Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur. Deel 2. 1ste en aanvang der 2de helft van de XVIIe eeuw (1852)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur. Deel 2. 1ste en aanvang der 2de helft van de XVIIe eeuw
Afbeelding van Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur. Deel 2. 1ste en aanvang der 2de helft van de XVIIe eeuwToon afbeelding van titelpagina van Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur. Deel 2. 1ste en aanvang der 2de helft van de XVIIe eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.10 MB)

Scans (15.87 MB)

ebook (3.25 MB)

XML (1.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur. Deel 2. 1ste en aanvang der 2de helft van de XVIIe eeuw

(1852)–J.A. Alberdingk Thijm–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 106]
[p. 106]

De dood - het einde.

[Lied uit het Paradijs der Lof-sangen geplant door Salomo Theodotus, Lic. in de Theol.; bundel liederen voor het geheele Kerkjaar; Eerste dr. van 1621.]

 
Mensch hoe leeft ghy sonder vresen,
 
Daer ghy sterven kondt soo ras!
 
Niet waert ghy, niet sult ghy wesen,
 
Niet als enckel stof en as,
 
Niet als aes der wormen snoodGa naar voetnoot1
 
En u eynd sal sijn - de doot.
 
 
 
Alsoo haest sult ghy verdwijnen
 
Als een schaduw' op het velt,
 
Als een blom sult ghy verquijnen,
 
Als het hoy te neer ghevelt,
 
Nae der aerden, aller schoot,
 
Want u eynd sal sijn de doodt.
 
 
 
NiemantGa naar voetnoot2 salder gunst geschieden,
 
Maer wel een eenparigh recht.
 
Niemant sal dien pijl ontvlieden,
 
Soo de meester, als de knecht,
 
Jonck en out, kleyn ende groot;
 
Maer het eynd sal sijn de doodt.
 
 
 
't Hoogh vernuft soo wijt gepresen
 
Van den wijsen Salomon,
 
't Soet en aengename wesen
 
Van den schoonen Absolon,
 
En van Sampsons krachten groot
 
Is het eynt geweest de doodt.
 
 
 
Ghy, die leeft in grooter eeren,
 
Hoogh van machten, pracht en staet,
 
Denckt hoe haest het kan verkeeren,
 
Dat ghy weer te gronde gaet,
 
Dat ghy krijght dien harden stoot
 
Als uw' eynd sal zijn de doodt.
 
 
 
Gierigh mensch, wat wilt ghy sparen
[pagina 107]
[p. 107]
 
Met een onversade vlijt,
 
Schat van gelt en goet vergaren
 
Voor soo een onsek'ren tijt!
 
Ghy wort haest van alsGa naar voetnoot3 ontbloot
 
En uw' eyndt sal zijn de doodt.
 
 
 
Wat sult ghy van hier mee draghen?
 
't Linnenkleet, drie ellen lanck;
 
Men sal u een dootkist sagen
 
Van een rouwen eycken planck,
 
Daer men u ind' aerd' mee stoot;
 
Want uw' eyndt sal zijn de doodt.
 
 
 
Dochters, wat gaet ghy vercieren
 
U met paerlen ende gout,
 
En uw haer om 't hooft laet swieren
 
Met uw' strickjes menighfout,
 
U blancket met wit en root;
 
Daer u eynd sal zijn de doodt.
 
 
 
Ghy, die soo verslijt u leven
 
In de wereltsche geneught,
 
Sult ghy niet uw' herte geven
 
Tot de [noyt gestoorde] vreucht!
 
Eeuwigh, eeuwigh is soo groot;
 
[Hier] uw eynd sal zijn de doodt.
 
 
 
[Och wat loon sult ghy verwachten,
 
Als ghy hebt geen goet gedaen?
 
Naer] wat voorspraeck sult ghy trachten,
 
Als ghy sult ten oordeel staen?
 
Niemant helpt u uyt den noot;
 
Maer uw' eynd sal zijn de doodt.
voetnoot1
Nietig.
voetnoot2
(3e Nv.)
voetnoot3
Alles.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Het paradijs der geestelijke en kerkelijke lofzangen (onder pseudoniem Salomon Theodotus)


auteurs

  • Aegidius Haeffacker