Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedenis van de literatuur in Nederland, 1885-1985 (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedenis van de literatuur in Nederland, 1885-1985
Afbeelding van Geschiedenis van de literatuur in Nederland, 1885-1985Toon afbeelding van titelpagina van Geschiedenis van de literatuur in Nederland, 1885-1985

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.03 MB)

Scans (99.00 MB)

ebook (5.55 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedenis van de literatuur in Nederland, 1885-1985

(1999)–Ton Anbeek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 267]
[p. 267]

Nawoord bij de vijfde, herziene druk

Toen ik tien jaar geleden deze Geschiedenis ging schrijven, zag ik die onderneming in de eerste plaats als een experiment: is het mogelijk de literatuur van de laatste honderd jaar als een afwisseling van normen weer te geven? Daarnaast was het boek bedoeld als leermiddel, omdat een overzicht van die eeuw met enige academische pretentie op dat moment niet bestond. Ik richtte mij in de eerste plaats tot studenten maar hoopte ook andere geïnteresseerden te bereiken.

De reactie van die laatste groep heeft mij verrast. Al snel ontdekte ik dat voor een groter publiek een literatuurgeschiedenis vooral ook een museumfunctie heeft: alles wat waardevol van het verleden is, moet er worden uitgestald. Het eerste wat ik hoorde was: ‘Waarom staat Carmiggelt er niet in?’ - een lacune die snel was opgevuld. Interessant was ook de verschillende reactie in Noord en Zuid. De Nederlanders: ‘Waarom Elsschot niet?’ De Vlamingen: ‘Waar is Van Ostaijen?’ (Een heel typerend verschil, waarover later meer.) Uit deze reacties bleek dat er ook buiten de academie wel degelijk een rudimentair besef van een canon bestaat.

Ik denk dat de toekomstige geschiedschrijvers - die nu in de startblokken staan - deze culturele functie van een handboek terdege serieus moeten nemen, willen zij het contact met een ruimer publiek niet verliezen. Heine heeft het in Die romantische Schule zo geformuleerd: ‘Die Literaturgeschichte ist die grosse Morgue wo jeder seine Todten aufsucht, die er liebt oder womit er verwandt ist.’

Mijn boek kon niet iedereen die zijn / haar favorieten zocht, gelukkig maken en dat was voor een deel te wijten aan de opzet. Wanneer ikzelf een eerste kritiek op ‘normverschuiving als basis’ zou moeten formuleren, zou die luiden: de brutaalste lawaaimakers hebben het halve handboek. Allerlei figuren die wat aan de marge van het literaire leven bleven, vielen over de rand. Daarbij horen heel wat auteurs die ik zelf het liefste lees: Dermoût, Koolhaas, Vroman, Hotz, Dubbelspel van Frank Martinus. Het is lastig deze auteurs binnen het verhaal te smokkelen zonder de grote lijnen te verdoezelen.

Misschien had ik die grote lijnen minder intact moeten laten, ook om andere redenen. De scherpste kritiek op dit boek vind ik nog steeds die van Van Halsema: ‘Het is een gesloten systeem. Je komt er wel in, maar er niet meer uit.’ Klopt. De focus op normverschuiving werkte een zodanige stroomlijning in de hand dat het kan schijnen of er naast de elkaar bestrijdende auteurs geen andere schrijvers bestonden. Anders gezegd: de illusie wordt gecreëerd dat dit hét beeld van de periode 1885-1985 zou zijn.

[pagina 268]
[p. 268]

Deze illusie wordt hopelijk wel opengebroken in een onderwijssituatie waar de docent kan wijzen op andere invalshoeken en andere auteurs die dan aandacht krijgen. De koloniale / postkoloniale bijvoorbeeld, een vruchtbaar onderzoeksgebied. Wat minder aandacht voor bentvorming en programma's, dat wil zeggen: hanerig gedrag, zou ook vrouwelijke auteurs meer ruimte geven. Enz. enz. Het literaire verleden is op elk moment oneindig veel rijker dan een boek van zo'n driehonderd bladzijden kan aangeven. Ik heb nog overwogen elk, of in ieder geval een aantal hoofdstukken te eindigen met alinea's in de geest van: ‘Naast de hier beschreven ontwikkelingen bestonden er ook auteurs die enz.’ Maar een dergelijke relativering zou dan wel een erg verplicht nummer geworden zijn en daarom heb ik er vanaf gezien. Leg Nederlandse literatuur; een geschiedenis naast dit boek en het zal duidelijk zijn dat er nog duizend-en-een andere benaderingen mogelijk zijn.

 

Deze herschrijving is gebruikt om wat recente literatuur toe te voegen, al was en is dit boek geen naslagwerk om secundaire literatuur te vinden: daarvoor bestaan in dit digitale tijdperk effectievere middelen. Verder heb ik een aantal hinderlijke formuleringen vervangen en nog wat meer kosmetisch werk hier en daar. Twee veranderingen zijn ingrijpender:

1. Het gebruik van de term ‘modernisme’ in twee betekenissen werkt verwarrend, vooral omdat in het Nederlandse taalgebied de studie van Fokkema en Ibsch toonaangevend bleef. Daarom leek het me beter voor futurisme, dada, expressionisme en surrealisme consequent de aanduiding ‘avant-garde’ te hanteren. Het is waar dat zowel de avant-gardisten zelf als latere onderzoekers hier wel van ‘modernisme’ spreken. Niettemin is het zinnig de luidruchtige dichters die zich in de wij-vorm manifesteren zoveel mogelijk te scheiden van de sceptische prozaïsten die zich in de eerste persoon tot hun kleine parochie richten.

2. Tot twee keer toe heb ik met mijn Vlaamse collega's gedebatteerd over mijn uitgangspunten. Een vruchteloze discussie, want ik begreep ze niet. Hoe kon het toch dat ze mijn aanpak veroordeelden, terwijl ze zelf artikelen over ‘de nieuwste Vlaamse poëzie’ publiceerden of meewerkten aan Van Arm Vlaanderen tot De voorstad groeit, een handboek over exclusief Vlaamse literatuur? In persoonlijke gesprekken gaven ze toe dat het eenvoudiger was de Hollandse literatuur te behandelen zonder de Vlaamse erbij te betrekken dan andersom. Maar waarom ontpopten deze hoffelijke collega's zich als rode duivels wanneer ze over deze kwestie schreven?

En eindelijk, eindelijk werd het me duidelijk. Hun verbittering gold één woord. Het woord ‘Nederlands’ met zijn dubbelzinnige verwijzing naar een land én een taal, werkte als de grote stoorzender. Deze meerduidigheid is nu weggenomen door het boek een andere titel te geven - die overigens de lading niet helemaal dekt.

Want ooit ben ik van plan geweest dit boek uit te breiden tot een geschiedenis van

[pagina 269]
[p. 269]

de hele Nederlandstalige literatuur, Noord én Zuid. Maar subsidies ontbraken die mij de tijd gunden dat werk af te maken. Wel heb ik in de loop der jaren nogal wat onderzoek naar de relatie Noord-Zuid verricht. De oplettende lezer zal dan ook hier en daar alinea's in de tekst zien opduiken die embryo's zijn van dat virtuele boek. Waardoor er een merkwaardige paradox ontstaat: hoewel deze nieuwe versie zich nu als exclusief ‘Hollands’ presenteert, bevat hij veel meer Vlaams dan de vorige.

 

(december 1998)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken