Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 2 (1685)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 2
Afbeelding van Gedichten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.71 MB)

Scans (120.00 MB)

ebook (3.58 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Editeur

Anthony Jansen



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 2

(1685)–Joannis Antonides van der Goes–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Op het afsterven Van den Eerwaerdigen en Hooggeleerden Heere Gerard Brant, Dienaer des Goddelijken Woorts in de Gemeente der Remonstranten tot Rotterdam. Aen des zelfs vader.

 
HOe zie ik u met rouw behangen,
 
En zoo veel traenen langs de wangen
 
Af bigglen, als een' zilten daen!
 
En zou 'k niet deelen in uw lijden?
 
ô Brant! mijn vrient van lange tijden,
 
't Zy verr', die bant is al te naeu:
 
Dies zultge wel met gunst gehengen,
 
Dat w'onze traenen samenmengen.
 
 
 
't Is waer; gy hebt een zoon verloren,
 
Die van den Hemel uitgekoren
 
Gelijk een andre boetgezant,
 
De zielen zuiver wist te wassen,
 
Jordaen, niet in uw zilvre plassen,
 
Maer Kristus bloet, onze offerhand';
[pagina 192]
[p. 192]
 
Die, van Gods yver aengesteken,
 
Niet kon dan boetorakels spreken.
 
 
 
Maer schoong' op aerde waert zijn Vader,
 
Noch gaet u zijn verlies niet nader
 
Als zoo veel zoonen, die zijn mont,
 
Zijn ernst en onbesproken leven
 
Als uit het graf heeft opgeheven,
 
En ingelijft in 't heilverbont.
 
Laet die nu met bedrukte reien
 
Dien Vader op zijn graf beschreien.
 
 
 
Of zouw de Doot, van Nijt ontsteken,
 
Dien eernaem mooglijk wederspreken?
 
Die onbarmhertig en verwoet,
 
Daer eerst zijn Jeucht scheen opgeloken,
 
Zijn levensdraet heeft afgebroken.
 
De Deucht, die voor verderf behoet,
 
De Wijsheit, hem ten erf gegeven,
 
Heeft langh hem tot die eer verheven.
 
 
 
Zoo zietmen op de parkementen
 
Der Kerke in goude letters prenten,
 
En aen d'onsterflijkheit gewijt
 
Een rey van onbevlekte maegden,
 
Heldinnen, die vroeg God behaegden,
 
Kruishelden, die gereet ten strijt,
 
En jong gewoon te triomfeeren,
 
Den afgront in 't gezicht braveeren.
 
 
 
Al wort 's mans lijk bestulpt met aerde;
 
Zijn glorie leeft, en blijft in waerde.
 
't Geen viel, is maer zijn minste deel.
 
De grafworm knaeg vry zijn gebeente,
 
Het dankbre hart van zijn gemeente
 
Behout dien Helt noch in 't geheel.
[pagina 193]
[p. 193]
 
Zijn trouw, in alle noot gebleken,
 
Zal met zijn doode tong noch spreken.
 
 
 
De ziel, van 's weerelts last ontslagen,
 
Ziet nu omhoog haer welbehagen,
 
En al het Kristendom in rust:
 
Dat hier, gescheurt door kerkkrakkeelen,
 
Noch twist om Kristus rok te deelen:
 
Terwijl de Turk hier door vol lust,
 
En met gansch Azië opgezworen,
 
Europe dreigt in bloet te smooren.
 
 
 
Indien nu mogt zijn wensch gelukken,
 
Dat elk was vyant van verdrukken,
 
En vaste vreê de kerken bont;
 
Dan had hy eerst zijn hoop verworven,
 
Dan was hy niet te vroeg gestorven.
 
Gy Maes, erken uw' Vredemont,
 
Laet noit, al is hy u ontnomen,
 
Zijn lessen in vergeting komen.
 
 
 
Kond' gy, ô Brant! een Lijkdicht zingen,
 
Uw' stem stont verder door te dringen,
 
Gy zongt als Vader, en Poëet.
 
Maer droef heit, buiten maet geklommen,
 
Kon Davids geesten zelfs verstommen;
 
Uw harp is meê met rouw bekleet,
 
En, nu hy dus u is ontwrongen,
 
Zijn al de snaeren afgesprongen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken