Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjen (1783)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjen
Afbeelding van Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjenToon afbeelding van titelpagina van Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.91 MB)

ebook (3.37 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjen

(1783)–Hieronymus van Alphen, Pieter Leonard van de Kasteele–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Het bedervende kind aan de voeten van zijn vader.

 
Vader! Vader! 'k heb 't bedorven!
 
Ach! mijn wederspannig hart,
 
Nog der zonde niet gestorven,
 
Is weêr trouwloos afgezworven,
 
Maar, dit weetge, 't is mijn smart.
 
 
 
'k Zal mijn schulden niet verbloemen,
 
Allen zijn zij U bekend.
 
'k Wil mijn eigen snoodheid doemen,
 
U, o God! regtvaardig noemen,
 
Schoonge uw plagen op mij zendt.
 
 
 
Onlangs nog door U genezen,
 
En gereinigd van mijn schuld,
 
Hadde ik lust U teêr te vreezen,
 
Een gehoorzaam kind te wezen,
 
Steeds met dankbaarheid vervuld.
 
 
[pagina 10]
[p. 10]
 
Maar verwonnen door de zonden,
 
En door driften overmand,
 
Zie ik mij op nieuw gebonden,
 
En wel haast geheel verslonden,
 
Reiktge mij niet straks uw hand.
 
 
 
Laat uw Liefde mij nu varen,
 
Ach! wat wordt er dan van mij?
 
Zultge U tegen mij verklaren,
 
's Vijands rot zal mij niet sparen;
 
'k Zie het vergenoegd en blij.
 
 
 
'k Hoor het juichen om mijn weenen,
 
't Lacht, terwijl mijn boezem schreit;
 
Want het ziet mijn moed verdwenen,
 
't Werpt mij hoonend voor de scheenen
 
‘Hoe! is dit uw dankbaarheid?’
 
 
 
Vader! Vader! rigt mijn gangen
 
Weder op het regte pad:
 
't Is (Gij weet het) mijn verlangen,
 
Kinderlijk U aan te hangen;
 
Hebtge niet mijn hand gevat?
 
 
[pagina 11]
[p. 11]
 
'k Heb, toen 'k U begon te vreezen,
 
Uit uw eigen mond gehoord,
 
Dat Gij zoudt lankmoedig wezen,
 
En 't weerbarstig hart genezen:
 
Denk nu aan 't gegeven woord!
 
 
 
Zultge, o Vader! mij niet hooren,
 
Daar mijn Broeder voor mij spreekt;
 
Deed Hij 't niet, ik was verloren;
 
Maar zijn stem klinkt in uwe ooren,
 
Wijl Hij als mijn Losser smeekt.
 
 
 
Zie mij met bekretene oogen
 
Nederbukken voor uw troon;
 
Schreiend smeeken om meêdogen.
 
Maar - uw hart is reeds bewogen
 
Door de tranen van den Zoon.
 
 
 
Godlijk bloed! Gij toont uw kragten;
 
Gij verzoent, en Gij geneest!
 
Zal wel ooit een ziel versmagten,
 
Die geloovig blijft verwagten
 
U, o Vader, Zoon, en Geest!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken