Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Cleefschen Pegasus (1654)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Cleefschen Pegasus
Afbeelding van Den Cleefschen PegasusToon afbeelding van titelpagina van Den Cleefschen Pegasus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (3.11 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

lofdicht(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Cleefschen Pegasus

(1654)–Maria-Margareta van Akerlaecken–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio E7r]
[fol. E7r]

De Oudheyt Vande Fundamenten vanden Swanen Toren, Vande Vorstelijcke Resident Stadt Cleve.

Oock mede het schoon Gesicht van vier-en-twintich Bemuerde Steden.

 
Den Thooren spreeckt.
 
BEsiet mijn vry te deegh, leest wat dit schrift wilt seggen,
 
Het is seer langh geleen datmen hier heeft doen leggen,
 
Myn Fundamenten wel, veel meer als Duysent Iaer,
 
Eer den Heer Christus was gheboren houdt men waer.
 
Maer Veerthien hondert Iaer na Christus was gebooren,
 
Negen dertich daer by doen viel myn hoogen Tooren,
 
October seven soo was in dien tijdt den dagh,
 
Als men myn Toren hoogh door 't graven vallen sagh.
 
Den eersten Vorst van Cleef Adolphus was syn Name,
 
Heeft my doen bouwen weer het selve Iaer bequaeme,
 
Soo hoogh als ghy cund sien al hier an desen steen,
 
Of syn Sin met Nassau niet wel quam over een.
 
Om dat dien Vorst niet langh hem ginc hier op versinnen,
 
Of men dit groote werck in d'winter soud beginnen,
 
Maer hy moght dencken wel dat het altijdt is goet,
 
't Geen dat men om profijt of om de eere doet.
 
End recht voor myn staet meed, noch eenen Ouden Toren,
 
Iulius Caesar die deed maecken hier te voren,
 
Om vele menschen daer te setten in't benouw,
 
Nu is 't een blyde plaets gemaeckt door Prins Nassouw.
 
Den Vorst van Cleef die was eens qualijcken te vreden,
 
Met den Vorst van Gulick soo dat sy herde streden,
[Folio E7v]
[fol. E7v]
 
End de Vrouw Moeder van den Cleefschen Vorst die sagh,
 
Op desen Toren hoogh wie winnen soud den slagh.
 
End nae dien strijdt seer wel gedeurt hadde veel stonden,
 
Soo is den Vorst van Cleef Victorieus bevonden.
 
Wat groote blyschap moest dat doen de Moeder syn,
 
Dewijl sy in den slagh voor 'tEyndigen had pyn.
 
Op desen Thooren can men noch aenschouwen mede,
 
Wanneer het is claer weer seer veel bemuerde Stede
 
't Getal tot vier mael ses staen ick niet schoon en hoogh,
 
dat, dat can syn ghesien van eene plaets in't oogh.

Gemaeckt binnen Cleve.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken