het roer dien avond stond het hart 33
Aanhalingstekens 601
Aanspraak 475
Aanstalte 1150
<Aanval> 251
<Aanwezigheid> 120
Aarde 201
Aardrijkskunde 366
Aarzeling 488
Accomodatie 205
Achter de Pyreneeën hurkt het beest 538
<Achter den dood> 165
Achter den dood verschanst 165
<Achter het einde> 59
Achter hooge boomen kwam een 19
Achtergebleven 56
Achternamiddag leeg en uitgeloogd 107
Achttien aminozuren waren 520
Acoustiek 905
Acrobate 501
Ad interim 1059
Adam 530
Afreis 581
<Afscheid> (Het was een avond in de winter - vuur) 32
Afscheid (Ik zie haar klein geworden schreden in de verte;) 54
Afscheid (Nu het weer is bijeen gebracht:) 480
Afspraak (De zomeravond en de dood zijn in de kamer) 443
Afspraak (Nu de lantarens aangaan in de schemer,) 262
<Afvaart> 33
Afval 482
Ajalon 855
Al deze goederen in de doode hand: 528
[pagina 1312]
[p. 1312]
Al deze zachtheid in mijn avondbed 77
Al sta ik in uw vleesch geaderd 549
Al wat nu waait is Januariwind 1282
Al zijt gij in onnoembaarheid, 473
Albast 432
Alle deurknoppen 290
<Alleen> 123
Alles zinkt van mij af, ik draag geen wereld meer 133
Als ik aan u begin te denken, 446
Als ik de draden onderzocht, 428
Als ik de naald zet op het eboniet, 370
Als ik Jean Giono lees krijgt het leven 631
Als ik met tante op de weg loop is het net 1049
Als op de 10e Mei moeders en meisjes gaan 1047
Als 't opendubben van de tulpen, 9
Als vele microben op ruiten en ramen 459
Alsof ik nimmer bij u sliep, 207
Altijd maar door... 6
Aluminium 417
<Ambacht> 152
Ambacht achter oogleden 152
Ambtman 271
Amethist 568
Anaconda 1169
Angriff 251
Anjers 448
Anti-materie 1266
Apostrophen 757
Aquarium 1070
Aquarium van licht 426
<Arbeidsvermogen van beweging> 293
Arbeidsvermogen van plaats 418
Arceering 489
Arenden 446
Armte, die over is: 482
Asbelt 643
Asbest 431
<Asyl> 278, 306, 309
<Asyl i> 325
<Asyl ii> 308
<Asyl iii> 350
<Asyl iv> 366
[pagina 1313]
[p. 1313]
Atoombom 567
Aureool 478
Aurora 999
Auschwitz 542
Autisme 909
Autoclaaf 755
Autodroom 550
<Autografie> 924
Autogram 476
Avond (Duldig staan in avondgrijzen) 3
Avond (Gij brandt in wolken op tegen het westen) 697
Avond (Het licht pulpt op de boomen,) 9
Avond van schapevacht en pauwenogen 899
Avondhemel, toegegrendelde geheimen 108
Avondkerk 3
Avondmaal 507

B

Baaierd 264
Baarmoeder 436
Backward 404
Baedeker 980
Bakeliet 435
Balans 254
Ballade van de gasfitter i 789
Ballade van de gasfitter ii 796
Ballade van de gasfitter iii 801
Ballade van de gasfitter iv 806
Ballade van de gasfitter v 810
Ballade van de gasfitter vi 813
Ballade van de gasfitter vii 816
Ballade van de gasfitter viii 823
Ballade van de gasfitter ix 826
Ballade van de gasfitter x (Op elke drempel staat een flatbewoner) 832
Ballade van de gasfitter x (Van alle kamers gaan de deuren open) 844
Ballade van de gasfitter xi (De gasfabrieken draaien op hun as) 847
Ballade van de gasfitter xi (Na jaar en dag hervinden wij de fitter) 836
Ballade van de gasfitter xii (Het hoofdbestuur van 't christelijk vakverbond) 852
Ballade van de gasfitter xii (In 't eind sloten zijn ogen zich voorgoed) 840
<Ballade van de gasfitter xiii> 836
<Ballade van de gasfitter xiv> 840
Ballade van de tijd 1261, 1262, 1263
[pagina 1314]
[p. 1314]
Ballade van de winkelbediendei 730
Ballade van de winkelbediende ii 731
Ballade van de winkelbediende iii 732
Ban 593
Bazalt 437
Beau lieu 1133
Bede 202
Beelden van Zadkine stonden moeders daar 1206
Begrafenis op Westduin 930
Bekeering (God scherpt zijn wet op deze steen,) 363
<Bekeering> (Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Heere Jezus,) 360
<Bekeering i> 360
<Bekeering ii> 363
Bekend geraakt bij honderdduizend man, 1081
Beklemrecht 528
<Belijdenis> 85
<Bendien> 458
Benjamin Franklin-hoofd. Braamzwarte oogen 269
Bergwandbewoners met rotskiezelogen, 692
‘Beumer & Co.’ 190
<Bevrediging> 72
Bevroren zomeravond uit de bus 764
<Bezinning> (De dingen zijn nu zoo dichtbij dat ik) 126
Bezinning (Heen zijn, vers worden en verblijven) 184
Binnen de engelen, een wolk aaneen, 915
Binnen het stugge duister van den dood 181
Binnen u, o lied, kan het niet hinderen, 305
Binnenhuisarchitectuur 248
Blauw 429
Blauwe toornruit, waar 'k u dood in sla 994
Bloed 150
Bloed, drinkplaats van engelen en hinden 150
<Bloedgehalte> 291
Bloedwraak 664
Bloei (En het gras lispelt naast het gras) 408
<Bloei> (Ik bloei van binnen met de dood tot bloem,) 122
Bloei (Vogels blijven ontwaken) 216
Bloeiende anjelieren in de nacht 448
Bloem 424
Bloemen 149
Bloemen, waarin wij bloeien zonder bodem, 149
Blokkeering 543
[pagina 1315]
[p. 1315]
Blijf in mijn oogen, die u zien, gelooven 181
Boelhuis 1285
Bolero van Ravel 187
Bolwerk 195
Bomen die buiten zijn, een nacht vol blad 912
Bomen, die uit het beeld bestaan, 674
Bomen [stonden] het water in te spoken 1301
Borsten rijzen als sterren in 413
Boven dit eindeloos moeras: 187
<Branding> 327
Brei 431
<Bron> 298
Brons 422
<Brood en spelen> 1017
Brood en stenen 1017
Bruid van den dood, gij zijt geschonken 394
Bruidegom 563
Bruidslied 394
Bruiloft 597
Bruiloftslied 220
Buiten valt zijdeachtig licht naar binnen 1150
Buitengoed 1019
Burcht 420
Bij een zondagnamiddagwandeling 1133
Bij het verlaten luisteren naar radio beneden mij 79
Bij het weerzien valt niets aan je te merken 1261
[Bij nacht] komen de vuilnismannen vegen 1277
Bij perioden was hij demon en weer dichter 130
Bij 't krieken van de dageraad op pad, 816
Bijeen te dichten, woord na woord, 487
<Bijenkorf> 945

C

Camera Obscura 471
Cartering 733
Cartografie 502
Castrup 577
Cataclysme 1083
Cel 278
Cellophaan 426
Celluloid 436
<Centrifuge> 292
[pagina 1316]
[p. 1316]
Chanson triste 285
Chaos 213
Chauffeur 1211
<Cherubijn> 387
Chrysoliet 692
Cirkel 189
Citroenen uitzicht in de gele tram 387
Clair-obscur 881
Claude Monet 484
Close-up 402
Code 505
Code civile 384
<Cogito ergo sum> 526
Columbus i 247
Columbus ii 248
Complementair is het de vaste som 1225
Complementariteit i 512
Complementariteit ii 513
Complementariteit iii 514
Complementariteit iv 515
Comptabiliteit 994
Concave 502
Conjugatie 903
Conserven 496
Constante 466
Contact 190
Continuïteit 495
Contract 187
Contrapunt 883
Convexe 497
Corrosie 401
Creatie 510
Crêpe 432
Critische massa 1265
Cross-country 1174
Cumuli 915

D

Daar in de blauwe lucht 4
Daemon 385
Dag, laat mij over aan de nacht 1024
Dagboek 463
[pagina 1317]
[p. 1317]
Daggelder 878
<Daimon> 385
Damascus 502
Dan ben je bijna een bol 501
Dan, op klaarlichte dag bij u aan 't werk, 796
<Danaïde> 328
Danaïde van Rodin 328
Dans (De blanke vloeren van den morgen drijven) 394
<Dans> (Ik blijf u binnen mij bereiken) 178
Dat het hier dag zal worden zonder mij... 581
Dat nimmermeer de dag ontvonke: 445
Dauw 11
Dauw legert om het huis de ganse nacht 1291
De aarde draait met uw graf om haar as 189
De armen hangen als lianen neer 270
De avond heeft een achtergrond van groen 1037
De avond houdt de lauwe vlag 56
De avond krijgt metaal om zich te sluiten 1094
De avond laat zich met mij in 242
De avond ligt in flessengroen gesloten 574
De avond overmant uw dood 319
De avond valt grondzwart onder de sterren, 78
De avonden gaan in u neer 233
De bergen dalen bij mij in met treden, 883
De bevende binnenkomst 327
De binnenzoomen van den dood 287
De blanke vloeren van den morgen drijven 394
De blikken van voorbijgangers braveren 958
De bloemen van uw leven bloeien nog 424
De bomen waren tot een staalgravure 666
De bruid zingt 102
De buitenmuren van uw dood verrezen 522
De circulatie van uw roerend goed 543
De collaborateurs, de snorkers van vandaag, 1048
De dag heeft in de verte aan u deel 780
De dag is als een lei, dof en gewoon 1273
De dag is buiten u begonnen 285
De dag schiet vol aparte ogenblikken 1232
De dagen gaan uit u verloren, 247
De dagen hebben bladeren gekregen 467
De deur had geen geluid gegeven; 255
De dichter is een koe 148
[pagina 1318]
[p. 1318]
De diepten van de warenhuizen in 943
De dikke dronken zwermen van gevoelen 530
De dingen hebben een naamgenoot 498
De dingen komen nu vertrouwlijk bij de sêrre: 487
De dingen zijn nu zoo dichtbij dat ik 126
De donkere morgenregens 160
De dood brandt u uiteen 326
De dood deed ons uiteen 645
De dood is om, gij buigt 501
De dood laat geen gedicht meer toe 162
De dood schokt zijn kristallen in mij vast 405
De doode regen heeft de plaatsen aangetast, 74
De doove wind staat om de blinde muren 43
De droeve dag nog nauw geboren 5
De dubbelzinnigheden, 469
De duidelijke dr of Geharrewar met Zeydje 1309
De engelen hebben zich aan u gehecht 448
De gang naar 't graf is zoo langzaam, 6
De gasfabrieken draaien op hun as 847
De gek en de spiegel 143
De gouden morgen waast tot werklijkheid 653
De groene duiventil voor ‘Mon trésor’, 1258
De grond heeft droom gehouden waar gij ligt 514
De gruwelen van Dachau hangen tegen 637
De hanen kraaien onraad, simultaan 687
De haringvrouw was vriendelijk vandaag 1305
De helling schuift met bloemkastelen dicht 751
De hemelen houden mijn gelaat geloken, 70
De herfst wordt weer met boomen geel en rood; 516
De holle vaten van het najaar klinken 1289
De honden in mijn hoofd 334
De huisbewaarder van het hol kasteel 1257
De huizen staan zo doodstil thuis 646
De huizen staan zoo doodstil thuis 83
De kamer kraakt met kreten in het hout 555
De kelder van de morgen ingedaald, 956
De kerken ochtend bouwt 437
De klok regeert de kamer 34
De klok verheft en daalt 384
De koudepunten van uw dood 359
De krachten, vrijgekomen met uw dood: 527
De lagen van uw huid 492
[pagina 1319]
[p. 1319]
De lauwe visschen van de warme morgen 544
De lente en de dood gaan saam 26
De levenskracht die gij eenmaal bezat 505
De liefde 7
De Liefde komt mij ingehouden nader 7
De maan heeft u vannacht bekend gemaakt 681
De maan heeft u vannacht bestraald 264
De maan houdt u omhoog 434
De mantel dood is om mij heen 186
De mens is voor een tijd een plaats van God 987
De middag maakt een blauwdruk van de stad 973
De morgen heeft vaste onderdeelen 297
De morgenmerel gorgelt 381
De morgens stonden hecht 215
De nacht doet nog geen oogen dicht 420
De nacht is in de hond en in het huis 735
De nacht liet het verlies in droom genezen 201
De nacht wordt transparant als een septembermiddag 137
De nachten doen u langzaam in elkaar, 877
De naden der natuur komen weer bloot 1283
De nederige dagen van November 1068
De ogen glanzen en de wangen gloeien 938
De oogen, uitgezien, zijn hard en bitter 133
De radio-engelen zingen 442
De regen deelt het donker hart 24
De reiger 4
De rubber van uw leven rekt zich uit 497
De ruilverkaveling [heeft] aangevangen 1296
De ruimte, die u verliet, 303
De schemer tekent u ten voeten uit 1025
De schemer valt als grond 464
<De slag> 29
<De slaper en de dood> 41
De sneeuw daalt in uw schedel neer: 437
De sneeuw voedt het plafond met wit, 683
De spoorbaan langs, onder het viaduct 537
De stad 143
De stad is overvol van uw microben 453
De stad staart in de stad 143
De steendeuk zit nog in de vloer 855
De steenen merken u van deze straat 494
De stille motten hangen om de lamp 727
[pagina 1320]
[p. 1320]
De stille muren van de mist verrijzen 1305
De stilte staat geheiningd [door u heen] 1287
De stilte staat geschilderd in de straat 952
De stormen nemen toe, de avond 58
De straten doen zich voor, 269
De straten zwierven met het sneeuwen mede, 53
De strenge grenzen van den dood 391
De torens hadden een stilheid bereikt 60
De tranen over Gerard Temme zijn 860
De tuinbaas, met zijn valse bakkebaarden 1127
De tijd hangt naar u toe 494
De tijd vouwt u naar binnen 434
De verdronkenen (Hun hoofden hebben zij bijeengelegd) 99
De verdronkenen (Misschien zijn ze niet meer voorgoed verdronken,) 231
De verlaten reiziger 5
De verlaten reiziger 5
De verloren zoon 94
de 4 is vierkant manlijk 354
De vliegende Hollander 268
De vroegte van mijn leven, die ik wedervind 113
De vruchten in de hof hadden zich stil bezonnen 111
De wateromval bruist 380
De weg is ochtenddicht. Mijn fiets rijdt snel 563
De wegen liggen in een reis. Wij gaan 853
De wereld houdt met u bemoeienissen 874
De wereld is vergaan 35
De wereld over mijn jeugd gaat weer dicht 1300
De wereld wordt van binnen een meloen 668
<De wil der wegen> 64
De wind en haar kleeren lagen nog saam 59
De wind heeft het leed vernield 488
De wind heeft zich verkoren 277
De wind in de winterhagen 242
De wind is deze nacht weer lang, 407
De wind laat in mij leeg 499
De wind laat in zichzelve binnen 185
De wind lacht... 4
De wind staat in de eiken als een zee 570
De wind vertelt het zonder het te weten 542
De wind waait, wijd 4
De witte boomen van het paradijs 476
De witte tocht 44
[pagina 1321]
[p. 1321]
De wolken hangen in een net van licht 582
[De wolken staan verjaard] in het toneel 1287
De woorden, die ik noodig heb 413
De wijlen dat zij het verkoos 167
De zaterdag staat nog helemaal open 1299
De zomeravond en de dood zijn in de kamer 443
De zomerwind verwekt u uit het niet, 436
De zomerwijn klimt in de beken en de boomen, 112
De zon hangt [portretten aan de bomen] 1288
De zwijgende rivier 5
December 239
Deez' klok, die tijden mat in kleine meting, 8
Deïsme 987
Déjà-vu 786
Delphi 261
Democraat 555
Den Haag, stad, boordevol Bordewijk 977
Den rooien loozer van mijn zaad 11
<Densiteit> 295
<Deoïde> 507
Depersonalisatie 1111
Des morgens kruipt een beest van vrees 166
Descartes 526
<Deur> 341
Deurwaarder en afslager zijn gereed 1285
Devaluatie 525
Deze menschen hebben een rust bereikt, 89
<Deze morgen...> 166
Deze nachtregelen zijn voor u, 79
Diagnose 487
Dialoog 213
Diana 1122
Diaspora 473
Dicht bij de dingen die u kennen 230
Dichter 212
Dichtgemetseld in mist zijn de vogezen 1291
Dichtkunst 530
Die kalmte sloeg mijn oogen dicht 65
Die morgen, door het land van Jeanne d'Arc, 695
Die nacht kwam ik alleen nog maar te weten, 813
Die van het lichaam niet meer weet, 476
Dief 555
[pagina 1322]
[p. 1322]
Dien avond kwam ik later dan gewoonlijk 245
Dien dooden zomeravond aan het raam, 102
Dien nacht stonden machines in het donker 134
Diep in de deken van de tijd 457
Diep in de kelders van het onbekende 755
Diep in de middag wordt het licht secuur 864
Diep [vat van honig] de herinnering 1288
Diepgang 483
Dies irae 1262
Dingen die weggeworpen zijn, te oud 643
Directeur (Gij telt) 461
<Directeur> (Vanmorgen heb ik hem zien fietsen door de lanen) 376
Distantie 396
Distillatie 397
Dit is de idylle van het nichtje op bezoek: 115
Dit is de ruimte rond 383
Dit is de winter doodstil in elkaar 452
Dit is het blinkend loopen 62
Dit is het leven, veilig en voldaan 561
Dit is het verst gegevene van u: 201
Dit is uw aarde: 201
Dit van u afgestroopt heelal 438
Dit wordt niet meer door u gehoord: 183
Dit zijn de herfsten met de lange grassen 409
<Dodenherdenking i> 1047
<Dodenherdenking ii> 1048
Don Quichot 251
Donker op donker lig ik opgetast 107
Donkere schilderijen van de nacht 881
Dood 6
Dood in, dood uit verspil ik u 268
Dood, in mijn donker drijven 235
Dood paard 275
Doodbeeld 541
Doodbloei 189
Doode, gij zijt verdeeld 475
Doode, ik ben bedorven 244
Doode, van lichaamswege 258
<Doodendans> 162
<Doodenwacht> 75
Doodlied (Bijeen te dichten, woord na woord,) 487
Doodlied (Lied van den dood,) 205
[pagina 1323]
[p. 1323]
Doodovertroffen staan de nachtbomen 745
Dooi 263
Dooiwater in de Mei 507
Door de kieren van de morgendeuren 264
Door een chauffeur omver gereden 83
Door eenzaamheden in woestijn herschapen, 536
Doornroosje 511
Doozen van voor uw dood 371
Dorp (De wateromval bruist) 380
Dorp (Ik wandel op een ansichtkaart) 535
Dossier 419
Draaiboek 1108
Draaideur 556
Dracht 447
Drieluikje voor Jany 1263
<Drievoudig verbond> 20
Dronken nachtliedje 83, 646
<Droom> 164
<Droomballade> 67
<Droomgebruik> 323
<Droomgericht> 34
Droomlot 741
Droomschuim 272
Droomschuim was deze nacht 272
Druïde 261
Dryade 1117
<Du vieux Doelen> 958
Dualis 445
Duel 478
Duistere cijfers in zijn brilleglazen, 1130
Duldig staan in avondgrijzen 3
Dun glas tussen de bomen uitgespannen 1303
Duur 219
Dwalend onweidelijk door bos en beemd, 1174
Dwingelo 1145

E

Ebenhaëzer 1086
Ectoplasma 569
<Eelco> 540
Een brakke droom vannacht: je nichtje had omstandig 219
Een bijna blind verleefd gedacht 185
[pagina 1324]
[p. 1324]
Een, die zichzelf niet meer bezit, 320
Een doelgehouden immerheid 466
Een dorpsstraat in de middag, wezenloos 1005
Een engel, die de aarde niet meer ziet, 336
Een gele achterstand van licht 262
Een gloed, die rozerood 432
Een hemel uit de tijd der romantiek, 1085
Een hooge, harde loop over de steenen 551
Een kamer in de maan 422
Een kou die mij herinnert dat ik niet zal sterven, 80
Een lichaam, blind van slaap, 370
Een lichaam door geen lied te deren 411
Een lichaam, liggend in de najaren 93
Een mist om te bezitten, 430
Een naam van iemand die niet meer bestaat 575
Een nieuwe stof is uit uw dood ontstaan, 397
Een oreade, bergen, die ik ken, 1248
Een oud en donker schilderij 58
Een schuine muur van sneeuwen 62
Een stoet van aanbeeldwolken brengt de stille 1223
13 498
Een uitgeput geheim 195
Een vereenzelviging van taal en dood 259
Een weeke maan, bijna om uit te wisschen, 484
Een witte nevel hangt boven het veld 1182
Een zoet ontsteld zijn dagelijks, 266
Een zonneschimmel hangt in 't eikenbos, 664
Eenheden van den dood 251
Eens stond uw adem in mij stil 35
<Eenzaamheid> (O ruiten mijner eenzaamheid) 51
<Eenzaamheid> (Weenen is even eenzaam) 38
Eeuwigheden van mond en schoot 180
<Eeuwigheid> 80
<Eigen zee> 305
<Eigenaar> 343
Eigendom 393
Eigening 391
<Eiland der ziel i> 35
<Eiland der ziel ii> 37
<Einde> 82
Eindelijk is het kleine lek gedicht 806
Eindmoraine 401
[pagina 1325]
[p. 1325]
Eindpunten op het land hebben de tijd 1002
<Eine kleine Nachtmusik> 87
Einstein 491
Elckerlyc 645
<Electrolyse> 516
Elke zaterdag stuurt de Boazbank 1169
Elpenbeen 422
Email 430
Embryo (Ik kan nog niet geboren zijn) 450
Embryo (Onder den morgen liggen wij bijeen) 317
Embryo (Oorsprong, die ik bereik,) 348
Embryo ii 387
Embryo iii 389
Emmaüs 350
En de blaren brengen bij tusschenpoozen 76
En het gras lispelt naast het gras 408
<En Jezus schreef in 't zand> 508
En route 871
En zoo ik mij nog vergis, 209
Energie 472
<Engel> 336
Engel van aluminium, 417
Engelien Hartveld-bos. Eerste symptomen 1090
Equinox 735
Er hangt in mij een vleermuis van geduld, 218
Er is een mensch in mij geweest, 447
Er is een sneeuw begonnen in de straat 591
Er is een wenschen, dat ik kus met mijn gedachten: 113
Er is geen baan voor uw beweging 502
Er is geen plaats om over u te weenen, 254
Er is geen wederkeer uit dit gedicht, 382
Er is in zee een coelacanth gevonden, 928
Er is naar u geen vingerwijzing meer 1241
Er komen gouden randen langs de wegen 599
Er komen lege stukken in mij staan, 1043
Er komen zieke plekken in de boomen 568
Er liggen parels in uw huis 383
Er ligt een jongen in de lucht, languit, 730
Er ligt in de zon een vrouw te lachen 24
Er staat Verdemen, aan de spoorlijn van 641
Er trilt een snaar 6
Er waren vaste kernen in uw huis 323, 400
[pagina 1326]
[p. 1326]
Er woonde liefde diep bij u in huis 672
Er wordt om mij geroepen: 284
Er zijn geen data in uw dood 491
Er zijn stille strijden in mij ontstaan 44
Er zijn vannacht vogels overgegaan 728
Erbarmelijk geboren, 375
Erfdeel 258
Erfvijand 717
Ergens moeten uw handen nog bezig zijn 414
<Erker> 545
Étalage 371
Ets 666
Euclides 584
Evenwijdig aan deze schreden 173
Excentriek 525
Exil 268
Extemporeetje 565
Ezelkarke; 't jonkske ‘ho!’ roept, 8
Ezelke 8

F

Fait accompli 1094
<Fall-out> 720
Fantoom 200
Fata morgana 207
Fatum 264
Film 496
Film over het graf 496
Flash-back 1094
Fluistering tussen ons in, grondwind 867
Foetus 561
Folklore 1114
Formule in den morgenstond, 261
Fotografie 369
<Fotogram> 515
Foxtrott 372
Franciscus 260
Fructidor 668

G

<Galeries modernes> 943
[pagina 1327]
[p. 1327]
<Gang> 173
Ganzebord 497
Ge zijt bij stroken in de mist betrokken 1140
<Gebed> 243
Gebed aan de schrijfmachine 267
Gebed aan de stof 241
Gebed aan God 243
Gebed aan het vuur 241
Gebogen over haar zorggebied, 214
Gedaante 225
Gedicht, ik moet u baren in 't bestek 532
Geduld 218
Geef mij te eten van uw brood; 231
Geen dood ontstaat in het getal, 398
<Geest> (Blijf in mijn oogen, die u zien, gelooven) 181
Geest (De wind laat in zichzelve binnen) 185
<Geheel den dag...> 46
Geheel den dag hebt gij mij gaande gehouden, 46
Gehenna 769
<Gekwetst...> 88
Gekwetst in de onuitspreekbaarheden, 88
Gelaat 413
Geladen uit den dood 233
Gelakte aanblik uit de ramen 676
<Geloof> 71
Geluiden dooven in geluiden 91
<Geluk> 167
Gemeentereiniging 956
<Geologie> 366
<Gerard den Brabander> 296
<Gerzon> 938
Gevecht 264
Geweken uit de wereld van vandaag, 572
Gezegend zij het brood 260
<Gezicht> 78
<Glas> 337
Glazenwasscher 380
Globe 383
Gobelin 647
[God heeft u elke dag] voor mij vervroegd 1278
God in den hemel, beesten van menschen 367
God scherpt zijn wet op deze steen, 363
[pagina 1328]
[p. 1328]
God zal hem eindeloos goedgunstig blijven, 324
Golf 223
Gorge de Loup 888
Goudvissen, een phalanx van schijn, 1070
Goya, luguber zijn uw creaturen 539
Graalridder 151
Grace Moore en Engel zijn nu samen as 577
Graf 276
Graflegging van een oud vriend 149
Grafschrift (Laat mij dit oversterven) 144
Grafschrift (Van dood in dood gegaan, totdat hij stierf) 158
Grafwinkel 925
Gramofoon 370
Graniet en gneis glimmen in u, 437
Gras... en voorbij het grazen 148
Gravure 1085
Grint 773
Groen 429
Groeten uit Neede 599
Grootgrondbezit heeft u veilig gesteld 1113
Gruis 400
Gummi 438
Gij brandt in mij uw eindeloosheid op 627
Gij brandt in wolken op tegen het westen 697
Gij breekt tesamen als beschuit 603
Gij die ik heb gekozen buiten deze 93
Gij die mij voert... 93
Gij diept de dood in het verborgen uit, 220
Gij dringt door alles heen: 342
Gij gaaft het huis de stilte 486
Gij gaat in alle delen bij u dood 1083
Gij gaf uw leven in mijn hand: 259
Gij gist in mij met ongestorvenheid 495
Gij hangt alleen met draden aan elkaar 515
Gij hebt alleen gemiddelde gehouden 920
Gij hebt de dingen doorgedeeld 533
Gij hebt de huizen achterom bereikt 789
Gij hebt een voorsprong in het niet 404
Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Heere Jezus, 360
Gij hebt hoeveelheid aangenomen, 525
Gij hebt mij nagelaten 224
Gij hebt u uit mij weggenomen 548, 615
[pagina 1329]
[p. 1329]
Gij hebt uw kussen koel gemaakt 323
Gij hebt uzelve in mij losgesteld 655
Gij hebt uzelve saamgesteld met dit, 477
Gij hield uw doodgewicht en dode hoek 701
Gij hoeft alleen maar bij mij terug te keren 649
Gij kunt mijn naam doen schrappen uit de burgerlijke stand 384
Gij kunt op een toneel naar voren treden 1226
Gij kunt u nimmer overgeven 445
Gij laat mij tot de steenen toe 276
Gij licht in mijn geheugen op 255
Gij ligt in craquelé verloren 504
Gij ligt niet meer zoo dicht opeen 465
Gij loopt nu snel uiteen: 402
Gij nam zelfstandigheden aan, 526
Gij repeteert u als een breuk, 500
Gij staat aan elke plaats in mij voldongen 1055
Gij staat uzelve af aan de omgeving 543
Gij stondt met een hoog hopen 31
Gij telt 461
Gij, uit gedichten opgebouwd, vertelde 1299
Gij viel in korrelen uiteen, 401
Gij waart mij nauwelijks nabij 38
Gij wist, dat ik niet anders was, 85
Gij wordt u nog alleen door mij gewaar, 512
Gij zakt tot aan uw enkels in de steenen 528
Gij zijt aan het bestaande tegenstrijdig 584
Gij zijt aan mij gebonden met het al 418
Gij zijt bij míj den nacht, den dag, den nacht 120
Gij zijt den grond gelijk gemaakt 184
Gij zijt geheel uiteen gegaan en liet 541
Gij zijt in kou geklonken; 268
Gij zijt met zooveel schemer heengegaan, 37
Gij zijt niet gangbaar meer, 435
Gij zijt niet langer individueel 639
Gij zijt uzelve voor 467
Gij zijt voorgoed verloren 198
Gij zijt weer toegevoegd 351

