Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verlokkend ooft. Proeven over Jacob Campo Weyerman (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het verlokkend ooft. Proeven over Jacob Campo Weyerman
Afbeelding van Het verlokkend ooft. Proeven over Jacob Campo WeyermanToon afbeelding van titelpagina van Het verlokkend ooft. Proeven over Jacob Campo Weyerman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.67 MB)

Scans (20.34 MB)

XML (0.78 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

artikel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verlokkend ooft. Proeven over Jacob Campo Weyerman

(1985)–Peter Altena, W. Hendrikx–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 16]
[p. 16]

Peter Altena, Gerardine Marechal, Adèle Nieuweboer, Barbara Sierman
Jacob Campo Weyerman - Overzicht van leven en werken

Een betrouwbare biografie over Jacob Campo Weyerman ontbreekt. Van de biografie, die Franciscus Lievens Kersteman in 1756 liet verschijnen, kan in het gunstigste geval gezegd worden dat ze niet uitsluitend verzonnen is. De biografie van Kersteman was echter succesvol en heeft de kennis van het leven van Weyerman in belangrijke mate bepaald. Het onlangs geintensiveerde Weyerman-onderzoek kan niet beschikken over een zelfs maar voorlopige biografie.

In zijn werk schrijft Weyerman veelvuldig over het eigen leven, met als hoogtepunt de autobiografie in deel 4 van De Levens-beschryvingen der Nederlandsche Konst-Schilders en Konst-Schilderessen (Dordrecht, A. Blussé en zoon, 1769), waarbij het zeer de vraag is of de autobiografische vertellingen behalve sterk ook nog waar zijn. Een aantal van die verhalen, op het oog ongelooflijk, kon archivalisch bevestigd worden, het merendeel nog niet. De hoeveelheid informatie, die om bevestiging vraagt, maakt duidelijk dat het schrijven van de biografie over Jacob Campo Weyerman een werk van jaren zal zijn.

Met de bibliografie van de werken van Weyerman is het florissanter gesteld. In het tijdschrift Het Boek 28 (1944-46) verscheen van D.J.H. ter Horst ‘De Geschriften van Jacob Campo Weyerman. Een bibliografische herziening’. De bibliografie van Ter Horst bevat zo'n 40 nummers. Op deze bibliografie hebben intussen allerlei aanvullingen plaats gevonden en de verwachting lijkt gewettigd dat in de toekomst nieuwe Weyerman-titels zullen opduiken. Dit overzicht van leven en werken van Weyerman is daarom een voorlopig overzicht. Wat de biografie betreft, is in het overzicht geen onderscheid gemaakt tussen bevestigde en onbevestigde gegevens. De tussen haakjes vermelde bronnen bieden wel enige indicatie voor het mogelijk waarheidsgehalte van het biografische feit in kwestie: zo is Kersteman als bron zeer dubieus, zijn Weyermans eigen opmerkingen over het algemeen onbevestigd en is bij Rehm alles archivalisch verantwoord. Onderstaand overzicht is niet slechts voorlopig, maar ook nog selectief: niet alle bekende biografische feiten en niet alle werken zijn opgesomd.

1677 9 augustus

bij Charleroi

Elisabeth Sommer(u)el(l), sinds 11 oktober 1676 echtgenote van de militair Hendrick Weyerman(s), bevalt ‘van eenen jongen’. De jongen krijgt de naam Jacobus en zal gedoopt zijn in het legerkamp voor Charleroi. Of Elisabeth Sommerel het leger vergezelde als marketenster of als echtgenote is onduidelijk. Nadien wordt Jacobus bovendien Campo genoemd, naar verluidt als hommage aan kapitein Campo Plantines, onder wie Elisabeth Sommerel als mili-

[pagina 17]
[p. 17]

tair diende. Dit travestieverhaal komt voor rekening van Kersteman. (Rehm Med. 276)

1679

's-Hertogenbosch

Elisabeth Sommerel woont rond 1679 in 's-Hertogenbosch. De kleine Jacob woont vermoedelijk bij zijn moeder. (Wetzels Med. 276)

1680 17 oktober

Breda

Elisabeth Sommerel, tot dan woonachtig in 's-Hertogenbosch, verkrijgt 17 oktober 1680 attestatie naar Breda. Diverse familieleden gingen haar in de verhuizing kort vooraf, of volgden haar. (Sierman Med. 415)

1683

Breda

Elisabeth Sommerel is zowel door ‘banqueroeten als andersints in verloop van schulden’ geraakt. Haar goederen worden geinventariseerd vermoedelijk in verband met verbeurdverklaring. (Wetzels Med. 269)

1690 16 mei

Breda

Elisabeth Sommerel en haar halfzuster Maria Stoffelen maken hun testament en benoemen Jacobus tot hun enige erfgenaam. Mocht Jacobus' moeder als eerste overlijden, verplicht Jacobus zich aan zijn tante Maria Stoffelen 500 gulden te betalen, als loon voor de 14 jaar, die Elisabeths halfzuster haar onbezoldigd had gediend. Jacobs jeugd moet door beide vrouwen zijn gedomineerd. Zijn vader, reizend militair, zal weinig thuis zijn geweest. (Rehm Med. 196)

1691

Breda

Jacob leert tekenen bij de beeldhouwer Frank P. Verheijden. Verheijden was door Romans, de architect van Koning Willem III aangesteld om diens paleis met beelden te versieren, terwijl tegelijkertijd 's konings intendant Jan de Wijs de beeldhouwer Joan Gloude de Cocq voor hetzelfde werk had gecontracteerd. Onderricht in het schilderen kreeg Jacob van de Bredase kunstschilders Van de Leur en Ferdinand van Kessel en nadien van de Antwerpse bloemschilder Simon Hardimé. (Nieuweboer Med. 409, Hs. II 54)

[pagina 18]
[p. 18]

1692 na augustus

Breda

Jacob wordt door zijn ouders, ‘na de Fransche taal te hebben geleert’ bij schoolmeester Antoine de Courtin, ‘bestelt op de Latynsche Schoolen te Breda, hoewel reeds getreden in zyn vyftiende jaar’. De Latijnse school doorliep hij naar eigen zeggen in drie jaar. (Med. 30 = K. IV 410)

1694 19 oktober

Breda

Hendrick Weyerman, die kennelijk de dood voelt naderen, laat een testament opstellen waarin hij Jacob 250 gulden vermaakt. Tevens benoemt hij zijn echtgenote tot voogdes over hun zoon Jacob. In een andere akte van dezelfde datum schenkt hij 1000 gulden aan Jacob. (Rehm Med. 197, 200)

22 oktober

Breda

Jacob laat zelf een testament opstellen ten gunste van zijn moeder ‘uyt tedere lieffde, die hij tot haer is dragende’. (Rehm Med. 200)

1695

't Woud

Op achttienjarige leeftijd verlaat Jacob de Latijnse school te Breda. Hij trekt in 't Woud (bij Delft) in bij dominee Petrus Sandvoort, die hem onderwijst in Hebreeuws, Grieks, theologie, filosofie, antieke geschiedenis, wis- en sterrekunde. Tweemaal per week volgt hij schilderlessen bij de schilder Thomas van der Wilt te Delft, waarheen hij zich te voet begeeft. (Med. 30 = K. IV 411)

(1695) 21 juni

Breda

Hendrick Weyerman overlijdt en wordt in Breda begraven, ook al was hij er vermoedelijk een onbekende. (Rehm Med. 197)

Breda

De jonge Jacob Campo wordt door zijn moeder in zijn atelier betrapt op ontuchtige handelingen met een schildersmodel. Zijn moeder stuurt hem het huis uit. (Rehm Med. 194 = Kersteman)

1699 ca. Pasen

Breda

Ondanks het voorafgaande woont Jacob weer bij zijn moeder en wel in het huis ‘het Moriaentjen’. (Van Oostrum Med. 98)

[pagina 19]
[p. 19]

22 december

Breda

Jacob Weyerman, kadet in het regiment van kolonel Lauder, wordt door de Bredase krijgsraad gevonnist. Dit vonnis, dat herhaald werd op 1 en 6 januari 1700 was het gevolg van een ruzie om geld (119 gulden en 7 stuivers) met Anneken van Ghils, een slagersvrouw. Waarschijnlijk verlaat Jacob om deze affaire de krijgsdienst. (Rehm Med. 201-2)

1701 22 september

Breda

Jacobs moeder gaat in haar hoedanigheid van voogdes in hoger beroep tegen voornoemd vonnis. De Hoge Krijgsraad te 's-Gravenhage vernietigd op deze datum de drie vonnissen tegen haar zoon. De eiser, Adam Peeter Goyaerts, Annekens echtgenoot, wordt zijn eis vrijwel volledig ontzegd. De aanleiding tot het vonnis is overigens onduidelijk. Uit het een en ander blijkt wel dat Anneken van Ghils een nogal losbandige dame was. Nog in 1720 wordt op deze kwestie gezinspeeld. (Rehm Med. 202, Med. 366)

 

Democritus en Heraclitus Brabantsche Voyage. Klugtspel. (Gent, z.u.), voor zo ver bekend het eerste gedrukte werk van Weyerman. Kort hierna verschijnt De Gehoornde Broeders ofte Vrouwelyk Bedrog. Klugtspel. (z.p., z.u., z.j.). Bij het schrijven van kluchtspelen schijnt Weyerman bij Jan van Hoogstraten advies te hebben ingewonnen. Jan van Hoogstraten, die in juli 1701 in Breda verbleef, schreef bij het eerste kluchtspel twee lofdichten. (Med. 366)

1703 27 juli

Breda

In de Grote Kerk wordt een onwettige zoon van Jacob Weyerman en Catharina Snep gedoopt. De moeder van Catharina Snep, Maria Goyaerts, was eigenares van het huis ‘het Moriaentjen’ in Breda, waar Jacob in 1699 met zijn moeder woonde. Het is dus goed mogelijk dat zijn omgang met Catharina Snep in die tijd begonnen is. (Rehm Med. 200)

1704

Antwerpen

Jacob eet dagelijks ‘in het Ordinaris van Sint Josef, in de Keyzerstraat’ en heeft een korte amourette met Donna Maria Agatha y Andrade. (ZL. 75)

(1704)

Londen

Jacob Campo Weyerman steekt vanuit Den Briel over naar Londen, waar hij Brabantse en Hollandse kunstschilders bezoekt. Hij sluit vriendschap met de

[pagina 20]
[p. 20]

schilder Pieters. In zijn onderhoud voorziet Jacob door werk in het atelier van Godfried Kneller. Hij stoffeert Knellers schilderijen met bloemen, fruit, vogels en vlinders. (Hs. IV, 2, 3)

 

Van dit jaar dateert Weyermans blijspel De Schoone Dwaalstar, of De vereenigde gelieven. Van het blijspel verscheen, voor zo ver bekend, bij Weyermans leven geen gedrukte uitgave. Het werd in 1979 met twee andere blijspelen, eveneens slechts bekend in manuscript, voor het eerst gedrukt. Het manuscript berust in de bibliotheek van de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde te Leiden.

1705

Oxford

Weyerman studeert ‘vlytiglyk’ geneeskunde aan de Universiteit van Oxford. Hij voltooide zijn studie niet. Overigens is zijn inschrijving te Oxford niet terug gevonden. (Med. 36 = K. IV 430)

 

Besweering van den Disperaten Antwerpsen Courantier. Klucht-spel. (Brugge, Jacob Bernaarts).

1706 1 maart

Breda

Elisabeth Sommerel legateert aan haar onwettige kleinzoon duizend gulden. (Rehm Med. 200)

Harwich

Weyerman verblijft in de herberg ‘De Stad Rotterdam’ te Harwich. Hij staat op het punt met de paketboot naar Holland te gaan. (ZL. 121)

1709

Londen

Weyerman reist andermaal naar Londen. Hij schildert er aanvankelijk ‘veele groote stukken’, maar later ook kabinetstukken, die hij aan welgestelde lieden verkoopt. Hij zou zelfs voor Queen Anne twee spiegels met bloemen, fruit en vlinders beschilderd hebben en die aan haar persoonlijk overhandigd hebben. Hij reist te paard door Engeland en verdient zijn brood door onderweg voor adellijke personen te schilderen. (Med. 32 = K. IV 416)

Winter

's-Hertogenbosch

Jacob Campo Weyerman woont in 's-Hertogenbosch en ontmoet in een wijnhuis de dierschilder en bon-vivant Brands. (Hs. II 78-81)

[pagina 21]
[p. 21]

1710 lente

's-Hertogenbosch

Lambert Pain et Vin, Bossche notabele en bloemenkweker, draagt Weyerman op een verkoopcatalogus (tulpen, aurikulaas) en drie bloemstukken te schilderen. Pain et Vin, die ook nog in schilderijen handelde, vormde na zijn bankroet van 1718 een dankbaar voorwerp van spot. De inventaris, opgemaakt na het bankroet, vermeldt drie bloemstukken van Weyerman. In 's-Hertogenbosch ontmoet Weyerman o.a. de kunstkoper ‘Jan Griff den jongen’ en de schilder J.F. Bodecker. Op verzoek van Bodecker stelt Weyerman, bij wijze van reclame, in zijn atelier een van de portretten van Bodecker ten toon. (Altena Med. 416-22, Hs. II 50, 171)

1712 30 juli

Delft

Weyerman koopt een lusthuis te Delft. Even later blijkt hij het uiteindelijk niet gekocht te hebben. Zeker is dat Weyerman in Delft verblijft, want de Delftse kunstliefhebber Valerius Röver koopt in 1712 voor 50 gulden een bloemstuk van Weyerman. Weyerman heeft in die tijd ook contact met de Bodegravense schout en kunstverzamelaar Daniël van Beke. (Moes Med. 192, Hendrikx Med. 320, Sierman Med. 340)

 

Democritus en Heraclitus Brabantsche Voyage. Bezweering van den Desperaten Antwerpschen Courantier. De Gehoomde Broeders of Vrouwelyk Bedrog. Klugtspelen. (Amsterdam, Christiaan Petzold). Volgens de voorrede een verzameling verbeterde herdrukken.

1713 26 april

Rotterdam

Weyerman is aanwezig bij de verkoping van de kunstschatten van Adriaen Paets, ‘ontfanger van de Admiraliteit van de Maas’. Tegen zeer hoge prijzen worden de verschillende stukken van Adriaan van der Werff verkocht, ‘inzonderheijt het stukie van Loths Bloedschande met zijne Twee Dochters, voor 4200. door de griffier Fagel wonagtig in 's Hage’. (Hs. II 16)

30 juni

Breda

Jacob Campo Weyerman doet een trouwbelofte aan de Bredase Johanna Ernst. (Rehm Med. 201)

 

De Hollandsche Sinnelykheid. Bly-spel. (Amsterdam, Joannes Oosterwyk, Hendrik van de Gaete). Aan het blijspel gaat vooraf een lofdicht van waarschijnlijk Thomas van der Wilt, zijn Delftse leermeester. Het blijspel beleeft in 1717 een tweede druk.

[pagina 22]
[p. 22]

1714 2 mei

Leiden

Jacob Weyerman schrijft zich te Leiden in als student in de medicijnen en geeft daarbij als leeftijd 30 jaar op. (Maréchal Med. 385)

1715 22 mei

Breda

Jacobus, zoon van Jacob Weyerman en Johanna Ernst, wordt gedoopt in de Rooms-katholieke kerk aan de Waterstraat. Vader Jacob Weyerman wordt in dit jaar inwoner van Breda genoemd. (Rehm Med. 201)

1717 9 mei

Breda

Henricus, zoon van Jacob Weyerman en Johanna Ernst, wordt gedoopt, ook in de Rooms-katholieke kerk aan de Waterstraat. (Rehm Med. 201)

Breda

Weyerman, hofschilder van prins Willem van Hessen, die gouverneur van Breda was, bezoekt een schilderijenveiling van de Antwerpse kunsthandelaar en burgerwacht ‘Capitijn Penningh’. Weyerman valt op onder het publiek ‘Dewijl mijn gestalte een wijnig trekt op Saul, den soone Kis; die met het Hooft en de schouders uijtstak boven het gansche Heir Israels’. Penningh vraagt aan Weyerman hem en zijn werk te introduceren bij de prins. Weyerman ontraadt hem dat plan door hem een regen stokslagen in het vooruitzicht te stellen. (Hs. I. 80-2)

(1717) 15 november

Rotterdam

Jacob Weyerman sluit een lening af bij de Rotterdamse koopman en kunsthandelaar Jacques Meyers ter grootte van 500 gulden tegen een rente van 4% per jaar. Als onderpand ontvangt Meyers drie schilderijen. Alles wijst erop dat Weyerman zelf ook in schilderijen handelt. (Hanou Med. 126)

1718 voor maart

Rotterdam

Weyerman steekt over naar Engeland. Tegenwind noodzaakt hem enige dagen in Rotterdam te blijven. Hij bezoekt het ‘vermaart Konstkabinet van Jacques Meyers, Koopman en Konstkooper in die Stad woonachtig’. Weyerman ontmaskert diverse schilderijen uit het ‘Konstkabinet’ als vervalsingen. (K. III 323)

[pagina 23]
[p. 23]

28 maart

Londen

Terechtstelling van Markies Paliotti op Tyburn wegens het doden van zijn knecht. Weyerman beschrijft de ceremonie zo levendig dat hij aanwezig moet zijn geweest. Weyerman is in 1718 in Londen: hij krijgt er bezoek van Mathew Prior en andere Torys. Hij logeert o.a. bij de hoogleraar en arts John Woodward. (K. II 238, AH. I 38, RH. 203)

 

Democritus en Heraclitus Brabantsche Voyage. Bezweering van den desperaten Antwerpschen Courantier. De Gehoomde Broeders of Vrouwelyk Bedrog. Klugtspelen. (Amsterdam, Hendrik Strik, ‘De vierde druk, van veele fouten gezuivert’). In 1726, of enige jaren eerder verschijnt andermaal een herdruk, sterk aangevuld met De Hollandsche Sinnelykheid, het nieuwe stuk Den Persiaansche Zydeweever, met Sleutels vol belasterende en verklarende aantekeningen, en met Gezangen van Anakreon.

1719

Antwerpen

Jacob Weyerman volgt schilder- en beeldhouwlessen in Antwerpen bij Joan Gloude de Cocq. (De Bock Med. 102)

1720

Eerste nummer van de Rotterdamsche Hermes (Rotterdam, Joan Hofhout en Arnold Willis), het eerste tijdschrift van Weyerman. Het tijdschrift verschijnt aanvankelijk twee maal per week, vanaf 31 oktober één maal per week en van vier tot acht pagina's uitgebreid. In het eerste nummer bekent de auteur dat ‘nieuschgierigheit, het verlokkend ooft van Temptatie’ hem tot lezing van een zeker ‘blad papiers’ aanzette. Het ‘blad papiers’, ‘getytelt den Amsterdamsche Argus’, geschreven door Hermanus van den Burg, wordt hem aangereikt door de koffiehuisknecht van het Rotterdamse ‘Koffihuis van Schoonenberg’, waar Weyerman op dat moment de krant leest. ‘Hy doorliep dat schrift met nieuwsgierige blikken, doch bevont het een raats beslag 't zamen geflanst uit Duivelshoeks aardigheeden, en kruyers zinspreuken, noch wel zo walchlyk als mostaart en room’. Men vraagt hem of hij het beter kan dan Van den Burg. Weyerman antwoordt van ja, en start zo, naar eigen zeggen, zijn carrière als tijdschriftauteur. Hermes, de auteur van het tijdschrift, woont in het kasteeltje Leeuwenburg aan de Oudendijk te Rotterdam, met Louw, zijn kater. Of Weyerman bij Hermes inwoont, is onbekend.

In 1980 is verschenen te Amsterdam, bij het Huis aan de drie grachten, een integrale fotografische herdruk van de Rotterdamsche Hermes, ingeleid door Adèle Nieuweboer.

[pagina 24]
[p. 24]

1721 4 september

Laatste nummer, nummer 59 van de Rotterdamsche Hermes (Rotterdam, Arnold Willis). Met ingang van 1721 is Willis de enige uitgever van het tijdschrift.

30 september

Eerste nummer van een nieuw weekblad Amsterdamsche Hermes (Amsterdam, Hendrik Bosch), drie weken na het einde van de Rotterdamsche Hermes. In de Amsterdamsche Hermes moeten onder meer zijn vorige uitgever Willis en zijn collega en tegenstander Hermanus van den Burg het ontgelden.

's Gravenhage

Weyerman ontmoet zijn oude leermeester, de in Londen werkzame Simon Hardimé. Hardimé vertelt hem dat de schilder Samuel van den Branden in Londen goed verdient met portretschilderen. (Hs. II 70)

1722

Rotsoord (aan Vaartse Rijn)?

Omstreeks deze tijd heeft Weyerman een relatie met Adriana Simons-De Visscher. Aan haar draagt hij deel twee van de Amsterdamsche Hermes op: ‘Aan Ifis’. Mogelijk bewoont hij met haar het buiten Rotsoord aan de Vaartse Rijn, beneden Utrecht. (Hanou Med. 91)

1723 26 januari

Breda

Elisabeth Sommerel overlijdt te Breda. Ze wordt er op 1 februari begraven. (Rehm Med. 202)

21 september

Laatste nummer van de Amsterdamsche Hermes. In twee jaargangen totaal 104 nummers.

11 oktober

Eerste nummer van Den Ontleeder der Gebreeken (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Autheur, bij Hendrik Bosch’). Het ‘Gedrukt voor den Autheur’ is waarschijnlijk geen loze formule. Het risico (en een groter winstaandeel) komt voor rekening van de auteur.

25 oktober

Rotterdam

Den Ontleeder der Gebreeken te Rotterdam verboden. (GA Rotterdam)

[pagina 25]
[p. 25]

1725

Breukelen

Jacob Weyerman, woonachtig in de Clapstraat te Breukelen, betaalt belastingen voor de jaren 1725-26 en 1726-27. Op het moment van inning voor de jaren 1727-28 woont Weyerman niet langer in de Clapstraat. Hij heeft dan zo'n twee jaar in Breukelen verbleven. (Hendrikx Med. 497)

 

Omstreeks deze tijd schildert Cornelis Troost een portret van Weyerman. Jacobus Houbraken vervaardigt naar dit portret een gravure. (zie afb. I)

(1725) 8 oktober

Laatste nummer van Den Ontleeder der Gebreeken. Totaal in twee jaargangen 104 nummers.

20 oktober

Delft

Jacobus Weyerman, de onwettige zoon uit de verhouding met Catharina Snep, huwt Elisabeth Ruysraet. (Hanou Med. 262)

29 oktober

Eerste nummer van Den Echo des Weerelds (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Autheur, te bekomen bij Hendrik Bosch’).

 

De Historie des Pausdoms (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Autheur’, 3dln., waarvan deel 3 in 1728 verschijnt). Het is een groots opgezet werk tegen bijgeloof in katholieke kring en tegen het katholicisme als zodanig. Advertenties in kranten roepen op in te tekenen op het werk.

1726 juli

Eerste nummer van de Maandelyksche 't Zamenspraaken, tusschen de Dooden en de Levenden (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Autheur, en zyn te bekomen by Hendrik Bosch’). In december verschijnt het laatste nummer, De Achtste 't Zamenspraak. Tegelijkertijd schrijft Weyerman wekelijks Den Echo des Weerelds.

1727 februari

Abcoude

Weyerman woont mogelijk met ingang van februari, mogelijk enige maanden later, in huize Meer en Hoef. Hij huurt Meer en Hoef van Johannes de la Croix. Met De la Croix krijgt hij later ruzie over achterstallige huur. (T. 203, Hanou Med. 446)

[pagina 26]
[p. 26]

31 maart

Breukelen-Nijenrode

Na haar 14 jaar geleden een trouwbelofte gedaan te hebben, trouwt Weyerman Johanna Ernst. Jacobus en Henricus, hun twee kinderen, zijn bij het huwelijk aanwezig. (Rehm Med. 201)

6 mei

De voornaamste beweegredenen en omstandigheden die aanleyding hebben gegeeven aan Moses Marcus tot het verlaaten van den Joodschen, en tot het aannemen van den Kristelyken Godsdienst (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Overzetter’). Uit het Engels vertaald door Weyerman. (Buijnsters TNTL (96) 38)

13 oktober

Laatste nummer van Den Echo des Weerelds. Totaal in twee jaargangen 104 nummers.

1728 27 september

Eerste nummer van De Doorzigtige Heremyt ('s Gravenhage, Reynier van Kessel). Is hier sprake van een terugkeer van Weyerman als tijdschriftauteur, na bijna een jaar afwezigheid, of is de ontbrekende schakel gewoon nog niet gevonden?

1729 17 februari

Amsterdam

Blijkens een advertentie woont Weyerman op de Reguliersgracht, tussen de Keizersgracht en de Vijzelstraat (aan de stille zijde). Enkele maanden later woont hij in de Lombaertsteeg. In de Lombaertsteeg drijft zijn latere uitgever Joris vander Woude een boekhandel.

(1729) 28 februari

Laatste nummer van De Doorzigtige Heremyt. Het is nummer 23. Spoedig verschijnt een tweede druk van het tijdschrift.

7 maart

Eerste nummer van Den Vrolyke Kourantier ('s-Gravenhage, Reynier van Kessel). Het tweede en laatste nummer verschijnt 14 maart.

4 juli

Eerste nummer van Den Vrolyke Tuchtheer (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Autheur, bij Joris vander Woude’). In 1978 is verschenen een heruitgave van

[pagina 27]
[p. 27]

de eerste 20 afleveringen van het tijdschrift, met kommentaar door A.J. Hanou.

24 augustus

's-Gravenhage

Tijdens het proces van 1739 verklaart Weyerman van 24 augustus tot en met 20 november 1729 met Adriana Simons-De Visscher in de Spuistraat te 's-Gravenhage bij een horlogemaker gewoond te hebben. Een en ander lijkt aannemelijk. Alleen de datum kan niet kloppen: Adriana overlijdt 5 april 1729. (Hanou Med. 96)

 

De Levens-beschryvingen der Nederlandsche Konst-Schilders en Konśt-Schilderessen ('s-Gravenhage, Wed. E. Boucquet, H. Scheurleer, F. Boucquet en J. de Jongh, 3 dln.; in 1769 verschijnt posthuum deel 4 in Dordrecht bij A. Blussé en zoon). Weyermans grootste verkoopsucces: een aan diefstal grenzende navolging van Arnold Houbrakens Groote Schouburgh, belangrijk aangevuld met eigentijdse informatie over de verblijfplaatsen van diverse schilderijen, over de kunsthandel, en anecdotes over schilders, die Weyerman al dan niet kende. Qua stijl te prefereren boven Houbraken en veel lezers deden dat dan ook. Door Weyerman geschreven op Meer en Hoef. (K. II 152)

1730 18 mei

Amsterdam

In de Oude Kerk wordt gedoopt Johanna Jacoba, dochter van Jacob Weyerman en Johanna Ernst. (Geerars Med. 353)

26 juni

Laatste nummer van Den Vrolyke Tuchtheer. De jaargang telt 52 nummers.

29 juni

Amsterdam

In Amsterdam, bij Jacob Campo Weyerman in de Wijde Lombaertsteeg, en bij de belangrijkste boekverkopers in de Republiek kan worden ingetekend op de uitgave van ‘voorn. Schryver’: De Ontleedkunde der Hartstogten; de Vertellingjes van Monsr. de la Fontaine, in Nederduytse Vaerzen vertaelt; de Gezangen van Anakreon en Sapho; de Kronyk der Paruyken; het Blyspel van Amphitrion, of de twee Sosias; te gelyk met eenige ongemeene Leevensbyzonderheden des Schryvers, in 4 delen, in Octavo. Deze uitgave is voor zo ver bekend niet verschenen. (Med. 47).

20 juli

De Merkwaardige Levensgevallen van den Beruchten Kolonel Chartres (Amsterdam, Anthoni Outgers). Door Weyerman vertaald, en bewerkt naar het

[pagina 28]
[p. 28]

Engels. Biografie van een verkrachter, wiens proces ook de kranten in de Republiek haalt.

(1730) 22 juli

Godgeleerde, Zeedekundige en Historiesche Bedenkingen Over den Text des Apostels Pauli (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Autheur’). Met het zo goed als gelijkluidend vervolg, dat in augustus verschijnt, aangeduid als ‘boekdeeltjes tegen de naamloze zonde’. Met die zonde wordt bedoeld: sodomie, homofilie. Met beide boekjes levert Weyerman een bijdrage aan de grootscheepse jacht op homofielen. (Hanou Med. 23-6).

1731

De Leevens van den Paus Alexander den VI. en van zyn Zoon Caesar Borgia. In 't Engelsh beschreven door Alexander Gordon (Rotterdam, Jan Daniel Beman, 2 dln). Weyerman is de vertaler, gezien zijn fel anti-katholicisme een begrijpelijke keus. Zijn ‘Opdragt’ is gedateerd: ‘Amsterdam den 30. November 1730’.

2 juli

Eerste nummer van Den Laplandschen Tovertrommel (Utrecht, W. Kroon). Het tijdschrift verschijnt tenminste 6 maandagen achtereen, het laatste nummer is voor zo ver bekend van 6 augustus.

8 november

's-Gravenhage

Jacob Campo Weyerman bezoekt de Maagdenburgse pseudobaron Johann Heinrich von Syborg in diens Haagse logement in de Paapestraat. Syborg zegt in het bezit te zijn van de Steen der Wijzen, goud te kunnen maken en hopeloze gevallen te kunnen genezen. Weyerman, nieuwsgierig en ongelovig, volgt Syborg de komende tijd hinderlijk. Er zijn ook aanwijzingen voor Weyermans medeplichtigheid met Syborg. Bestrijdt hij Syborg nadien uit rancune? (LB. 22)

1732 juni

Zoetermeer

Syborg houdt verblijf op Meerrust, een groot buitenhuis bij Zoetermeer, en laat het er breed hangen. Weyerman bezoekt het grote feest, door Syborg op derde pinksterdag aldaar gehouden. Het buitenhuis Meerrust is tot nog toe niet gelokaliseerd in de archieven. (LB. 254)

1733 januari

Eerste ongedateerde nummer van Den Kluyzenaar in een Vrolyk Humeur

[pagina 29]
[p. 29]

(Utrecht, Anselmus Muntendam). Nummer 29, het laatste nummer, lijkt van september. Het tijdschrift is opgedragen aan Syborg, intussen ook door anderen als oplichter ontmaskerd. Geliefd mikpunt van spot is tevens Pieter Poeraet, dominee, dichter en redacteur van de Boekzaal der Geleerde Wereld.

februari

Vianen

Weyerman woont waarschijnlijk in Vianen. Uit het Rechterlijk Archief van Vianen blijkt dat Weyerman vanaf 7 februari 1733 van de koopman Willem van Ophuijsen wijnen en vanaf 4 december 1733 van de vleeshouwer Samuel Jacobs kalfs-, schapen- en rundvlees betrekt. In het betalen van de leveranciers is Weyerman niet erg stipt. (T. 198)

(1733) 12 maart

De Leevens byzonderheden van Johan Hendrik, baron van Syberg (Utrecht, Jacobus van Lanckom). Beschrijving van de oplichterscarrière van Syborg in de Republiek, die met vermaak waarschuwt voor bedrog en lichtgelovigheid. Veel van het vermaak is in wezen leedvermaak om de aanzienlijke slachtoffers van de nep-baron. Het boek werd voorafgegaan door Den Voorlooper, die het publiek beoogde te interesseren voor het grote werk.

12 april

Den Maagdenburgsche Alchimist (Utrecht, Jurriaan van Paddenburg en Anselmus Muntendam). Toneelstuk, waarin de voortvluchtige oplichter Syborg andermaal wordt opgevoerd. Weyerman koestert kennelijk Syborg als hoofdpersoon, mogelijk omdat het hem financieel aantrekkelijk voorkomt.

 

Weyerman schildert een jachttafereel. Waar hij het schildert en voor wie, is onbekend. Het schilderij, groot 113 bij 158 cm, berust in het Stedelijk en Bisschoppelijk Museum te Breda. (Med. 1)

1734 juni

Eenige scherpe aanmerkingen over de Historie des Pausdoms (Amsterdam, ‘Gedrukt voor den Autheur’). Verdediging van zijn Historie des Pausdoms, opgedragen aan Everard Francois Schimmelpenning, drossaart van Stad en Lande van Vianen.

1735 28 februari

Eerste nummer van Den Adelaar (Amsterdam, J. Loveringh e.a.). Het laatste nummer, nummer 9 voor zo ver bekend, verschijnt 9 mei.

[pagina 30]
[p. 30]

1736 9 januari

Eerste nummer van Den Talmud ofte overzeldzaamen Joodsche vertellingen ('s-Gravenhage, Cornelis de Ruyt). Nummer 7, voor zo ver bekend het laatste nummer, verschijnt 20 februari.

1737 11 maart

Leiden

‘Jacob Campo Weyerman Bredanus’ schrijft zich voor de tweede maal in, andermaal voor medicijnen, aan de Leidse universiteit. De leeftijd, die hij ditmaal opgeeft: 60, stemt beter overeen met de werkelijkheid dan de 30 jaren van 1714. Overigens is hij op het moment van inschrijving 59 jaar oud. Zijn studie heeft hij ook dit keer niet voltooid. (Maréchal Med. 385)

18 maart

Eerste nummer van De Naakte Waarheyt (Leiden, Adrianus vander Hoeven). Nummer 12, voor zo ver bekend het laatste nummer, verschijnt 3 juni.

 

Piet fopt Jan en Jan fopt Piet (z.p., z.u.). Richt zich o.a. tegen de jezuieten.

 

Verdeediging van Jakob Campo Weyerman tegens Alexander le Roux (Utrecht, Pieter Muntendam). De voorrede is geschreven ‘Uyt myn Studeerkamer den 1 van de Herfstmaand 1737’. Zijn aanval op Le Roux, notabele te Vianen, komt de eigen veiligheid in de vrijplaats Vianen niet ten goede.

1738

De Zeldzaame Leevens-byzonderheden van Laurens Arminius, Jakob Campo Weyerman, Robert Hennebo, Jakob Veenhuyzen, en veele andere beruchte Personaadgien (Amsterdam, Barent Dass). Een niet erg hecht werk met veel anecdotes over Weyermans Amsterdamse kroegvrienden.

16 september

Den Voorlooper van de Kronyk der Bankrotiers (Rotterdam, Dirk Hartigsvelt). Bedoeld als warmmaker voor een echte Kronyk, die nimmer is verschenen. Reeds in de Voorlooper worden diverse oplichters, woonachtig in o.a. Vianen, met naam en toenaam genoemd. Het lijkt erop dat de Voorlooper bij de Viaanse overheid kwaad bloed zette en tot Weyermans uitlevering aan het Hof van Holland heeft bijgedragen.

24 september

Culemborg

Weyerman wordt de toegang tot de vrijstad Culemborg ontzegd, omdat hij in zijn Voorlooper de stad een roofnest heeft genoemd en verschillende inwoners in opspraak heeft gebracht. Bovendien heeft de Voorlooper in persoon in

[pagina 31]
[p. 31]

de stad verspreid. Voordien zou hij vanuit Rotterdam Culemborgers per brief hebben opgeroepen hun vermelding in de Kronyk af te kopen. (T. 218)

17 december

Vianen

Het Viaanse gerecht looft een beloning van honderd rijksdaalders uit voor aanwijzingen over de verblijfplaats van Weyerman. Op 18 december wordt Weyerman ‘niet sonder veel moeijte’ door dienaars van het gerecht gearresteerd. Een vluchtpoging over een muur mocht de oude Weyerman niet baten. Het Hof van Holland te 's-Gravenhage krijgt bericht van de aanhouding van Weyerman. Enige dagen later wordt Weyerman overgebracht naar de Voorpoort in 's-Gravenhage.

1739 9 juli

's-Gravenhage

Na diverse verhoren en rijp beraad besluit het Hof van Holland Weyerman ‘ten syenen koste te confineren voor altoos’. Weyerman krijgt dus levenslang, met de verplichting in eigen onderhoud te voorzien. Weyerman wordt veroordeeld vanwege zijn smaadschriften en chantagepraktijken. Een belangrijke rol speelt Weyermans gedicht Enthusiasmus, dat de bestuurders van de Verenigde Oostindische Compagnie zou belasteren.

22 juli

Sententie van den Hove van Holland, tegens Jacob Campo Weyerman. Gepronuncieert den 22 July 1739. ('s-Gravenhage, Paulus en Isaac Scheltus).

27 juli

's-Gravenhage

De Procureur-Generaal geeft opdracht Weyerman datgene te bezorgen wat voor kostwinning ‘'t zy tot exercitie zyner Schilderkonst als anders’ vereist wordt. Dat wat hij schrijft, dient vóór uitgave gezien en goedgekeurd te worden. (Sierman Med. 412)

9 september

's-Gravenhage

Aan Weyerman worden schildersbenodigdheden verstrekt. (Sierman Med. 412)

(1739) 17 november

's-Gravenhage

Op Weyermans verzoek om ‘het ysere traliewerk voor het glas’ van zijn vertrek weg te nemen teneinde ‘meerder en klaarder ligt op syn schilderwerck te

[pagina 32]
[p. 32]

hebben’ wordt negatief gereageerd. Men vertrouwt het niet. De Procureur zegt niet over Weyermans theologisch werk te kunnen oordelen en verzoekt bijstand. (Sierman Med. 412)

6 december

's-Gravenhage

De cipier beklaagt zich over het vele bezoek dat Weyerman ontvangt. Het Hof van Holland beperkt het bezoek tot ‘naastbestaande’, boekverkopers en schilders. De klacht herhaalt zich. Weyerman is kennelijk een attractie. (Sierman Med. 412)

 

Vermakelyk Wagen-praatje (z.p., z.u., z.j.). In de gesprekken, gevoerd op reis van Utrecht naar Breda, worden de medische stand en de boekhandel krachtig doorgelicht. Van het Wagen-praatje verschijnt in 1741 bij W. Goetzee te Gorinchem een tweede druk. Mogelijk is hij ook de uitgever van de eerste uitgave van ca. 1739. Het is niet duidelijk of het manuscript van voor de gevangenneming dateert of de censuur ondanks belasterende inhoud is gepasseerd. (Maréchal Med. 383)

1740 20 december

's-Gravenhage

Weyerman slaagt er kennelijk niet in de kost te verdienen. Het Hof verleent toestemming Weyerman van kleding te voorzien, omdat hij ‘gansch onvoorsien was van kleeding’. (Sierman Med. 413)

1741

Zegenzang in den aanvang des jaars 1741. Aan den Edelen Hove van Holland, Zeeland en Westfriesland. ('s-Gravenhage, ‘Gedrukt voor den Schryver, en zyn te bekomen by Gerard Block’). Met gevlei tracht Weyerman bij het Hof van Holland in de gunst te komen.

1742

Eeenige Letterlievende, Zeedekundige, Historische en Stichtelyke Betrachtingen ('s-Gravenhage, ‘Gedrukt voor den Autheur, by Ottho en Pieter van Thol’). Jaar van uitgave staat onder de handtekening van de auteur, die het ongevaarlijke werkje heeft opgesteld ‘tot bewys, dat ik myn eenzaame uuren niet verspille in ledigheyt, veel min in nuttelooze klachten’. Na de dood van Weyerman zou zijn weduwe nog voor een herdruk zorgen.

1743 11 september

's-Gravenhage

Op Weyermans verzoek om een gratificatie voor zijn vrouw en kinderen wordt

[pagina 33]
[p. 33]

positief beslist ‘uyt aanmerkinge van derselver Armelijken toestant’. Weyermans echtgenote ontvangt 25 gulden. (Sierman Med. 413)

1744 24 april

's Gravenhage

Aan Weyerman wordt een jaarlijkse toelage van 60 gulden toegekend ‘om daar uyt sig selvs te doen voorsien van koffy, Thee en Toebak’. Het wordt uitgekeerd aan Weyermans echtgenote. (Sierman Med. 413)

(1744) april

Treurvertoog ter loflyker Geheugen van den Godtgeleerden, Godtvruchtigen, Liefdadigen Heer Henrik Velse ('s-Gravenhage, Johannes de Cros).

 

Vreugdegejuygh der Hervormde Nederduytsche Gemeente over de komst van den Eerwaarden, Hooggeleerden, en Verdienstigen Predikant Jan Gysbert Moll ('s-Gravenhage, ‘Gedrukt voor den Autheur, en te bekomen by Mattheus Gaillard’)

1745 25 juni

Breda

Catharina Snep overlijdt te Breda. (Hanou Med. 261)

1746

De voornaamste gevallen van den wonderlyken Don Quichot ('s-Gravenhage, Pieter de Hondt). Mogelijk uit het Frans vertaald door Weyerman. Deze uitgagave is vermaard vanwege de prenten van Bernard Picart.

1747 9 maart

's-Gravenhage

Jacob Campo Weyerman overlijdt. Als leeftijd wordt opgegeven: 64 jaar. Wanneer hij in 1677 is geboren, klopt dit niet. Weyerman wordt pro deo begraven. (Sierman Med. 22)

22 maart

's Gravenhage

De door Weyerman nagelaten goederen, ‘daar onder schilderyties’, worden aan Weyermans weduwe gegeven vanwege de ‘armoedige Staat, waarin de voornoemde weduwe met desselfs dogter sig is bevindende’. (Sierman Med. 413)

1756

Zeldzame Levens-gevallen van J.C. Wyerman ('s Gravenhage, Pieter van Os)

[pagina 34]
[p. 34]

door F.L. Kersteman. Deze biografie beleeft diverse herdrukken, o.a. in 1763, en wordt in 1764 in het Duits uitgegeven.

1780

Het oog in 't zeil in 50 geestige vertoogen, geschreven gedurende zyne detentie op de Voorpoorte van den Hove van Holland (Leiden, C. van Hoogeveen jun. en C. Heyligert). Diverse ‘vertogen’ gedateerd op 1768 en 1769. Onzeker in welke mate het door Weyerman is geschreven.

Afkortingen

AH. Amsterdamsche Hermes (Amsterdam, Hendrik Bosch, 1721-3)
 
Buijnsters TNTL P.J. Buijnsters ‘Jacob Campo Weyerman's “Traktaat tegen het Jodendom”’. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 96 (1980), p. 38-56
 
GA Gemeente-archief
 
Hs. Wey erman-handschrift in K.B. Brussel (II 1608), 4 delen
 
K. De Levens-beschryvingen der Nederlandsche Konst-Schilders en Konst-Schilderessen ('s-Gravenhage, Wed. E. Boucquet, H. Scheurleer, F. Boucquet en J. de Jongh, 1729, 3 dln; dl. 4 in Dordrecht bij A. Blussé en zoon, 1769)
 
LB. De Leevens byzonderheden van Johan Hendrik, baron van Syberg (Utrecht, Jacobus van Lanckom, 1733)
 
Med. Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Regelmatig verschijnend periodiek, sedert januari 1978.
 
RH. Rotterdamsche Hermes (Rotterdam, Joan Hofhout en Arnold Willis, 1720-1)
 
T. Den Vrolyke Tuchtheer (1729). Heruitgave van eerste 20 afleveringen, kommentaar door A.J. Hanou. (Amsterdam, Thespa, 1978, 2 dln)
 
ZL. De Zeldzaame Leevens-byzonderheden van Laurens Arminius, Jakob Campo Weyerman, Robert Hennebo, Jakob Veenhuyzen, en veele andere beruchte Personaadgien (Amsterdam, Barent Dass, 1738)
 
z.p., z.u., z.j. zonder plaats, zonder uitgever, zonder jaar

Met dank aan André Hanou, voor de inzage in het typoscript van zijn boek over het Weyerman-proces, en aan Willem Hendrikx.

[pagina 35]
[p. 35]


illustratie
2. Titelprent van Het Oog in 't Zeil.Ga naar voetnoot+


voetnoot+
Noot bij illustratie 2 en 5

Direct kan bij deze twee illustraties een grote overeenkomst geconstateerd worden. De gravure van de Amsterdamsche Hermes komt zowel in deel 1 van 1722 als in deel 2 van 1723 voor (hier afgebeeld); in deel 2 daarenboven nog voorzien van een Verklaaring van de Tytelprent. De gravure is los bijgevonden.
De plaat waarop de gravure werd vervaardigd is kennelijk ook na gebruik nog lang bewaard gebleven, want toen in 1780 Het Oog in 't Zeil verscheen, werd daarbij dezelfde gravure afgedrukt (in het katern en dus niet los bijgebonden). De gravure had echter enkele kleine wijzigingen ondergaan en was aangepast, doordat het schilderij op de schildersezel nu niet langer meer een bloemstuk vertoonde, maar een boot met een zeil waarin een oog. Ook in het kader linksboven werden enkele tekstwijzigingen aangebracht, maar de rest van de gravure is onveranderd gebleven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Jacob Campo Weyerman


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Jacob Campo Weyerman

  • Peter Altena

  • Gerardine Maréchal

  • Adèle Nieuweboer

  • Barbara Sierman


datums

  • 9 augustus 1677

  • 1679

  • 17 oktober 1680

  • 1683

  • 16 mei 1690

  • 1691

  • augustus 1692

  • 19 oktober 1694

  • 22 oktober 1694

  • 1695

  • 21 juni 1695

  • april 1699

  • 22 december 1699

  • 22 september 1701

  • 27 juni 1703

  • 1704

  • 1705

  • 1 maart 1706

  • 1709

  • 1710

  • 30 juli 1712

  • 26 april 1713

  • 30 juli 1713

  • 2 mei 1714

  • 22 mei 1715

  • 9 mei 1717

  • 15 november 1717

  • maart 1718

  • 28 maart 1718

  • 1719

  • 1720

  • 4 september 1721

  • 21 september 1721

  • 1722

  • 26 januari 1723

  • 21 september 1723

  • 11 oktober 1723

  • 25 oktober 1723

  • 1725

  • 8 oktober 1725

  • 20 oktober 1725

  • 29 oktober 1725

  • juli 1726

  • februari 1727

  • 31 maart 1727

  • 6 mei 1727

  • 13 oktober 1727

  • 27 september 1728

  • 17 februari 1729

  • 28 februari 1729

  • 7 maart 1729

  • 4 juli 1729

  • 24 augustus 1729

  • 18 mei 1730

  • 26 juni 1730

  • 29 juni 1730

  • 20 juni 1730

  • 22 juli 1730

  • 1731

  • 2 juli 1731

  • 8 november 1731

  • juni 1732

  • januari 1733

  • februari 1733

  • 12 maart 1733

  • 12 april 1733

  • juni 1734

  • 28 februari 1735

  • 9 januari 1736

  • 11 maart 1737

  • 18 maart 1737

  • 1738

  • 16 september 1738

  • 24 september 1738

  • 17 december 1738

  • 9 juli 1739

  • 22 juli 1739

  • 27 juli 1739

  • 9 september 1739

  • 17 november 1739

  • 6 december 1739

  • 20 december 1740

  • 1741

  • 1742

  • 11 september 1743

  • 24 april 1744

  • april 1744

  • 25 juni 1745

  • 1746

  • 9 maart 1747

  • 22 maart 1747

  • 1756

  • 1780