Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur. Deel 2. 1ste en aanvang der 2de helft van de XVIIe eeuw (1852)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur. Deel 2. 1ste en aanvang der 2de helft van de XVIIe eeuw
Afbeelding van Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur. Deel 2. 1ste en aanvang der 2de helft van de XVIIe eeuwToon afbeelding van titelpagina van Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur. Deel 2. 1ste en aanvang der 2de helft van de XVIIe eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.10 MB)

Scans (15.87 MB)

ebook (3.25 MB)

XML (1.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur. Deel 2. 1ste en aanvang der 2de helft van de XVIIe eeuw

(1852)–J.A. Alberdingk Thijm–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

't Lied van den edelen Prins Fredrik Hendrik.

 
Fredrik Hendrik van Nassouw
 
Prince van Oranjen,
 
Die mijn Vaderlandt getrouw
 
Dien tot schrick van Spanjen,
 
Die mijn Bataviers gemoed
 
Wil betuygen door mijn Bloedt
 
En mijn Jonghe leven,
 
Voor haer Vryheydt geven.
 
 
 
Die my altijds in het Veldt
 
En̄ in sware toghten
 
Heb voor in de Spits gestelt,
 
Ridderlijck ghevochten;
 
Of ick schoonGa naar voetnoot1 was Jongh en̄ teer,
 
'k Socht mijn vromicheydt en Eer
 
In uw dienst te leeren,
 
't Vaderlandt ter Eeren.
 
 
 
Als ick eerst reed' in den Slagh,
 
Aen mijn Broeders sijde,
[pagina 283]
[p. 283]
 
Daer betoond' ick al den Dagh
 
Dat ick socht te strijden,
 
En̄ dat met de Bus en Swaerdt,
 
Onverschrickt en̄ onvervaert
 
'k Wou mijn Leven wagen
 
In mijn Jonge daghen.
 
 
 
Krijghs-luy, ghy sult tuyge sijn
 
Van mijn vroome daden,
 
Hoe dat swarigheydt noch pijn
 
My kan overladen;
 
Hoe noch Donder noch Geschut
 
Heeft mijn dapperheydt ghestutGa naar voetnoot2,
 
En dat vorst noch regen
 
Kon mijn Ziel bewegen.
 
 
 
Voor de Vryheydt en̄ Godts Woort,
 
Voor de rust der Vroomen,
 
Sta ick als een vaste Poort,
 
Niemandt heeft te schromen:
 
Wie sich voor de Wetten stelt
 
Dien ben ick een trouwe Helt,
 
En̄ ick sal hem kroonen,
 
En̄ met deughd beloonen.
 
 
 
Noch de Vijand, noch de Nijdt
 
My het Hert benouwen,
 
Want ick, midden in den Strijdt,
 
Met een vast betrouwen
 
Sie, hoe Godt my uyt ghevaer
 
Heeft verlost so menigh Jaer,
 
En̄ my in dees tijden
 
Noch wel sal bevrijden.
 
 
 
Wildy, dat ick voor u tree,
 
Volgt dan oock mijn ganghen,
 
Want tot Liefde en̄ tot Vree
 
Streckt al mijn verlanghen.
 
Borghers, drijft wegh Twist en̄ Haet,
 
Die ons Landt so dapper schaedt,
[pagina 284]
[p. 284]
 
En̄ vlecht al uw sinnen
 
Met den Bandt van Minnen.
 
 
 
Ick ben een trouw Hollants hert,
 
In uw Ziel gheboren,
 
Och, wat waert my groote smert
 
Als gy ginght verloren.
 
Mijn Heer Vaders trouwe raet,
 
En̄ mijn Broeders trouwe daet
 
Sult ghy in mijn Wercken
 
Vlijtelijck bemercken.
 
 
 
Vaert doch wel, Vereenigt Landt!
 
En̄ ghy Heeren Staten!
 
Strengelt vast des Eendrachts bandt,
 
En̄ wilt de ondersaten
 
Stieren, dat ons deftigh Schip
 
Magh door menigh Banck en Klip
 
Door u wijse Peylen
 
Al 't ghevaer ontzeylen!
 
 
 
Dan, so sal Godts Zeghen staen
 
Als een Hof te bloeyen,
 
En̄ sal blincken als de Maen,
 
En̄ in Voorspoed groeyen.
 
Heb ick 't dan by u verdient,
 
Dat ick ben der Landen vriendt?
 
Vlecht dan oock mijn Daden
 
Aen uw Lauwer-bladen.

voetnoot1
Ofschoon ik.
voetnoot2
Gestuit.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Frederik Hendrik van Oranje, prins van prins van Oranje, graaf van Nassau