H

Haar afzijn 7
Hallucinatie 1025
Halo 627
[pagina 1330]
[p. 1330]
Hameln 528
Handen 414
Hangkast 569
Heb ik mijn hoofd nog in mijn hand, 278
Hebt gij volgorde nog 470
Hecate 1182
Hechting 448
Hedennacht heb ik bij je verwijld 369
<Heelal> 67
Heen zijn, vers worden en verblijven 184
Heilige Hecate, daar ben ik dus 1188
Heimwee 260
Hel naar mij over als gij kunt 499
Hélicoptère 738
Henry Rousseau 154
Heraldiek 747
<Herboren> 61
Herculaneum 262
Hercules Seghers 452
Herdenken 482
<Herfst> (Eeuwigheden van mond en schoot) 180
Herfst (Roestbruin wordt deze herfst) 345
Herfstgedachte 5
<Herinnering> 74
Herinnering, eengroote hommel, gaat 457
Herinnering en dood 321
Herinnert gij u nog het zoete uiten 412
Hermetisch huis 295
<Herschepping> 35
<Hersenschim> 326
Hersenschors 437
Herzelving 535
Het ademlooze 197
Het begon zacht te regenen bij u 446
Het beste glas staat in het volgende café, 296
Het beste van voor jaren dringt vanavond tot mij door 449
Het blauw, dat aan de hemel bleef, 477
Het blauw is in de lente aan 't gebeuren 536
Het blauw van deze maand kan u bereiken, 429
Het blinde komen 158
[Het bos is in het vers teruggegroeid] 1284
Het bosch drijft op een hooge zee van dauw 11
[pagina 1331]
[p. 1331]
Het donker, dat u dekt, 304, 396
Het eiland der ziel i 35
Het eiland der ziel ii 37
Het fluisterbosch 287
<Het gericht> 34
Het grint in van mijn jeugd, de kiezelstenen 773
Het groot horloge is al in de straat 1263
Het heilige gebeurt. Ik heb geraakt 589
Het hoofdbestuur van 't christelijk vakverbond 852
Het huis [draagt] weer een roos achter het oor 1286
<Het huis is leeg> 161
Het huis is leeg, uit het hooren 161
Het huis [staat] voor mij uit zijn jaartal op 1290
Het hunkerings hoogrood 10
Het is de morgen nog van ommekeer 1302
Het is dezelfde December 239
Het is een bruiloft; allen bij elkaar 597
Het is een nacht van huid 438
Het is misschien niet meer te zeggen, 265
Het is op deze aarde allerwege 226
Het is van zijnen heer, al wat hem is gegeven 128
Het is Zondagavond in Avereest 306
Het land gaat liggen in het blauw vandaag 999
<Het land wordt ingekort...> 88
Het land wordt ingekort op dood en dierbaarheden; 88
Het late, late winterpark 14
Het leger 56
Het leven ligt te bloeien aan haar wang 553
Het leven loopt in droomen dood 42
Het leven zegt: ga met me mee, 213
Het licht is uit u weggegaan, 224
Het licht pulpt op de boomen, 9
Het lied om doodswil 50
Het luistert aan uw dood; ik luister mee 905
Het meisje en de trom 559
Het meisje en de tijd 378
Het najaarsgoud is uitgebroken tegen 1237
Het namelooze... 99
Het namelooze, doelverlatene van dit: 99
Het onweer 140
Het open raam, de lente die ik drink, 410
Het oud aroom dat om de dingen hing, 891
[pagina 1332]
[p. 1332]
Het raam is dood aan deze kant 496
Het ruischt van morgenstond tegen mijn slaap 544
<Het schilderij> 58
Het schooiertje 8
Het schuldig lied 66
Het schijnt verleden week in Amersfoort 1111
Het spel, dat kranke zinnen spelen, 48
Het tweede meisje gaat met de chauffeur 1211, 1217
<Het vuur> 66
Het vuur, waarin gij nu verkeert, 472
Het ware beter, dat ik voor hem was gestorven, 246
Het was een avond in de winter - vuur 32
Het was een nacht die in mij overwoei 27
Het was vannacht een vrouw, ik wist niet wie, 444
Het weer is goed 534
Het witte van de kaart gaat voor ons open 733
Het wordt mijn laatste, grootste avontuur: 119
Het zachte water, dat gezonken staat 786
Heul 277
Hevig hart van lampen in kristallen keelen, 92
Hier is het nog aanwezig, 98
Hier kan de geest de stof direct bereiken 689
Hier ligt het grafje, met de zoden glad 636
Histologie 760
Hoe hoger of ik stijg hoe groter wordt 826
Hoe keer ik zoo in uw geheimnis weer? 53
Hoe kwam ik weer in mijn dijen te staan? 566
Hoe ook de schikgodinnen u onthemen, 1165
Hoe ver ligt in mijn hoofd uw beeld 494
Hoe zal nu in het huis de stilte zijn 378
Hoe zijn mij ingevallen, 223
Hoe zijt gij vergaan, o lieveling, 43
Hoeken met huisgeheimen 190
Hoofd werd verlangens edelste existenz 12
Hoonte 549
<Hoop> 75
Hoorbaarheid 403
Hoornik 637
Horeb 1201
Houthakkers, die zich in het bosch verklikken 511
Houtsnede 240
<HTM> 952
[pagina 1333]
[p. 1333]
Huid 434
Huis 196
Huis, ik bewoon u nog 196
<Huis. Ode> 209
Huisbewaarder 1257
Huisknecht 1123
Huisteederte der morgen, 202
Huiszoeking 651
Huizen waar ik woon gaan onder, 385
Hulsel, van licht ontladen, 221
Hulshorst 97
Hulshorst, als vergeten ijzer 97
Hun hoofden hebben zij bijeengelegd 99
H.v.B. 196
Hij die het spoor verloren is 414
Hij gaat geagiteerd portieken in 966
Hij heeft het vat der Danaïden eindelijk gevuld, 456
Hij is ineens van hout 275
Hij kent zijn bomen al na zestig jaar 1010
Hij laat zichzelve leunen in het licht 380
Hij legt het spantouw om de pooten van het beest 139
Hij ligt met vrouwen in de bosschen te hoereeren 454
Hyade 1223

I

Ichthyologie 928
<Identiteit> 653
Iedre winter blinder, 12
Ik ben al lang Napoleon geweest, 345
Ik ben alleen met lied en wind, 122
Ik ben bij u gekomen, binnendoor 623
Ik ben de dunne zijde om uw huid 409
Ik ben de zwakke plek in het heelal 769
Ik ben een ei in 't midden van voorheen 558
Ik ben een man geworden met twee lijven, 595
Ik ben een staande Friese klok, 635
Ik ben gaan zoeken naar het laatste woord 261
'Ik ben geen lichaam meer 601
Ik ben geheel terug gekeerd 61
Ik ben haast heelemaal dood; 402
Ik ben het bitter overschot, 200
Ik ben het, boven aan mijn keel; 597, 645
[pagina 1334]
[p. 1334]
Ik ben niet langer bang meer voor een ander 720
Ik ben uw richting in den dood 419
Ik ben van binnen kind, 449
Ik ben van zooveel glas, 337
Ik ben vannacht doortrokken van uw leven 391
Ik ben voor u het laatste oponthoud, 522
Ik beproefde u op bloed en nacht 49
Ik bloei van binnen met de dood tot bloem, 122
Ik blijf met u verbonden 333
Ik blijf u binnen mij bereiken 178
Ik blijf u met dit leven overtreffen: 275
Ik dacht bij haar te vinden wat ik zocht 534
Ik deel u met de dood 466
Ik denk aan u 80
Ik draal ter deure van mijn eigen duister huis 18
Ik droomde dat zij bij mij zat en met mijn handen speelde 132
Ik durfde niet omzien, doch wist dat het er was: 534
Ik en de straten 10
Ik ga de morgenkamer in: 256
Ik ga iedere morgen ten gronde 308
Ik ga naar de stations waar de atomen zweven 120
Ik haal u in met achterstanden 497
Ik had met u terug willen gaan 23
Ik hang mijn jas op aan de kapstok naast de deur 263
Ik heb de grond onthouden waar wij waren; 106
Ik heb de linde heilig doen verklaren, 1117
Ik heb de sneeuw teruggevonden, laat 625
Ik heb geen ander bloed dan dit, 263
Ik heb geen naam tusschen u noodig en mijn eer 115
Ik heb mijn lichaam dubbel lief 288
Ik heb mijn lichaam prijs gegeven, 102
Ik heb mijzelve met mijzelve waargenomen 143
Ik heb naar je gevraagd vannacht 489
Ik heb u in de bossen teruggebracht, 1139
Ik heb vannacht met u gewandeld 406
Ik heb vannacht nog met hem afgerekend, 717
Ik herkende u uren er na 43
Ik hoor de treinen weer als vroeger fluiten; 1038
Ik hoor zingen in de wonderen daarbuiten 760
Ik houd u dicht van binnen 493
Ik houd u in beraad 533
Ik kan alleen woorden ontmoeten, u niet meer 335
[pagina 1335]
[p. 1335]
Ik kan de morgens enkel in, 225
Ik kan met deze grovere organen 341
Ik kan niet denken aan de doodgewonde 313
Ik kan nog niet geboren zijn 450
Ik kan u blijven herontdekken 1154
Ik kan uw hart vernemen 222
Ik ken u niet dan in de naaste dood, 545
Ik kwam een vrouw tegen van J. Bendien, 458
Ik kwam vandaag de jachtopziener tegen 1120
[Ik laat de avond in u] overstaan 1286
Ik laat de avond sterven 337
Ik leef bij dezen als het vuur: 66
Ik leef van binnen eender met u door 515
Ik liep met Mok gelukkig op de brink 581
Ik lig aan u te denken in de dood 415
Ik lig in weerdood, buiten regent het 217
Ik loop door uw gelaat van grond en land 725
Ik loop in doodvacantie door den Haag 933
Ik loop in schilderijen rond 472
Ik loop weer vol met mos en ander kruid 1289
Ik moet de doode sporen volgen 283
Ik overleef u met het doel 492
Ik raak de tijd in 't vore, toekomst is 516
Ik rijd weer aan de voet van het heelal 1250
Ik schrik wanneer mijn naam weerklinkt, 325
Ik sprak alleen tegen uw mond 292
Ik sta hier te vergaan, terwijl de wegen 630
Ik sta met u in scène 465
Ik sta verslonden van het oogenblik 512
Ik toef in schemer aan de randen van uw oord, 232
Ik tref u nog alleen plaatselijk aan 862
Ik voelde me bezoedeld in zijwegen 1092
Ik vul met mijn gedachten 507
Ik wandel op een ansichtkaart 535
Ik was vannacht weer toe aan uw bestaan, 925
Ik ween... 8
Ik weet haar naam niet meer; die is verloren 109
Ik weet niet in welke richting ik lig 565
Ik weet wel dat ik u niet weervinden zal 50
Ik wil met haar begraven worden in één graf 131
Ik wil met wat mij is geworden, 199
<Ik wist niet...> 142
[pagina 1336]
[p. 1336]
Ik wist niet dat hij al sprak in de taal van den dood 142
Ik woonde weer vannacht 421
Ik word teruggevoerd in eenen vroegsten staat: 94
Ik zal een kamer in de wereld zoeken, 248
Ik zal u naderen door de riolen 416
Ik zat met moeder aan de haard, zij breide 95
Ik zie haar klein geworden schreden in de verte; 54
Ik zie mij in de winkelruiten gaan 535
Illusie (Dit zijn de herfsten met de lange grassen) 409
Illusie (Liefste, de wissels van het hopen) 230
In al je straten staan mijn schreden stil 405
In de gekromde morgen 1157
In de verblijven buiten, in de zalen 1019
In de zon is de dood begonnen, 84
In den hoogen feestvlag, 12
In den hoogen zomer 9
In den mond van den morgen 395
In den najaarshoek van den omtrek 260
In den regen 98
In deze kamer ben ik eindlijk thuis 555
In deze morgen van Augustus 423
In deze morgen zonder schuld 166
In déze nacht laat ik u niet meer los 138
In deze nacht was alles weer gewoon 608
In deze schemerhuis 11
In deze sneeuw ben ik een teekening 529
In deze zuivere duisternis, 117
In dit bitter heldere, de dood, 189
In dit doodzieke lentebegin, 40
In dit huis van bewaring 196
In een wijde vang van zomeravond 878
In het nooit, dat nog komt, zie ik u weer 1145
In hoc vincit i 234
In hoc vincit ii 234
In hoc vincit iii 235
In hoc vincit iv 235
In je pullover staan 452
In Juni heeft het groen de oppermacht; 1279
In mijn geheugenoverzichten 419
In profundis 189
In stilten die versteenen 229
In 't eind sloten zijn ogen zich voorgoed 840
[pagina 1337]
[p. 1337]
In 't kerkje gaan de kronen aan 3
In 't onland stond een hert zo groot als God 1195
In 't oude koetshuis is het feest begonnen 1131
In uw bloed 81
In uw bloed moet nog het weten stroomen, 81
In uw zoet zijn van haar en oogen 198
In welk dorp zijt gij verdronken, 130
In welk riool ben ik terecht gekomen 309
In wijn verloren ligt de avondstond 350
Inclinatie 630
Indachtig herkomst en geboorterecht, 1114
Indicht 382
Inflatie 533
Inktzwart loover loopt over grijze paden 298
Innemée 961
<Instrument> 134
<Inteelt> 135
Inter ego 467
Intermédiaire 444
Is Eelco Sötemann voor niets begonnen? 540
Isotopen 1256

J

<Jacht> 334
Jacht op de vonk der verzen en een vrouw: 114
Jachtopziener 1120
Jan Toorop 157
Janus 469
Je hebt je van mij losgemaakt 427
Je lag half over een muur 339
‘Je moet hem niet verknoeien’, zei mijn vrouw 731
Je toonde me vannacht de kamers weer; 741
Je was niet langer doodgegaan vannacht, 903
Jean Giono 631
Jeanne d'Arc 695
Jericho 203
Jeugdvoorvallen drijven als lijken boven 633
Jezus schreef met zijn vinger in het zand 508
Job 223
Joseph Schmidt 224
[pagina 1338]
[p. 1338]

K

'k Ben thans vertrouwd met 't water van den Rijn, 5
['k Verlies u geen moment meer uit het oog] 1299
'k Weet hoe haar oogen zullen zijn 407
'k Zal haar gaan zeggen 7
'k Zal haar gaan zeggen... 7
Kafka 489
<Kaïn> (Hij is niet langer bang meer voor een ander) 720
Kaïn (Wind, waarom streel je dit lichaam nog?) 206
Kamer 414
<Kandinsky i> 359
<Kandinsky ii> 303
<Kandinsky iii> 348
<Kastrup> 577
Katalisator 678
Kegelsnede 533
Keldergat 867
Kerk 437
<Kerker> 158
Kerkhof 254
Kermesse d'été 581
Kerstengel 1275
Kerstmis 954
Kettingreacties hebben u gespleten 1256
Kiem 449
Kiezel en kosmos hebben u gemeen 1298
Kind 195
Kinderangst 534
Kindergraf 636
Klankbord 443
Klankleer 399
Kleed 409
kleine kabbalistiek voor kinderen 354
Kleine Ode aan het Water 73
Kleren, die van u waren, 569
Klerk 544
Klok 384
Klokken haalden mij uit de slaap vandaan 954
Kloosterhofje van Fréjus 689
Komaf 1088
Koorts 352
Koorts weekt u los 343, 352
[pagina 1339]
[p. 1339]
Koren staat rechtop in het land gegrift 1276
Kosmos 222
<Kou> 133
Koude is tusschen ons 366
Koude noordzeeën zijn in mij ontstaan 521
Kraakbeen 427
Krachtoverbrenging, sterkteleer, constructie, 525
Kristal 479
Kroondomein 1113
Kunt gij uzelve controleeren? 433
Kus 451
<Kwatrijnen> 176, 384, 385
<Kwatrijnen i> 104
<Kwatrijnen ii> 105
<Kwatrijnen iii> 106
<Kwatrijnen iv> 107
<Kwatrijnen v> 107
<Kwatrijnen vi> 108
<Kwatrijnen vii> 108
<Kwatrijnen viii> 109
<Kwatrijnen ix> 110
<Kwatrijnen x> 110
<Kwatrijnen xi> 111
<Kwatrijnen xii> 112
<Kwatrijnen xiii> 112
<Kwatrijnen xiv> 113
<Kwatrijnen xv> 113
<Kwatrijnen xvi> 114

L

Laat dit, omdat ik eenzaam ben, 98
Laat ik u langzaam... 146
Laat ik u langzaam, ongeweld- 146
Laat in mijn leven van haar over, Heer, 243
Laat mij... 146
Laat mij aan u ontstaan, 426
Laat mij dit oversterven 144
Laat mij u tot een lied herleiden, 146
Lage flux 1302
Lamp van den vrede uwer handen, 258
Land, ik honger naar u 291
Landschap 472
[pagina 1340]
[p. 1340]
Landstreken liggen als in mij vergeten 871
Lange meerschuimstrepen trekken tegen mijn tong 775
Langs de gewesten van het zijn 266
Langs de nachtkim 268
Lasscher 399
Leegte 397
Leegte, die liggen bleef, 397
Leeuw van oud licht onder de fabeldieren, 1263
Leg uw ge-‘weten’ bij mij aan 239
Leica 973
Leliën 633
Lente 536
<Lente i> (Het is op deze aarde allerwege) 226
Lente i (Naar een ontbloeien buiten,) 226
Lente ii (Het is op deze aarde allerwege) 226
<Lente ii> (Naar een ontbloeien buiten?) 226
Lente iii 227
<Lente en Dood> 26
<Leven> 138
<Liberty> 947
Lichaam 258
Lichaam, ik ben met u alleen, 187
Lichamen komen roze open 92
<Licht> 31
<Lichtslag> 324
Lied van den dood, 205
Liedje 4
<Liefde> 155
Liefde i 208
Liefde ii 209
Liefde, ik blijf u loven 155, 208
Liefde's macht 7
Liefste, de wissels van het hopen, 230
Liefste, zoover ik u verlies 254
<Liezen en regenbogen> 330
Liggend twee heilige heelallen in elkander, 502
Liggende onder een boom 76
Linoleum 428
Lithosfeer 430
Litteken 1090
Localisatie 468
<Longa palus> 1002, 1005, 1038, 1049, 1086, 1088, 1090
[pagina 1341]
[p. 1341]
Longitude 1081
Loopende over de dood te denken 75
Luchtaanval 282
<Luchtslag> 319
Lucifer 1064
Lijnen, ik laat u niet meer los, 157

M

Maan, ik verkoel met u, gij zijt 747
Maar, als ik thuisgekomen, goed en wel 810
Maar ik heb eenmaal geloofd 71
Machine, die het lied bevat, 267
<Majesteit> 411
Makelaar 1170
Mamré 570
Mania religiosa 1014
Manifest 231
Mantel 421
Maréchaussée 687
Maria 485
Maria Magdalena 486
Marsman i 245
Marsman ii 246
Marsman iii 246
Mascotte 655
Medium 213
<Medusa> 309
Meel 418
Meisje, hoe zwaar zoenen uw lippen 17
Mej. Ida Gerhardt schreef gedichten 1309
Melaatsch van een bemoeienis, 254
<Melkknecht> 139
Membraan 275
Memento mori 8
Memorandum 1261
Memphis 283
Meneer al wakker?, vraagt hij opgeruimd 1123
Merel 381
Met bladeren gebouwd tot op den grond 154
Met de sextant van mijn gevoel, 441
Met dit gedicht... 141
Met dit gedicht vervalt het vorige 141
[pagina 1342]
[p. 1342]
Met geen heden gemengd, 490
Met glas en lak en nikkel afgedekt, 982
Met het onweer heb ik u thuis getroffen 140
Met leven toegerust voor beiden, 237
Met lippen van asbest 431
Met u is toegenomen 470
Metronoom 701
Microben 453
<Microben (variant)> 459
Microcopie 1241
Middernacht 91
Mier 477
<Mimicry> 337
<Minister> 461
Misgeboorte 153
<Misschien...> 28
Misschien dat eens de parelvisschers van Bizet hem vinden, 246
Misschien dat ge nog aanwezig zijt 28
Misschien heeft u een heer gegroet 392
Misschien ligt uw lichaam weer bij mij 77
Misschien staat in mijn naam alleen de dood 124
Misschien zal ik nog sporen van u vinden 991
Misschien zijn ze niet meer voorgoed verdronken, 231
Mocht deze winteravond zijnen toon behouden 274
Moeder i 94
Moeder ii 95
Mon trésor 1258
Monade 242
<Mond> 292
Monogram 610
Monomaan 267
Moordballade 67
Morendo 405
Morgen. De stad ontstaat 389
Morgen, en het onthutste kraaien van de hanen, 108
Morgen van zijde en zonder vrees, 347
Morgenmist 98
Morgens staan dood in huis, zonder begin 909
<Mozaïek> 504
Mozes 457
<Muur> 339
<Muziek> 289
[pagina 1343]
[p. 1343]
Muziek van sneeuw in winterkinkhoorn dezer stad 110
Mij wordt in dit doodonderdeel 234
Mijn bloed krioelt van u 468
Mijn buikweek brein zoekt de verzengde 431
Mijn droomen staan in scharen voor de ramen 43
Mijn eerste weemoed heb ik daar geroken 1290
Mijn geest gaat met een bonzend hart 67
Mijn hand strijkt over uw deur 341
Mijn heldre scherpte spant, 14
Mijn hoofd ligt in een holte van muziek 289
Mijn leven tussen deze misten in - 924
Mijn lichaam ligt bereid tot Paschen 486
Mijn liefdevogel vliegt zoo nauw 14
Mijn meisje met de koninklijke beenen, 10
Mijn moeder is een grijze Vrijdagmorgen; 94
Mijn moeder sterft 284
Mijn regen, 343
Mijn ziel is nergens naar gaan staan 478
Mijne gedachten zijn gebleven 46
Myopie 862

N

Na jaar en dag hervinden wij de fitter 836
Naar een ontbloeien buiten, 226
Nabeeld 674
Nacht 186
Nacht, laat mij over aan de dag 1024, 1046
Nacht, zult gij duren in de dag? 576
Nachtmerrie 255
Nachtpauwoog 899
Nachtvlucht 728
Nachtwaker 966
Nachtwind en ritseling 286
<Nacht-woorden> 79
Nadood 208
Narcissus 288
Nazomer 256
Nebo 1105
Necrologie 860
Negatief i 221
Negatief ii 221
Negatief iii 222
[pagina 1344]
[p. 1344]
Nest van het niets boven de bosrand 1282
Nevelheim 672
Nevelkamer van Wilson is 1301
Niemandsland 182
Niet de gekapte non ben ik, 17
Niets dan mijn eenzaam zelfbeleven, 15
Nirwana 500
Nocturne 745
Nooit was de dood een naakter man 41
<Noordeinde> 933
Nostalgie 1002
November 1068
Novemberland van lood, de herfstman gaat 1297
Nu de lantarens aangaan in de schemer, 262
Nu gij bij mij ontbreekt 197
Nu gij geen ander lichaam hebben kunt 996
Nu gij niet meer afzonderlijk bestaat, 556
Nu gij u weer verbindt 292
Nu gij zijt overleden, 250
Nu heen te gaan met een lied in mijn mond, 66
Nu het einde zich nog bezint, 125
Nu het weer is bijeen gebracht: 480
Nu ik... 96
Nu ik het samenzijn beleef 193
<Nu ik hier loop...> 81
Nu ik hier loop, ik weet het niet waarom, 81
Nu ik hier nog herhaal, herhaal als regen 265
Nu ik mijn weg alleen weer ga 96
Nu ik nogeens van u verschil, 229
Nu ik u nader zonder tusschenstof 294
Nu ik zoo zuiver thuis ben met mijzelf 141
Nu is het tijd om naar uw hart te reizen 126
Nu mijn leven verloopen moet: 128
Nu nader ik de laatste mooglijkheid 823
Nu regent het ook in uw nacht 526
Nu strijdt het hart zijn laatste slag 29
Nu waaien de nooit te weten, 47
Nu zich uit mij verwijderen 203
Nu zijn wij eindelijk bijeen 547
0, 1̸ 500
0.00 1263
N.V. 419
Nijhoff 324
[pagina 1345]
[p. 1345]

O

O blinde mol, die moeite 376
O dit eenzelvig binnenvaren van het lied 110
O donkere, woeste ruiten voor den dood 104
O groote dorst naar duisternis en nacht; 52
O gij, die ik gedenk met zuiverheden, 482
O gij die ik had omgebracht 67
O inhoud van uw zijn 493
O minimum dat zonder menschen is 545
O molecuul bijzonder, 241
O oude boek met zijn aparte geur 564
O ruiten mijner eenzaamheid 51
O wind die mij onwetend houdt 130
O zielsterreur in deze huizen 312
O zonne-minnig kind, 7
Oceaan 446
Oculair 623
Ode 209
Of ze vanuit een blauw gordijn begonnen, 647
<Offerande> 181
Olifant 532
Om aan u toe te blijven 404
Om de zielsverrassing te hervinden, 248
Om een donker lichaam 92
Om het bloed dat in haar parelt, 194
Om te vergaan 164
Omdat het niet ontwaken kan 120
Omdat ik in de wereld loop volstaan 651
Omhelzing in het zwart bij het passeren 1265
Omhoog tegen de bergwand aangebracht 888
Omsingeling 474
Onangstig kon ik bij je in de kamer 277
Onder carbidlantarens, 550
Onder de laag van het verhuurde, 1266
Onder de lamp vond ik uw handen terug; 420
[Onder de vloeipapieren van het licht] 1284
Onder den morgen liggen wij bijeen 317
Onder het net der sterren 383
<Onderdeelen> 297
Onderlinge 466
Ondertrouw 591
<Onderweg> 62
[pagina 1346]
[p. 1346]
<Onheil> 522
Onland 1195
Onmacht 198
Onmetelijke uren rijen tusschen 7
Onrust 55
Ontbonden in factoren 475
<Ontbijt> 308
Ontdaan van aanvang en vergaan, 498
Onteigening 224
Ontlading 420
Ontleeningen aan duisternis, 208
Ontroeringen uit dit heelal, 444
Ontslag 269
Ontslapen 268
Ontsta als mond en oogen, 200
Ontstoken van een licht, 204
Ontvang den vlam des Heeren: 238
Ontvoering 764
Ontvouw het witte kleed, 149
<Ontwaken> (Des morgens kruipt een beest van vrees) 166
<Ontwaken> (Misschien ligt uw lichaam weer bij mij) 78
Ontworden 188
Oogen, die in mij rusten, 309
Oogst 445
Oorlog 471
Oorsprong, die ik bereik, 348
op [dienstreis] onder in de gloed der lanen 1294
Op elke drempel staat een flatbewoner 832
Op het behang van Rath & Doodeheefver 578
Op uw opnieuw bewegen wacht 75
Open schulpen uw beenen 15
Openbaring 256
Oppervlaktespanning 415
Opstanding (De wind heeft zich verkoren) 277
Opstanding (Sneeuw in de nacht gekomen, heeft vanmorgen) 257
Optiek 516
Oreade 1248
Orpheus 391
Osmose 265
Oude gevoelens in het donker vinden, 483
Over de dood verging het lied 27
<Over de Jabbok> 159
[pagina 1347]
[p. 1347]
Over de jachtvelden van den dood 267
Over dit land alleen 15
Over een leven... 145
Over een leven, weerstandloos, 145
Over zijn strenge cirkels heengebogen 281
Overdood 501
Overgave 43
Overjarig 572
<Overspel> 173
<Overstorven> 161
Ovoïde 558

P

Pand 649
Papier 439
<Papyroline> 439
Paradijs 476
Parhelium 653
Paschen 242
Passage 977
Pastiches i 269
Pastiches ii 270
Pastiches iii 270
Pastorale 727
<Paviljoen> 116
Permanent wave 543
Perpetuum mobile 527
Petertje 449, 450
Pharao 199
Pinksteren 238
Plaatsen, waar ik nooit meer aan dacht, 264
Planimetrie 917
Plastic 676
Plateel 382
Plexus solaris 657
Plunderend raast de wind [voorbij het raam] 1276
Poeder 434
Positie 499
Potentieel 1165
Potlood 458
<Principaal> 461
Projectie 204
[pagina 1348]
[p. 1348]
Proteïne 520
Psychiater 239
Pullover 452
Punt 496
Punt waar de nacht zijn rooster opendoet: 1261

Q

Quadratuur 551
Qualiteit 470
Quantiteit 465

R

<Radium> 342
Raket en mitrailleur 471
Raspoetin 454
Raster 522
Rath & Doodeheefver 578
<Reagens> 305
Recherche 874
Recreatie 1157
Red Marsman, die in Frankrijk woont, o God 245
Reflex 201
Reflexie 575
Refractie 1225
<Regen> (De regen deelt het donker hart) 24
Regen ('t Begon al vroeg;) 3
Regen, haar lichaam heeft geen schuld, want ik was zonder 135
<Regendroppels> 526
Registratie 481
<Reglement> 350
Reikwijdte 1154
Reimerswaal 320
Reïncarnatie i 259
Reïncarnatie ii 259
Reincultuur 612
Reizende op u aan ben ik per trein 1247
Reiziger ‘doet’ Golgotha i 168
Reiziger ‘doet’ Golgotha ii 171
Reiziger ‘doet’ Golgotha iii 177
Remplacant 215
Rentmeester 1130
[pagina 1349]
[p. 1349]
Requiem 198
<Research> 874
Reservaat 1139
<Resurrectio> 30
Retraite 253
Retrograde 404
Retrospectie 265
<Rhythme> 204
Rina Ketty 416
<Riool> 309
Risico (Nacht, laat mij over aan de dag) 1046
Risico (Nacht, zult gij duren in de dag?) 576
Risico i 1024
Risico ii 1024
Riviéra 751
Robot (Ik ben het, boven aan mijn keel?) 597, 645
Robot (Ik ben een staande Friese klok?) 635
Rochade 1232
Roep 229
Roestbruin wordt deze herfst 345
Rok 427
Rokken, waarin gij hebt geloopen, 279
Rollend materieel 1247
Roltrap 625
Rome. - Het anker valt. Wij varen thuis 177
Rondeau 402
Röntgen 681
Rood 423
Rooftochten in het niet 251
Rook 423
Rook van uw wezen, 423
Rorschach 991
Rouw 253
Rytme 204

S

Samengang 58
Samengesteld met dood 305
Schaatsenrijder 281
Schakelbord 490
Scheeve schuift het rietsel heen, 17
Schip van brillanten voor de cap d'Antibes; 896
[pagina 1350]
[p. 1350]
<Schrik> 325
Schuddegeest 969
Schijnwerper 220
Sexoïde 595
Sextant 441
<Sferoide> 321
Silhouet 877
<Slaap> (Al deze zachtheid in mijn avondbed) 77
Slaap (Uw doodgedeelte blindt) 220
<Slaapkamer> 136
Slaapliedje 255
Slaapliedje i 407
Slaapliedje ii 407
Slaapwandeling 406
Slagveld 464
Slagzij 608
Slanke cherubim, 387
Sloot 578
<Slootkant> 578
Sluitrede 1222
Smaragd 574
Smart 203
Smart, ik ontzeg 203
Sneeuw (De straten zwierven met het sneeuwen mede,) 53
<Sneeuw> (Een schuine muur van sneeuwen) 62
<Sneeuw> (In deze sneeuw ben ik een teekening) 529
Sneeuw (Toen sneeuw openbrak de oogen,) 214
Sneeuw in de nacht gekomen, heeft vanmorgen 257
<Sneeuwgang> 44
Sneeuwwitje 680
Sneeuwwitje ligt in glas gekist, 680
Sneeuwwitte vlinder van den dood, 252
Soldaat 313
Sombere sparren, wij zijn gedood 422
Somnambule 217
Soms als de weg het wil zijn wij 64
Soms ben ik aan de apostrophen toe, 757
Soms denk ik dat het niet meer om u gaat 963
Soms heeft de weg een ruimte die ik weet 657
Soms, in een etalage, komt gij voor, 947
Soms komen kinderen in de cel en spelen 463
Soms wil het voortbestaan, een oud geluk, 1031
[pagina 1351]
[p. 1351]
Soms zijt ge in mij teruggekeerd 74
Souvenir 896
Souverein 410
Spel 639
Spellbound 603
Sphinx 250
Spiegeling 266
Spinoza 457
Spinrag 410
Spiraal 499
Spirogeet 416
<Spreekuur> 367
Sprookje 373
Staar in mij zonder sterren, 321
Stad 392
Standbeeld 370
Star, zonder blikbewegen, 6
Station 1092
Status morendi 545
Status nascendi 544
<Status quo> 512
Steeds meer bij zich vandaan is aangevangen 542
Steeds scherper en bekwamer, 471
Steekvlam 233
Steen 433
Steenlied 469
Stem 183
Stenografie 996
Stenose 1043
Sterke formaties luchtstrijdkrachten 282
Sterren 259
<Sterrenhoos> 145
<Stil oogenblik> 60
Stil zit zij over uren heengebogen; 71
Stippen bewegen in een oertoestand 945
Stof (Alsof ik nimmer bij u sliep,) 207
<Stof> (O molecuul bijzonder,) 241
Stonden, in mij gestorven, 411
<Streekbelang> 1114
Strepen van lente en maan aan het raam 489
<Stroomgebied> 412
<Strophen i> 15
[pagina 1352]
[p. 1352]
<Strophen ii> 18
<Strophen iii> 19
<Stuifmeel> 351
Stuk laten liggen wat niet is te heelen, 122
<Suicide> 531
Surplus 154
Surplus van liefde, waar moet gij nu heen? 154
<Syllaben> 287
<Symbiose> 333
Sympathicus 1031

T

't Begon al vroeg; 3
't Brekend oog op 't licht Jeruzalem geslagen 3
't Geklik-klak van de machines 4
't Leege huis 5
't Massief gaat van elkander naar het hart 660
't Wonder 3
't Woord heeft het eerste en het laatste woord 1017
Taal 367
Tableau mourant 465
Tabor 1099
Tantalus 780
Te huur. Hartkamer. Ongemeubileerd 564
Te sterven, liggende aan U 17
Tegen het klankbord van de nacht 443
Tegen het zijn ontstoken 217
Tegenover het liedgeheim 220
Tegenwoordigheid (De steenen merken u van deze straat) 494
<Tegenwoordigheid> (Soms zijt ge in mij teruggekeerd) 74
Tekort 200
Telefoon 398
Telefunken 442
Telex 912
<Teling> 317
Tendresse 202
Ter Braak 352
Ter braak geboren 352
<Teraardebestelling> 930
<Terminus> 1002
Terra incognita 1055
<Terreur> 312
[pagina 1353]
[p. 1353]
<Terreur i> 538
<Terreur ii> 538
<Terreur iii> 539
<Terreur iv> 537
Terwijl de auto langs de wegen snelt, 980
Terwijl het regent tusschen u en mij 322
Terwijl hij onder den vleugel sliep 87
Terwijl we het niet laten blijken 195
Tête à tête 1261
Theater 1226
Thebe 237
10 Mei i 1047
10 Mei ii 1048
To be or not to be 201
Tochten... 90
Tochten die met mijn bloed beginnen 90
<Todesraum> 345
Toen, dat de dood het won van mij 24
Toen gij uw armen om mij sloeg 202
Toen haar gestalte zich in mij herstelde 78
Toen heb ik - 't was op Cyprus - in de krant gelezen: 171
Toen hij het boek geschreven had: De Overnachting, 598
Toen hij zich op zijn knieën neerliet bij het kind 212
Toen hij zoo smal was dat de dood het niet meer wist 72
Toen ik haar voorlas van de kleine Muck, 373
Toen ik het einde had bereikt 159
Toen ik ingeslapen was 485
Toen, in die nacht, kraaide de haan, er hing 531
Toen sneeuw openbrak de oogen, 214
Toen stond in uw laatste naam rondom 30
Topaas 560
Topografie (Waar hebt gij u opnieuw gehecht?) 468
Topografie (Met glas en lak en nikkel afgedekt) 982
Totalisator 475
Tracé 864
Trance 486
<Transmissie> 90
<Transparant> 137
Transplantatie 615
Treincoupé 89
Treinnimph 553
Trekt een cordon om het schiereiland heen 538
[pagina 1354]
[p. 1354]
<Triniteit> 362
Trivia 1188
Tromboze 494
<Trompet> 302
Tuin van herfstdag bij haar thuis 120
Tuinarchitect 1010
Tuinbaas 1127
Tuinbeeld (Mijn leven tussen deze misten in -) 924
Tuinbeeld (Zoëven, zegt hij, starend in 't verschiet,) 1124
Tusschen de doodgordijnen bleven 399
<Tusschen de duisternissen> 146
Tusschen de engelen en klieren 324
Tusschen deez' zinnende accoorden 410
Tusschen heuvelen van den tijd 479
<Tusschen twee eeuwigheden> 159
Tussen de vissen staat uw heden in: 578
Twee bergen 1099, 1105
Twee sonnetten voor Spanje i 537
Twee sonnetten voor Spanje ii 538
<Tweede afscheid> 50
Tweede meisje 1217
<Tweeheid> 279
<Tweeklank> 321
Twijfelend bij een halte in de stad 930
Tijd, in het zand begraven, 496
Tijd, laat dit toe: 378
Tijdbarrière 1037
Tijdens de middagpauze inderhaast 1122
Tijdnood 498
<Typiste> 389

U

Uit de Middeleeuwen van Ary Prins 311
Uit de trompet 302
Uit God gevallen onheil, eenmaal hoog 1064
Uit het versteend gebeuren 189
Uit leegte's hinderlagen 207
Uit mij wordt opgeborgen, 151
Uit 'n overrompelende slaap ontwaakt 510
Uit verre aanvang met u, 1108
<Uiteindelijk> 547
<Uitwendigheid> 290
[pagina 1355]
[p. 1355]
Ultra montes 1250
Uren van sneeuw zaterdagmorgen vol 1302
Uw aanzijnskromme heeft zich uitgerekt 917
Uw deelen leven door, alleen verdween 513
Uw diepe voeten in de grond 491
Uw dood herhaalt zich in mijn hart 205
Uw dood is in mij opgenomen 265
Uw dood waait in mij aan en uit; 234
Uw doodgedeelte blindt 220
Uw hand, die als een vrouw zich gaf, 188
Uw hoogspanning moet eindlijk aarde maken 610
Uw hulk voer zonder vracht 12
Uw leden strekken zich in boomen 293
Uw lichaam lag voltooid van nacht: 218
Uw lippen stulpen 451
Uw lijf was zoo lang met bloemen omwonden 44
Uw middelpunten vloden heen 401
Uw mond, over mijn mond gepast, 432
Uw stilte suizelt als een discus binnen 738
Uw zijn is toegenomen 498

V

<Vaarwel> 103
Vaarwel, wereld, dit is de woestijn 103
<Vacuum> 294
Valuta 853
Vampier 254
Van alle kamers gaan de deuren open 844
Van dood in dood gegaan, totdat hij stierf 158
Van haar verlies volmaakt 267
Van het meisje van zestien jaar 193
Van licht genoeg 253
Van poëzie bezeten, 153
Van voor dat ik u kende 182
Vanmorgen heb ik hem zien fietsen door de lanen 376
Vannacht, den droom, liggend onder een tafel, 164
Vannacht ging je verhouding met mij aan 349
Vannacht is het zoo stil geworden, 259
Vannacht is zij de weg weer uitgekomen 1298
Vannacht liep ik nog eens tegen u aan; 1222
Vannacht sloeg in mijn hart 706
Vannacht was het noorden hier 567
[pagina 1356]
[p. 1356]
Vannacht werd je gestalte 291
Vannacht zijn ze weer begonnen, 298
Vanuit een lente achter glas 219
Vanuit het oord 190
Vazen van zondagmiddag. Stilteslot, 560
Veewagen 1945 566
Velodroom 706
Vendutie 564
Venster 411
Ver in de zee verging een stem 40
Ver kermisgerucht waait weenensweemoed 8
Ver van hier, daar slaapt mijn vader 8
<Verbeiden> 70
Verbond 265
Vercors 660
Verdemen 641
Verdronken Zaterdagavond bij ons thuis 1086
Vergeestlijkt staan de [lariksen] 1301
Vergif 219
<Vergroving> 341
<Verhouding> 349
<Verkenning> 227
<Verloren> 160
Verloren eigendom. Ter dood veroordeeld leven 350
Verre verlichte pompen van de shell 969
Verrekijker 494
Verrijzing 395
<Verschijning> 322
Verslaggever 1131
Versteening 229
Verstillen met de avondauto's, ver 1105
Verten, die fluweel zoomden in onze harten, 502
Vertoeven in familie voor een keer 1088
Vervaldag 891
Vervallen van uzelve, 474
Vervulling 449
Verwildering 542
<Verzen aan een gestorvene> 90, 122, 293, 419, 441, 443, 445, 446, 447, 448, 491, 492, 494, 495, 499, 501
Verzet 474
[Verzinken in harmonicamuziek] 1283
Verzoendag 589
[pagina 1357]
[p. 1357]
Vestdijk (Hij heeft het vat der Danaïden eindelijk gevuld,) 456
Vestdijk (Toen hij het boek geschreven had: De Overnachting,) 598
<Vestdijk i> 456
<Vestdijk ii> 598
<4 Mei i> 1047
<4 Mei ii> 1048
4e Dimensie i 491
4e Dimensie ii 492
4e Dimensie iii 492
4e Dimensie iv 493
4e Dimensie v 493
Villégiatuur 1005
Vilt 438
Vincent 176
Visioen 233
Vlak voor de ramen staat het boomtheater 49
Vlinder 252
Vogel van waanzin 460
Vogel van waanzin in dit zenuwhuis 460
Vogels blijven ontwaken 216
Vol van avonddauw en donker 118
Volk en Vaderland 291
Volmacht 444
<Voltooiing> 65
Volume 470
<Volvoering> 287
Voor één uur leven in haar terug: 215
Voor hoop en vrees immuun in eendre mate 678
Voor Spanje i 538
Voor Spanje ii 539
Voorstellingen aangaande 474
Voorwerpen, in mijn lied 209
Vrienden verbitteren het vuur; 223
Vroegkerk 683
Vrome vuur, breng in mij over 241
<Vrouw> (Ik beproefde u op bloed en nacht) 49
Vrouw (Stil zit zij over uren heengebogen;) 71
Vrouw (Uw lichaam lag voltooid van nacht:) 218
Vrucht 215
Vrijgezel 720
Vuurtoren 92
[pagina 1358]
[p. 1358]

W

<Waaien> 47
Waanzin 266
Waar bleef van u het laatste om te zijn? 612
Waar gij nu zijt is anders niets 500
Waar gij uw oogen over sloot, 213
Waar hebt gij u opnieuw gehecht? 468
Waar steekt uw hart zijn laatste vlag? 478
Waarheid 244
Waarmee gij lichaam had, 430
Waarom ga ik uw dood te buiten 403
Waarom werd zij zoo zacht, 408
<Wacht> 230
Wacht 232
<Wacht i> 230
<Wacht ii> 232
Wachtende 52
Wachtwoord 214
Wandeling 285
Wandeling met tante 1049
Wandluis van God. Gebraden spek-gezicht 270
Wanneer de herfst zal komen moet ik rijp zijn voor de dood 256
Wanneer ik bij u ben gebracht, 82
Wanneer ik met u samenzat vergingen 593
Want aan de aarde staan de geuren 55
Want deze kamer is uw zuster 414
<Wassende breedte> 982
Wat is dit een zoete verbintenis, 20
Wat moest die stad, 69
Wat nimmer vers geworden was 285
Wat nimmermeer begint 227
Wat nooit meer ademhalen zal, 213
Wat uw materie heeft 569
Wat van geheim ging in geheim, 204
Wat van uw lichaam bleef voorhanden: 135
Watermolen 311
Watersnood 1206
Watertoren 383
<Waterval> 380
We zijn er bij gaan zitten op het mos 1201
<Wedergeboorte> 21
Wederkeer (Een bijna blind verleefd gedacht) 185
[pagina 1359]
[p. 1359]
Wederkeer (Hoe keer ik zoo in uw geheimnis weer?) 53
<Wederkomst> 80
Weemoed omdat de dood het weet, 118
Weenen is even eenzaam 38
Weenen omdat zeilen zoo verrukt 127
Weerbericht 582
Weerdood 217
Weerkunde 920
Weilanden hebben avond, 't Is het uur 1099
Welkom 263
Welvende vrouw, uit steen geheven, 328
Wereld na u gebleven, dag en nacht; 1059
Werkster 565
Wezen buiten de wet 191
Wichelroede 477
<Wie ik nu nog zal worden...> 163
Wie ik verder zal worden 163
Wie van de droom geneest, 481
Wie zöö vermoeid zijn leden nederlegt 105
Wil 408
Willink 522
<Wind> 130
Wind, van gestorvenheden vol, 253
Wind van wol aan de ramen, 418
Wind, waarom streel je dit lichaam nog? 206
Windmorgen 206
Windmorgen, gij beweegt in mij 206
windstrepen Bloed[vaten] liggen in de lucht, 1274
Winnetou 564
Winteravond 274
Witte sneeuw, ik ben u schuldig 240
Wodan 267
Woeker 467
Woestijn 536
<Woestijnstad> 69
Woord (Gij zijt den grond gelijk gemaakt) 184
<Woord> (Ik kan alleen woorden ontmoeten, u niet meer) 335
Woord en Dood 413
Woordbreuken autogenisch lasschen, 399
Woorden achterstevoren 469
<Woorden, ontwaak!> 141
Woordenbloeisel: 173
[pagina 1360]
[p. 1360]
Wij die in de zon gezongen 25
Wij moeten slapen 147
Wij moeten slapen en ook deze nacht ontwijken: 147
Wij stonden huid aan huid 330
Wij zijn als beeldhouwwerk bijeen 433
Wij zijn volslagen idioten 116

IJ

<IJsmassief> 521
<IJzer> 452

Z

Zal dan uw liefde grooter wezen dan mijn vrees? 19
Zal ik de woning onder water zetten? 801
Ze hebben Hem, zonder zich af te vragen, 168
Ze lachte traag, haar lach weende beneden 56
Ze worden hier begraven met een haast 961
Zeegezicht 775
<Zeiltocht> 127
Zeitlupe 405
Zelfmoordenaar 531
Zestien 426
<Zestien i> (Laat mij aan u ontstaan,) 426
Zestien i (Wezen buiten de wet) 191
Zestien ii (Van het meisje van zestien jaar) 193
<Zestien ii> (Wezen buiten de wet) 191
Zestien iii (Nu ik het samenzijn beleef) 193
<Zestien iii> (Van het meisje van zestien jaar) 193
<Zestien iv> (Nu ik het samenzijn beleef) 193
Zestien iv (Om het bloed dat in haar parelt,) 194
<Zestien v> (Om het bloed dat in haar parelt,) 194
Zeven agenten hebben hem besprongen 1014
<Zeven reisgedichten> 853, 864, 871, 883, 888, 980, 982
Zieken 963
<Ziekenhuis> 314
Ziekenhuis. Wiekenzuis 314
<Zinnespel> 48
Zo gauw ik weg moet is het niet meer goed 1262
Zoekplaat 725
Zoet als het bloed is deze foxtrott 372
Zoete vergiffenis in denneboomen 530
[pagina 1361]
[p. 1361]
Zoëven, zegt hij, starend in 't verschiet, 1124
Zog 433
Zomer. Een groen vergeten 429
Zomeravond 102
Zomermorgen 9
<Zondag> 306
Zonneleen 1237
Zoo heeft het bloed door u gestroomd: 416
Zoo staat de regen als een raam 73
Zoo zingt een mond, die eenmaal riep 50
Zooals het water smaakt des nachts, 161
Zoolang er morgens zullen zijn, 222
<Zuur> 298
<Zwaar en verschaald...> 47
Zwaar en verschaald ligt het avondjaar 47
<Zwarte lente> 84
Zwerver 245
Zwevende claim 1140
Zij die bijna aan het bloed raakten 23
Zij, die hun liefde tot haar einde gingen, 21
Zij draait de wekker knarsend op 5
Zij eiste iets onmooglijks. Aan een beeld 732
Zij ging van mij vandaan 18
Zij had een heup, waar ik niet omheen kon 439
Zij had een trom gevonden om te slaan 559
Zij hebben zich God- en versvergeten 271
Zij heeft altijd naast mij geloopen 436
Zij heeft zich zonder iets te zeggen 235
Zij kent de onderkant van kast en ledikant, 565
Zij nam zich aan haar lichaam voor 427
Zij slaapt, zooals een heel jong kindje slaapt 136
[zij stonden op hetzelfde grondgebied] 1273
Zij was nog [lichaam], maar een engel hing 1275
Zij zullen alles doen, haar te verdonkeremanen 132
<Zijde> 347
Zijn 498
Zijn zonnen schroeiden zóó genadeloos: 176

............ 6


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken