Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht
Afbeelding van Zuid-Limburg uitgezonderd MaastrichtToon afbeelding van titelpagina van Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.91 MB)

Scans (81.67 MB)

ebook (54.27 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht

(1962)–J.F. van Agt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]

Voorbericht

De Geïllustreerde Beschrijving der Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, samengesteld en uitgegeven vanwege de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving, behandelt:

a.alle bestaande aardwerken en bouwwerken alsmede onderdelen en overblijfselen daarvan, die ouder zijn dan honderd jaar en die in enig opzicht van belang zijn uit een oogpunt van geschiedenis en kunst.
b.alle voorwerpen, die aan juistgenoemde eisen voldoen en op enige wijze in verband staan met bovenbedoelde aard- en bouwwerken.

 

Verder worden in het kort vermeld openbare en particuliere verzamelingen op het gebied van geschiedenis en kunst, en wel voornamelijk die, welke door hun betrekking tot plaats en omgeving zelf een duurzaam karakter hebben verkregen.

De monumentenbeschrijving heeft ten doel de kunstschat, die het vaderlands erfdeel is, zo getrouw mogelijk in woord en beeld vast te leggen en in wijde kring bekend te maken. Samenvattende kunsthistorische beschouwingen zoeke men niet in de monumentenbeschrijving, wel het materiaal daarvoor. De opgaaf van litteratuur is beperkt tot datgene wat bij de samenstelling met vrucht is geraadpleegd. Systematisch onderzoek in de archieven behoort in beginsel niet tot de taak van de monumentenbeschrijving. In het onderhavige geval zijn echter voor een aantal monumenten wel archiefstukken in het Rijksarchief en het Stadsarchief te Maastricht geraadpleegd en kon tevens, dank zij de bereidwilligheid van eigenaars en beheerders, gebruik worden gemaakt van gegevens in enkele kasteel- en kerkarchieven.

Bij de spelling van aardrijkskundige namen werd in vroeger verschenen delen van de Geïllustreerde Beschrijving uitgegaan van de Lijst van aardrijkskundige namen in Nederland, uitgegeven in 1936 door het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap. Daar die lijst al dikwijls aanleiding heeft gegeven tot gerechtvaardigde kritiek, wordt voortaan, te beginnen met dit aan Zuid-Limburg gewijde deel, een meer traditionele spelling gekozen.

De gemeenten zijn evenals hun onderdelen alfabetisch gerangschikt. In verband met de omvang der behandelde stof is het werk in twee gedeelten gesplitst; in deze eerste aflevering vindt men de monumenten beschreven in de gemeenten met beginletters A tot en met K. Daar de verschijning van de volgende aflevering zeker nog enige jaren op zich zal laten wachten zijn alfabetische registers toegevoegd om de tamelijk omvangrijke tekst beter toegankelijk te maken.

Binnen de alfabetisch gerangschikte gemeenten en hun onderdelen is de volgorde der monumenten verder zoveel mogelijk als volgt:

bruggen, sluizen e.d.,
wereldlijke openbare gebouwen,
kerkelijke gebouwen,
gebouwen van liefdadigheid, onderwijs e.d.,
particuliere gebouwen,
musea, particuliere verzamelingen, varia.

[pagina VI]
[p. VI]

Kortheidshalve worden dateringen meestal aangegeven door een Romeins eeuwcijfer, zo nodig aangevuld door A of B ter aanduiding van de eerste of tweede helft van de eeuw, of door de letters a, b, c of d om een der kwarten van een eeuw aan te geven. De aanduidingen ‘rechts’ of ‘links’ zijn gebruikt uitgaande van de beschouwer, behalve in heraldische beschrijvingen, waar zij naar oud gebruik in objectieve zin moeten worden opgevat.

De tekst van dit deel is samengesteld door dipl. ing. M.C.E.W. Marres, wetenschappelijk ambtenaar bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, in nauwe samenwerking met drs. J.J.F.W. van Agt, wetenschappelijk ambtenaar 1ste klas bij deze dienst, die bovendien de uiteindelijke redactie volledig voor zijn rekening heeft genomen. Geheel van de hand van de heer Van Agt is voorts de beschrijving van het kasteel van Hoensbroek, en ook grotendeels die van de gemeenten Gronsveld, Hulsberg, Jabeek en Klimmen.

De bewerkers hebben veel steun ondervonden van op verschillende terreinen gespecialiseerde deskundigen. Zo is de historische inleiding te danken aan de heer J.M. van de Venne, oud-hoofdarchivist A van het Rijksarchief te Maastricht. Daar het ondoenlijk bleek de pre- en protohistorische vondsten per gemeente op te sommen, werd in overleg met de directeur van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek besloten een algemene inleiding over dit onderwerp op te nemen, die betrekking heeft op geheel Zuid-Limburg. Dr. W.C. Braat, wetenschappelijk hoofdambtenaar bij het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, was zo bereidwillig deze inleiding te schrijven. Deze laatste zorgde ook voor de beschrijvingen van de Thermen te Heerlen en de Landgraaf te Heerlerheide.

Ook voor dit deel bleek het onmogelijk de landelijke bouwkunst volledig tot haar recht te doen komen. Wel is er naar gestreefd de meest belangrijke objecten te beschrijven en minder belangrijke althans in het kort te vermelden; aan drs. R.C. Hekker is een aantal welkome aanvullingen te danken. De heer J.G.N. Renaud, wetenschappelijk hoofdambtenaar bij de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, was zo vriendelijk de tekst over het kasteel Ehrenstein bij Kerkrade te herzien. De heer H. Janse, bouwkundig ambtenaar A bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, verschafte een belangrijke aanvulling over de datering van de kappen van de kerk van Rolduc. De gegevens over de schilderijen werden doorgelezen en, waar nodig, aangevuld door de heer B.J.A. Renckens, wetenschappelijk ambtenaar bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie.

De tekst, die in 1959 gereed kwam, werd tenslotte gecontroleerd door het lid van onze commissie prof. dr. M.D. Ozinga.

Zeer erkentelijk is de Rijkscommissie de Rijksarchivaris in Limburg, dr. G.W.A. Panhuysen, de stadsarchivaris van Maastricht, mr. drs. H.H.E. Wouters, en de stadsarchivaris van Heerlen, drs. L.E.M.A. van Hommerich, voor hun medewerking. Mejuffrouw dr. E.M.T.W. Nuyens, chartermeester I, en de heren J.M. van de Venne, oud-hoofdarchivist A, M.K.J. Smeets, hoofdarchivist, en J.H.J. Gulikers, administrateur, alle bij het Rijksarchief, komt dank toe voor de vele inlichtingen, die zij verstrekt hebben. Dit geldt ook voor de ambtenaren bij het stadsarchief te Maastricht, de heren J.G.N. Koreman en M.G.M.A. van Heyst, de heer A.G.H. Kemp van de stadsbibliotheek te Maastricht en de heer N. Eussen van het stadsarchief te Heerlen.

Vele inlichtingen zijn mede te danken aan Baurat H. Königs te Aken en aan dr. P.S. Evers, die te Rolduc de fakkel der overlevering aan de bewerkers heeft overgedragen.

[pagina VII]
[p. VII]

In dit verband willen wij tevens met erkentelijkheid herinneren aan de hulp van prof. dr. P. Schoenen en wijlen prof. dr. H. Beenken van de Technische Hogeschool te Aken. De heer J.P.J.A.M. van Daalen stelde gegevens beschikbaar over het kasteel van Gronsveld; deken P.J.J. Hoogers over de kerk aldaar. De heer Jos. Houppermans, conservator van het streekmuseum te Kerkrade, verschafte gegevens over de monumenten in de oude mijnstreek; architect P.A. Schols over de dorpsontwikkeling en woonhuizen te Geleen; de heer J. Schröder over de kerk te Eygelshoven en drs. J. Sprenger over de Sint Pancratiuskerk te Heerlen. Wijlen G. Wisse, in leven architect bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, was zo bereidwillig zijn uitvoerige manuscript over het kasteel van Hoensbroek ter inzage te geven. De heer J. Spronck verschafte talrijke inlichtingen o.a. over Cadier en Keer. Aan graaf Hans Karl de Marchant et d'Ansembourg zijn een aantal belangrijke gegevens te danken over het kasteel Rivieren.

Het overgrote deel der opmetingen en tekeningen is in de jaren 1954-1960 vervaardigd door de heer H. van der Wal, bouwkundig hoofdambtenaar bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, en architect Th. Haakma Wagenaar. De heer Haakma Wagenaar maakte opmetingen van de Bongart te Bocholtz, het kasteel Oost bij Eijsden, het Stenen Huis en de zuidelijke scheibogen der kerk van Sint Geertruid, de opmetingen van de kerk van Rolduc, alsmede de reconstructie van de Bongard in welstand. Tal van belangrijke gegevens zijn uiteraard aan de waarnemingen van deze beide heren te danken. De Rijksdienst voor het Oudheidkundige Bodemonderzoek verstrekte de reconstructieplattegrond van het kasteel Ehrenstein bij Kerkrade in de middeleeuwen.

Bij veel gebouwen kon gebruik gemaakt worden van opmetingen, die reeds voorhanden waren. Het betreft het huis Severen te Amby, het kasteel van Borgharen, de kerk van Cadier en Keer, de kerktoren van Breust in 1888, het kasteel van Eijsden, de kerken van Mesch, Eygelshoven, Sint Geertruid, Geulle en Gronsveld, de molen te Gronsveld, de Sint Janskluis te Krawinkel, het kasteel Neubourg bij Gulpen (beganegrond), de kerktoren en de Burgh te Heer, de Schelmentoren en de Sint Pancratiuskerk te Heerlen, de Geleenhof en de overzichtstekening van Terworm te Welten, het kasteel van Hoensbroek (behalve de doorsnede over de ronde toren), de overzichts-plattegronden van Rolduc en de kerk te Klimmen in de toestand van 1888. De meeste werden door de heer Van der Wal bijgewerkt en van arceringen voorzien. De plattegronden van Romeinse villae op bladzijde 18 en 23 en de reconstructietekening op bladzijde 20 zijn getekend naar aanwijzingen van dr. W.C. Braat. Voor de dorpsplattegronden en sommige situatietekeningen is uitgegaan van de oudste kadastrale minuutplannen. De kaarten met de territoriale indeling van de hier behandelde streek na 1378 en 1661 zijn getekend naar aanwijzingen van de heer J.M. van de Venne. De overzichtskaart van Zuid-Limburg voor in het boek is van de hand van de heer G. Drinkwaard van het Stedebouwkundig Adviesbureau der gemeente Delft. De cliché's op bladzijde 12, 16, en 22 werden welwillend afgestaan door de heer W.A. Ruysch, uitgever van Antiquity and Survival; de kaart van het Ravensbosch is overgenomen uit het Bulletin des Commissions Royales d'Art et d'Archéologie de Belgique (1878).

De plattegronden en doorsneden van de gebouwen zijn zoveel mogelijk gereproduceerd op schaal 1:300, behoudens details en situatietekeningen. De plattegronden der Romeinse gebouwen op bladzijde 18 en 23 zijn verkleind tot schaal 1:700.

Bij het aanvaarden der opdracht waren weinig bruikbare foto's beschikbaar. Het

[pagina VIII]
[p. VIII]

grootste gedeelte der opnamen voor deze aflevering is daarom tussen de jaren 1953 en 1959 vervaardigd door de heer G.Th. Delemarre, fotograaf bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Voor een aantal afbeeldingen kon gebruik worden gemaakt van reeds voorhanden foto's, waarvan enige niet meer bestaande toestanden weergeven. De foto's 137, 138, 197, 198 en 199 zijn vervaardigd door drs. C. Boschma, wetenschappelijk ambtenaar bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.

Van andere zijden werden de volgende opnamen verkregen: 42, Lichtbeeldeninstituut te Amsterdam; 93, 297 en 430, K.L.M. Aerocarto; 95 en 276, uitgeverij Scheltema en Holkema te Amsterdam (fotocoll. Steenbergh); 186, N.L.R. mij Meteor te Amsterdam; 243, Aerofoto Nederland; 215, 216 en 217, Biol. Archeol. Instituut te Groningen; 218, Huub Leufkens te Heerlen; 219, Cohnen te Heerlen.

De in autotypie weergegeven foto's achter de tekst zijn in beginsel naar de gemeenten gerangschikt, waarbij er naar gestreefd is een ook voor het oog bevredigende oplossing te verkrijgen; de afbeeldingen van edelsmeedwerk en paramenten werden daartoe achteraan bijeen geplaatst.

Tenslotte wil de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving een woord van dank richten tot alle autoriteiten en particulieren voor de grote bereidwilligheid, waarmede zij de auteurs en hun medewerkers in staat hebben gesteld te onderzoeken, op te meten en te fotograferen. Hun medewerking is voor het tot stand komen van dit boek onmisbaar geweest.

 

De Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving,

 

Mr. S.P. BARON BENTINCK, Voorzitter

 

Mr. R. HOTKE, Secretaris

 

's-Gravenhage, september 1961


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken