Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ruut de fox-terrier (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ruut de fox-terrier
Afbeelding van Ruut de fox-terrierToon afbeelding van titelpagina van Ruut de fox-terrier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.24 MB)

Scans (9.04 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rie Kooyman



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ruut de fox-terrier

(1946)–Max van Amstel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 86]
[p. 86]

Hoofdstuk IX
Ruut's verjaardag

Meeuwsen heeft alle reden om zich over de familie Mester te verbazen.

Ja, daar was eerst die geschiedenis toen mevrouw een hond ging vergelijken met een mens. Dat vond Meeuwsen al héél erg bespottelijk.

Maar dit...!

Neen, nu loopt het toch, volgens Meeuwsen, de spuigaten uit!

Hoofdschuddend komt hij bij zijn vrouw binnen, valt in een stoel neer, schuift zijn pet achter op zijn hoofd en zegt:

‘Nou zal je me niet willen geloven, Bet, als ik je vertel, dat mevrouw Mester mij heeft gevraagd naar de geboortedatum van Ruut!’

Vrouw Meeuwsen legt twee vingers tegen haar wang en kijkt haar man niet begrijpend aan.

‘De... wat? Wie is Ruut?’

‘Nou, Ruut, Ruut,’ roept Meeuwsen ongeduldig, ‘nou, Ruut, je weet wel, zo hebben ze dat hondje genoemd dat Willem toen moest verdrinken omdat Ferry het niet hebben wilde en dat meneer Mester...’

‘Ooooooo,’ valt zijn vrouw hem in de rede, Ooooooo... en moeten ze weten wanneer dat beestje is geboren? Waarom dan?’

[pagina 87]
[p. 87]

‘Ja, mens, val niet achterover, ze willen... zijn verjaardag vieren!!’

‘Z'n... wátte...? 't Is zonde...’

‘Ja, hoe de mensen aan zulke gekke ideeën komen snap je gewoonweg niet. De verjaardag van een hond vieren. Als ik er niet zo van was geschrokken dan zou ik er om lachen!’

Vrouw Meeuwsen staat met open mond haar hoofd te schudden.

‘Hoe halen ze het in hun hoofd? En wat heb je gezegd? Jij wist natuurlijk helemaal niet meer wanneer dat beest was geboren, is het niet?’

‘Nou, wat zal ik je zeggen,’ antwoordt Meeuwsen, ‘zo op slag niet, hè? Maar zij hield maar aan. Ze wilde het weten en toen ik zo sta te denken, valt het me ineens in, dat we 's avonds naar Willem en Griet zijn geweest, omdat Japie jarig was. Nou en ik wéét dat Japie van Willem en Griet op acht April jarig is. Dus ik zei, mevrouw Mester, die hond is op acht April geboren!’

‘Ja, en wat zei ze toen?’

‘Nou, of ze blij was, zeg, net of ik haar kwam vertellen dat ze de honderdduizend uit de loterij had gewonnen. Ja, zie je, Meeuwsen, zei ze, we willen de verjaardag van Ruut vieren, dat willen de kinderen graag. Nou vraag ik je, wat een idee van die mensen hè?’

‘'t Is zonde...’ antwoordt vrouw Meeuwsen met haar oude stopwoordje.

 

Maar bij de familie Mester vindt niemand het gek of ‘zonde’ dat moeder heeft gevraagd wanneer Ruut is geboren.

De twee kinderen hebben er op aangedrongen dat moeder het zou doen.

Op een goede dag zegt Beppie:

‘Moes, we hebben Ruut nu bijna een jaar geloof ik. Wilt u niet eens aan Meeuwsen vragen wanneer hij is geboren?

[pagina 88]
[p. 88]

Ik zou het zo leuk vinden om hem iets te geven als hij jarig is. Wilt u het doen?’

Moeder glimlacht. Zij vindt het idee toch ook wel aardig.

Roel is natuurlijk één en al geestdrift.

‘Hè ja, Moes, doet u het? Gaan we Ruut's verjaardag vieren? En mag ik dan op die dag een paar vriendjes van school te spelen vragen?

Vader, die heeft zitten luisteren, begint plotseling luidkeels te lachen.

‘Haha, nee maar, díé is goed!’ roept hij uit, ‘in de regel is het zo, dat de jarige vriendjes vraagt maar niet een ander! Als er dus vriendjes op visite mogen komen, dan moeten het vriendjes van Ruut zijn, maar niet van jou, kerel! Ik zal vanavond naar alle honden hier in de buurt een uitnodiging sturen hoor!

Roel en Beppie juichen.

Ze denken dat vader het wérkelijk meent!

‘Hè ja,’ roepen ze, ‘een heleboel hondjes op visite als Ruut jarig is, dát is leuk! Hoera!’

Maar moeder maakt haastig een eind aan die vreugde.

‘Niets daarvan, Vader! Hoe kom je nu toch aan zulke gekke verzinsels! Of ik aan een hond en twee kinderen en een poes nog niet genoeg heb! Ik zie de herrie al!’

Vader zit stilletjes te lachen achter zijn krant.

Hij heeft het natuurlijk maar als een grapje bedoeld en hij heeft er plezier in dat moeder het voor ernst opneemt.

‘Och,’ probeert hij ernstig te zeggen, ‘och, ik vind het heus zo gek nog niet. We pakken eenvoudig voor een dag de meubels op zolder! Dan kunnen de hondjes vrij stoeien in de kamer!’

Moeder, die nu wel begrijpt dat vader maar een grapje maakt, lacht maar wat mee en zegt:

‘Nou, je bent anders dwaas genoeg om zo-iets door te zetten.’

[pagina 89]
[p. 89]

Vader knikt overtuigd en zegt:

‘Já, dat bén ik ook, hoor!’

En Ruut, om wie al die drukte wordt gemaakt, weet nergens van en ligt rustig in zijn mandje te slapen.



illustratie

Maar een paar weken later breekt zijn verjaardag aan en dan weet Ruut niet hoe hij het heeft. Hij snapt niets van wat ze allemaal met hem uitvoeren.

Beppie komt, zó uit haar bedje, op haar blote voetjes

[pagina 90]
[p. 90]

naar zijn mandje en Roel huppelt er, ook nog in zijn pyjama, achteraan.

Eerst pakt Beppie een pootje van Ruut beet, schudt het heen en weer en zegt plechtig:

‘Ruut, hartelijk gefeliciteerd met je eerste verjaardag. En dat je maar een grote hond mag worden, hoor!’

En dan doet Roel het haar na.

Nou, Ruut is wel voor een grapje te vinden. Maar zó vroeg in de morgen!

En wat nú weer?

Beppie heeft een gekleurd lintje in haar hand en dat bindt zij hem om zijn nek.

En daar komt Roel aanlopen met zijn blikken gramofoontje!

‘Lieve help, en aan dat ding heeft Ruut juist zo'n gruwelijke hekel! 't Is gek, maar als Roel dat ding laat spelen, moet Ruut altijd janken, of hij wil of niet. Daar kan hij nu eenmaal niets aan doen. Het klinkt zó vals! Gaan ze hem dat nu aandoen, op de vroege ochtend!?

Ja, warempel, daar piept en knarst het gemene ding al. Oeoeoeoeoeoeaaaaiiii,.... wat een geluid, om ziek en misselijk van te worden!

Vréselijk! Schei uit met dat ding.

Oeoeoeoeoeoeaaaaiiii!!

Nu pakken Roel en Beppie hem ieder bij een voorpoot, dwingen hem zo om op zijn achterpoten te lopen, dansen met hem de kamer rond terwijl zij steeds maar zingen:

‘Lang zal-ie leven in de gloria!!!’

Ruut trekt en wringt met zijn poten en hij bijt in de handen van de kinderen, maar die houden zijn pootjes stevig vast. Hij krijgt geen kans om zich los te rukken en weg te lopen!

Pas als het akelige gramofoontje ophoudt te spelen en de naald nog even gemeen doorknerst, zodat het Ruut over zijn ruggegraat trekt, pas dan laten zij hem vrij en vallen

[pagina 91]
[p. 91]

lachend en hijgend in een stoel neer.

Verontwaardigd trekt Ruut zich terug in zijn mandje.

En nu staan die twee grote mensen, vader en moeder er óók nog om te lachen. Zou je ze niet?

Wat is er nu voor aardigheid aan, een weerloos hondje op de vroege ochtend zo te plagen?

Ruut snapt er niets van.

Maar... er komt tenminste een vergoeding!

Beppie houdt hem een groot stuk leverworst voor!



illustratie

Tjonge! Is dát even wat?

Hmmmm! Dat smáákt hoor!

Nu, wat dát betreft, voor zo'n stuk leverworst wil hij desnoods iedere morgen wel een rondedansje maken en er die gemene gramofoon bij op de koop toe nemen.

Zo'n geweldig groot stuk leverworst krijg je niet iedere dag!

Wat hij bij Spekmans, den slager krijgt, zijn maar kruimeltjes, vergeleken bij dit hier!

Jongen, jongen, eigenlijk is dit óók nog te klein als je het goed bekijkt. Hij heeft het nú al op!

Wat nu weer?

[pagina 92]
[p. 92]

Moeder knielt bij hem neer... maakt zijn halsband los... doet die af... wat betekent dát? Ach... zó... een nieuwe halsband... hm, niet slecht... die plaatjes die er opzitten glimmen heel mooi... ja, het werd tijd dat hij een nieuwe kreeg. Die oude is wel érg versleten als je hem zo bekijkt.

En tóch...

Ja, die oude zat prettiger... losser... gemakkelijker.

't Was met die oude eigenlijk net, of je helemaal geen halsband om had. Zó was je er aan gewend.

Die oude nog maar eens goed bekijken, voor moeder die weggooit.

Ruut kwispelt met zijn staart en hij likt even aan de oude halsband.

Ja, die nieuwe is nog wat onwennig en stijf...

Nou, het zal wel wennen, zal hij maar denken.

Hè, hè, gelukkig, nu laten ze hem met rust.

Ze gaan zich aankleden, Roel en Beppie, en dan gaan ze aan de ontbijttafel zitten.

Zo, dat is tenminste afgelopen.

Waar hij al die gekheid aan heeft verdiend?

Hij snapt er niets van.

En de hele verdere dag wordt hij zo buitengewoon behandeld.

Dat is een stukje worst en een stukje vlees en een stukje koek en een stukje chocolade.

't Is Ruut een raadsel waar dat allemaal goed voor is.

Maar ja, hij hééft het en dat is eigenlijk het voornaamste, zal hij maar denken.

Waarom? Wat kan het hem eigenlijk schelen?

Zo was dan Ruut's eerste verjaardag.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken