Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literair-theoretische geschriften. Deel 2. Commentaar (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literair-theoretische geschriften. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Literair-theoretische geschriften. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Literair-theoretische geschriften. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.68 MB)

Scans (15.47 MB)

ebook (3.16 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Editeur

Jacqueline de Man



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literair-theoretische geschriften. Deel 2. Commentaar

(1999)–Hieronymus van Alphen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Inleidende verhandeling over de middelen ter verbetering der Nederlandsche poëzij

In de inleidende bladzijden geeft Van Alphen enkele destijds algemeen verbreide ideeën weer over de ontwikkeling van het dichterschap. Zo oordeelt hij net als Helvetius (De l'Esprit), die in het vervolg van dit stuk nog uitgebreid aan het woord komt, dat de koopmansgeest een ongunstige invloed had op de poëzie.

Wat Van Alphen hier beschrijft, is een nogal clichématige voorstelling van de omstandigheden waaronder de poëzie tot bloei kan komen. In het eerste stuk van de Verhandeling over het aangeboorne in de poëzij (blz. 159-180) komt hij aan de hand van voorbeelden uitvoeriger te spreken over dit onderwerp.

Van Alphen ziet verschillende manieren om de Nederlandse poëzie te verbeteren. Een vernieuwing en versterking van de literaire taal is daar een belangrijk onderdeel van. Dit behandelt hij als eerste. Andere aspecten van de dichterlijke vormgeving (zoals harmonie, melodie, de toepassing van rijmloze verzen) en het omgaan met literaire voorbeelden, brengt hij ter sprake in de daarop volgende stukken.

blz. 55

r. 10

agterlijkheid: achterstand.

 

r. 14

onze nabuuren op zijde te komen: de achterstand ten opzichte van onze buurlanden in te halen.

 

r. 18-20

ofschoon derhalven velen [...] heeft: zie de inleiding, hoofdstuk 4, blz. 41-45.

[pagina 96]
[p. 96]

r. 37-40 n. 1

Robertson, Geschiedenis, dl. 3, blz. 132-136. De Griekse veldheer Dionysius van Syracuse moest veel moeite doen om het dichten onder de knie te krijgen. Aanvankelijk hadden zijn pogingen weinig succes, maar allengs ging het beter. Zo ontving hij van de stad Athene een prijs voor een van zijn treurspelen. Robertson: ‘Dit is een blijk, dat dionysius, door zijnen onvermoeiden vlijt aan de Dichtkunst besteed, ten laatsten tot eenige uitmuntendheid in dezelve gekomen is’ (Geschiedenis, dl. 3, blz. 136).

blz. 56

r. 2-14

De koelheid [...] poëtische genie: dat de koelheid en de handelsgeest van de Nederlanders hun artistieke ontwikkeling in de weg zouden staan is een cliché in de buitenlandse literatuur over Nederland. Vgl. hiervoor bijvoorbeeld: Van Strien, British Travellers en Van der Woud, De Bataafse hut.

 

r. 15

zo: zowel.

 

r. 21-24

wij leven onder geenen Griekschen hemel [...] ons: Winckelmann heeft in zijn Gedanken über die Nachahmung der griechischen Werke (1756) beschreven hoe de ‘zachte Griekse hemel’ de bloei van de Griekse kunst heeft begunstigd. De echo's hiervan klinken in veel van de latere verhandelingen na, vooral in Herders Ursachen des gesunknen Geschmacks (1775), waar de opvattingen over de invloed van het klimaat in verband worden gebracht met de ontwikkeling van de smaak. Beide bronnen worden in het vervolg nog aangehaald. Zie ook de algemene toelichtingen bij het eerste stuk van de Verhandeling over het aangeboorne (blz. 169-170).

 

r. 31-32

dat de vrijheid [...] geweest is: de democratische staatsvorm werd naast het klimaat als een belangrijke factor beschouwd voor de geestelijke ontwikkeling van een volk. Zie ook de toelichting bij r. 21-24.

 

r. 38

zijnen geest optewekken [...] aanteblazen: Van Alphen maakt hier gebruik van metaforen waarin de dichterlijke bezieling (furor poeticus) doorgaans wordt omschreven. De dichterlijke inspiratie komt ter sprake in het laatste deel van de Verhandeling over het aangeboorne.

 

r. 43

Het mangelt ons: het ontbreekt ons.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Theorie der schoone kunsten en wetenschappen. Eerste deel

  • over Digtkundige verhandelingen