Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjen (1783)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjen
Afbeelding van Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjenToon afbeelding van titelpagina van Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.91 MB)

ebook (3.37 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve van stigtelijke mengel-poëzij. Eerste stukjen

(1783)–Hieronymus van Alphen, Pieter Leonard van de Kasteele–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 29]
[p. 29]

Vroomharts klagt.

 
'k Zag onlangs Vroomhart staan bij 't vee,
 
Met een bedrukt gelaat, met tranen in zijne oogen;
 
Hij miste, zo 't mij scheen, dien zoeten zielevrêe,
 
Die 't hart eens Christens houdt in blijdschap opgetogen.
 
Zijn schaapjens dwaalden om hem heen;
 
Maar ongevoelig voor 't geween
 
Van hunnen Herder, wien hun bijzijn niet kon stooren;
 
Hij zogt door zugt op zugt
 
Voor zijn benauwden boezem lugt,
 
En deed aan 't eenzaam veld deez bange klagten hooren.
 
 
 
Lijdende Jesu! stervende Liefde!
 
Wien mijne ellende 't harte doorgriefde,
 
Zag ik mijn vleesch aan 't kruis eens gehegt,
 
Zonden en lusten 't voedzel ontzegd!
 
'k Moet aan uw voeten treurende klagen;
 
Kenner der harten! weenend U vragen:
[pagina 30]
[p. 30]
 
Ben ik wel ooit genet in uw bloed?
 
Woont er opregtheid in mijn gemoed?
 
Heb ik in waarheid me overgegeven;
 
Om voor uw aanzigt teder te leven?
 
Houdt ook geveinsdheid in mijn bestaan
 
't Oordeel verblind door vleienden waan?
 
Open, o Jesus! open mijne oogen!
 
Heb ik mij zelven zo lang bedrogen;
 
Koos ik een dwaalweg; 't is me tot smart:
 
Open, o Jesus! open mijn hart!
 
Israëls Leeraar, proever der nieren,
 
Gij die de blinden veilig kunt stieren!
 
Maakt uwe waarheid zondaars niet vrij?
 
'k Ben zo ellendig, wend U tot mij!
 
'k Moet in mijn boezem telkens gevoelen
 
Zondige lusten woeden en woelen;
 
Kwellende kommer, knagende pijn,
 
Doen mij geduurig moedeloos zijn.
 
Wrevelig morren, trouweloos zwerven,
 
Doen mij gestaâg uw vrolijkheid derven;
 
Daar ik mijne eerste liefde verliet,
 
Hadde ik verdiend, dat Gij me verstiet.
[pagina 31]
[p. 31]
 
Zie op geen schulden, 'k smeek om genade,
 
Eeuwige Ontferming! sla ze niet gade!
 
Zoude ik iets eisschen -? straf waar mijn lot,
 
Was niet mijn Jesus Voorspraak bij God.
 
Maar doet de vrugt, die 't kruis heeft gedragen,
 
Duizenden zielen juichend gewagen,
 
Dat er bij Jesus zaligheid is,
 
'k Vlie dan naar Hem met al mijn gemis.
 
Schittrende Zon van Godlijke klaarheid!
 
Eeuwige Gloed van Liefde, van Waarheid!
 
Dat voor uw glans mijn duisternis zwigt!
 
Geef mij uw wijsheid, blijdschap, en licht!
 
Laat tog opregtheid in mijn bedrijven
 
Mij in uw waarheid eeuwig doen blijven!
 
Ban uit mijn zinnen, al wat Gij haat!
 
Laat mij U volgen, waar Gij ook gaat!
 
Wil tog de logen ver van mij weeren!
 
Laatme mij nooit tot ijdelheid keeren!
 
'k Zal niet verdwalen; Jesus! mijn schat!
 
Daar Uw genaê mijn regterhand vat.
 
 
 
Hier brak mijn Herder af, en daar de zon haar stralen
 
Niet meer op 't veld deed dalen,
 
Dreef hij zijn vee verzadigd naar den stal,
 
Daar hij 't der zorg van 't alziend oog beval.
[pagina 32]
[p. 32]
 
Zijn kommer scheen verligt door 't klagen:
 
Zijn hart zo treurig, zo verslagen,
 
Zo diep getroffen door zijn lot,
 
Nu door het heilgeloof bemoedigd in zijn God.
 
Zijn bidstem, ongestoord
 
Voor Jesus uitgestort, was, dagtme, reeds verhoord;
 
Zijn ziel scheen alles van Gods goedheid te verwagten.
 
Zo smaakt een vroom gemoed,
 
Gesmolten in een tranenvloed,
 
De blijdschap voor geween, en troost voor bange klagten.
 
En daar een ziel, die Jesus mint,
 
In al haar moeite, in al haar vreezen,
 
Reeds stof tot vrolijk juichen vindt,
 
Wat zal dan 't vol genot der Hemelblijdschap wezen?
 
En zoudtge vreezen, Vroomen? neen,
 
Al gaat gij hier in druk en kommer heen!
 
Waar 't hart om zonden treurt, daar zal Genade rijzen.
 
Ja, schoon uw oog tot water smelt,
 
Er valt geen traan, of ze is geteld,
 
Wie 't meest voor Jesus weent, zal 't meest zijn Liefde prijzen


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken