Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 2 (1685)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 2
Afbeelding van Gedichten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.71 MB)

Scans (120.00 MB)

ebook (3.58 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Editeur

Anthony Jansen



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 2

(1685)–Joannis Antonides van der Goes–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 243]
[p. 243]

Het verbont der Deensche Majest: en haer Hoog: Mog: Aen den Heere George Hoyer, Kommissaris &c. Nu Agent in 's Gravenhage.

Coeunt in Foedera dextre.
 
HOe trots zal 't strijdbre Koppenhagen,
 
Die koninklijke Zeevorstin,
 
Haer koninkskroon ten hemel dragen!
 
Nu zoo veel Vorsten, eens van zin,
 
In bontgenootschap zamenspannen,
 
Om zeegewelderie en haet,
 
Te vier en zwaerde te verbannen,
 
Ten zenuw van den vryen staet.
 
Hoe zal de Zont zijn ruime stroomen
 
Doen spelevaren in d'Oostzee!
 
Wanneer hy Holland op ziet komen,
 
En streven langs zijn rugge en ree
 
Met hondert koopvaerdykasteelen,
 
Om west- en oosterkoorenschat
 
Haer bondgebuuren mê te deelen,
 
Terwijl de Britten, afgemat
 
Van schepenbranden, havenschenden
 
En dolle landontheistery,
 
Hun wrok in trouverbonden enden,
 
Door zoo veel Vorsten maetschappy.
 
Dan mag in deze vreugdeblijken
 
Het afgefoltert Kroonenborg.
 
Zijn ramp en blijdschap vergelijken,
 
Erinnerende d'oude zorg:
 
Hoe Zweden, met een bosch van schepen,
 
't Benaeude Funen worgde en sloot,
[pagina 244]
[p. 244]
 
En Koppenhage, om 't hart benepen,
 
In 't ongezienste van de noot,
 
De Nederlanders op zach dagen,
 
En blixemen aen 't Baltisch strant
 
De waterschenders, zeevaertplagen,
 
Tot zy verstoven en verbrant,
 
In 't midden der zalpeterwolken
 
Ontslopen, in d'ontslote Zont.
 
George, die het recht der volken
 
Verdadigt met uw wijze mond,
 
(Waer op de Belt zijn oeverboorden
 
Met weeleriger baren schaeft,
 
Als hy bezwangert uit den noorden
 
Met opgezwollen hoorens draeft)
 
Krimp eens uw staetbekommeringen.
 
Terwijl mijn zangnimf vierig blaekt,
 
En in uw schaduw wenscht te zingen,
 
Hoe trouw gy voor uw Koning waekt,
 
Die onder woeste krijgsorkanen
 
En kroongeschillen onverzeert,
 
Zijn vorstelijke leeuwevanen
 
En trouw, den batavier vereert.
 
Uw staetzorg maekt hem buiten vreezen,
 
Als hy van hof beswaernis vry
 
Pleeg staetorakelen te lezen
 
Uit Vondels heldenpoëzy.
 
Daer Klingenberg, aen 't roer gezeten.
 
Der Deensche rijxhulk, 't krijgsgewelt
 
Helpt sluiten aen een stalen keten,
 
Tot heil der havenrijke Belt.
 
Hoe wenscht heer Hoyer hem te stijven
 
In 't vredesluiten te Breda,
 
En Mars ter weerelt uit te drijven
 
In vloek en eeuwige ongenâ.
[pagina 245]
[p. 245]
 
Dan zie ik d'yzere eeuw verkeeren.
 
Het fier Brittanje hand aen hand
 
Met zoo veel rijken zamenzweren:
 
De Schotten van 't bevrozen strant
 
Gemaetschapt met bevredigde Yeren
 
En Duitschen, uit het bloedig haer
 
Afrukken hunne krijgslauwrieren,
 
En offerenze op 't vredealtaer:
 
Het rijkverwoestende Byzansen,
 
Hoe trots op zijn gekroonde kruin,
 
In 't aengezicht der Griexe schansen
 
Getrapt in bloetciment en puin:
 
De vastvereende Kristennvorsten,
 
Gelijk een zwellende Oceaen
 
Ter Turxe rijxgrens ingeborsten,
 
De hoornen van haer legermaen
 
Besnoejen, eerze zamenhorten
 
En als een blixemgloet by nacht,
 
Europe op 't harte nederstorten
 
Dat zich verdelgt door eigen macht,
 
En quijnende aen onstelde longen,
 
Ten zy de vredeolijf dit keer,
 
Ligt van een teering wort besprongen
 
Die 't smeltende ingewant verzweer.
 
Ach! dat my d'eerste zon liet hooren
 
Het steken van de vrêtrompet!
 
Dan wiert mijn dichtheldin herbooren,
 
En volgde Hoyer op zijn tret
 
Daer Koppenhage in hare palen,
 
's Rijxkommissaris wenst t'onthalen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken