Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De roman van Heinric en Margriete van Limborch (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De roman van Heinric en Margriete van Limborch
Afbeelding van De roman van Heinric en Margriete van LimborchToon afbeelding van titelpagina van De roman van Heinric en Margriete van Limborch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (4.43 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Editeur

Albert Verwey

Illustrator

Victor Stuyvaert



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De roman van Heinric en Margriete van Limborch

(1937)–Hein van Aken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 117]
[p. 117]


illustratie

XII

Nu was het dan de laatste dag van de vrede. Sultan Karados verzamelde zijn koningen en ammeralen en er werd besloten dat, de volgende morgen vroeg, de stad, evenals indertijd, op twee plaatsen zou worden aangevallen. De koningen Colesus en Asiis van Sassië zouden de sterke poorten aan de zeekant met hun olifanten bestormen. Het meest bezorgd was de Sultan om zijn jonge neef Armenius die nu ridder was. Hij beval hem aan in de hoede van Demophon en Pelias van Indië.

Heinric besloot de wagens van Tubal gereed te houden en verder naar bevinden te handelen.

De volgende morgen trok heer Demophon met

[pagina 118]
[p. 118]

de zijnen naar de poort waar de keizer van Rome stond. Hun gevecht had voor Demophon een onvoorspoedige afloop want de speer van zijn weerpartij trof hem in de buik, zodat hij moest verbonden worden. Tegelijk reed de koning van Frankrijk tegen Asa van Caprobanane. Hij viel en brak zijn been, maar zijn speer ging door Asa's schild en doorstak hem. Echites reed Anas van Creten onder de voet.

Colesus en Asiis van Sassia trokken naar de zeepoort met hun olifanten. Die liepen in rijen van tien en elk van hen droeg vijftig soldaten. Maar koning Eliades deed achtereenvolgens de wagens uitrijden. Honderd olifanten liet hij voorbijtrekken, maar toen ging hij tot de aanval over, waarbij er meer dan zestig dood bleven. Ze vielen in zee of op de weg, waar er zoveel met hun kastelen lagen dat de volgende niet meer konden voorttrekken en de koningen die eerst niet wisten wat er gaande was het bevel gaven tot de terugtocht.

Heer Heinric streed intussen bij de bovenste poort tegen Crudus van Bactrië, die de eigen troepen van de Sultan aanvoerde. Hij doodde de koning van de Moren en joeg de Sarrasijnen terug, totdat twee koningen, Tessalus van Tessalie en Altasem van Libië met hun troepen aankwamen, benevens Maurus van Moriane, Ysis van Garamentis en nog vijf koningen te hulp schoten, zodat ook Heinric hulp uit de stad moest krijgen.

[pagina 119]
[p. 119]

Een schoon verhaal moet ik nu doen van Elionette, de koningin van de Amazonen. Eerst ontmoette haar Pelias, de jonge koning van Indië. Zij doodde hem met de punt van haar speer. Armenius, de jonge neef van de Sultan, zag dit en drong op haar aan, hij met al zijn volk. Het leger van de vrouwen was kleiner dan het zijne en er vielen er vele, maar meer nog vielen er van de Heidenen. Elionette verloor haar paard, maar ze streed even dapper en maakte een open kring om zich heen, zolang als het duren kon. Dit zag een man, ik weet niet wie, die het aan koning Rioen vertelde en nu schoot deze te hulp, sprong van zijn paard en deed haar opzitten. Hij streed te voet. Maar zij reed op Armenius aan, wierp hem af en greep zijn paard dat ze de koning aanbood. Demophon ontmoette onderwijl de oude graaf van Athene. Ze braken elkanders schachten en de graaf viel op 't zand, maar was ongekwetst. Demophon reed weer voort, tot waar Echites juist door Armenius was aangevallen. De jonge man deed goede slagen, maar Echites greep hem om zijn hals en wou hem juist zijn zwaard door 't hart steken toen Demophon luid riep: Lieve koning, om mijnentwil doe het niet! De koning hoorde het, liet af en zei dat hij hem gaarne een genoegen deed, waarop Demophon dankte. Toen reed hij op de koningin van de Amazonen toe en terwijl zij beiden geweldige slagen deden, kwam weer Armenius die zag

[pagina 120]
[p. 120]

dat zij dezelfde was die koning Pelias gedood had. Zodra nu Elionette zag, dat ze van Armenius niet kon afkomen, zette zij haar zwaard voor haar borst, gaf haar paard de sporen en rende zo op hem aan. De punt ging door halsberg en wapenrok, zo in de borst, zodat hij van 't paard stortte. Zij trok het zwaard uit en liet hem vallen. Toen dit Demophon zag zwoer hij dat zij het ontgelden zou. Maar de zon ging onder, het werd donker en beide legers ruimden het veld.

De Sultan, die hoorde dat zijn neef gevallen was, weende en jammerde en beschimpte Mahomet. Maar Demophon zei: Wat raast ge en weet niet op wie. Wat zijn moet, moet zijn. Morgen strijden we weer en ik beloof u dat ik Armenius wreken zal.

De Sultan wilde eerst dat men weer van twee kanten zou aanvallen. Maar Demophon ried het af, omdat men zo elkaar niet helpen kon.

De volgende dag was er dientengevolge een groot en verward gevecht, waarbij Echites uit de ene en Heinric op zijn dromedaris uit de andere poort het heidenleger aantastte en Demophon voortdurend Elionette zocht. Tot twee keer toe wierpen ze elkander van het paard. De strijd bleef onbeslist. Verschillende oosterse koningen waren gevallen, maar ook de Christenen leden. Heinrics dromedaris was onder hem doorstoken. Hij en ook Echites en aan de andere zijde Demophon streden te voet.

[pagina 121]
[p. 121]

Toen evenwel kwam er hulp van de twee heren, die we lang uit het oog verloren: Evax en Jonas. Zij waren met hun troepen aan de andere zijde van het heidense legerkamp gekomen, reden het door, verbrandden de tenten en ontmoetten ten slotte de Sultan zelf, wie Evax het hoofd kloofde.

Demophon had intussen een paard gegrepen en had Elionette in het nauw gebracht. Evax zag het en zei tegen Jonas: dat moet niet lang duren of hij breekt door de onzen heen. Dat is Demophon, had Jonas juist de tijd hem toe te roepen, de Sultans broeder, de dapperste van allen, vriend van Echites. Meteen reed Evax op hem af en gaf hem een slag op 't hoofd die hem bedwelmde. Juist wou hij nog eens toeslaan, toen Echites het zag en riep, zo luid hij kon: laat staan, laat dat slaan, heer koning, om mijnentwil! Hij hield op, nam hem gevangen en zond hem in de stad. Hij bleef buiten kennis en de keizerin deed hem in haar paleis op een bed liggen en zat, hoorde ik zeggen, bij hem met Margriete en de schone Esyone.

Nadat nu de koning van Perzië nog door de koningin van de Amazonen verslagen was, verspreidde zich onder de Heidenen de tijding dat de Sultan dood was, en terwijl de zon juist onder ging, gingen ze allen op de vlucht.

Toen Demophon bijkwam hoorde hij alles en was gereed zorgtedragen voor een goede vrede.

Hij begaf zich weer naar buiten, koning Cole-

[pagina 122]
[p. 122]

sus was van oordeel dat de God van de Christenen sterker gebleken was dan die van de Heidenen. Hij en Prassius en Maurus gingen met Demophon mee in de stad. Zij wouden alle drie Christen worden.

Demophon vroeg nu de bemiddeling van Heinric en Echites opdat hij de dochter van de koning van Salence ten huwelijk kreeg. Gewenst als bondgenoot en bemind door de prinses kon hij tot zijn doel geraken. De koning van Frankrijk trouwde Celidone, de dochter van de koning van Dalmatië. De keizer van Rome de schone Salamine, dochter van de koning van Tracië.

Echites echter had nog niet wat hij begeerde. Hij zond zijn vader en Evax en Jonas naar Heinric. Heinric schertste en zei: hoe kan hij een zo arm meisje vragen, wier ouders hij niet kent. Ik zal straks weer met haar naar mijn land trekken. Maar de anderen hielden vol dat zij in ernst spraken en hij ging naar zijn zuster om haar het verzoek voor te leggen. Daar hoefde hij niet lang te wachten op een antwoord.

Het hoogste huwelijk kwam nu echter nog; want Echites en alle anderen overwogen, dat Heinric de hoogste beloning toekwam en dat was de hand van de keizerin. Zij gingen tot haar en zeiden het haar. Zij antwoordde: wat gij doet, heren, is welgedaan. Heinric verklaarde dat hij de eer en het geluk niet waardig was, maar dat er

[pagina 123]
[p. 123]

geen groter eer en geen groter geluk voor hem bestond. Daarop kwam de bisschop en ondertrouwde ze.

Ook Colesus en Prassius kregen hun bruiden. Na veertien dagen gingen er zeven koningen met hun bruiden ter kerke.

Ten allerlaatste kwamen ook, over Athene waar ze de gravin Nicita bezochten en met zich namen, de hertog en de hertogin van Limborch in de stad. Zij kwamen juist op de trouwdag. Dat was de grootste vreugde.

Veertig dagen duurden de feesten. Het Limborchse hertogspaar bleef tot zijn dood in Konstantinopel, waar ze in de Sofiakerk voor het hoogaltaar begraven werden. Wie 't niet geloven wil kan het gaan zien. Margriete bleef koningin van Armenië.

Nog nam koning Rioen de koningin van Amazonië tot vrouw, de koning van Byhem de koningin Pasca, van wie de Beieren afstammen, en zelfs de zwarte koning Maurus kreeg de zijne, maar hij moest haar met geweld schaken uit het huis van haar vader.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken