Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Gedichten. Deel 2
Toon afbeeldingen van Gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,71 MB)

Scans (120,00 MB)

ebook (3,58 MB)

XML (0,77 MB)

tekstbestand






Editeur

Anthony Jansen


Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 2

(1685)–Joannis Antonides van der Goes– Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 289]
[p. 289]

Tweede Liergezang in het tweede Boek, van Hor.
Aan Krispus Salustius,

Nullus argents color est, avaris &c.
 
SAlust die schatten haet,
 
Van gierigaerts begraven onder d'aerde,
 
Het zilver heeft geen waerde,
 
Indien 't geen gloet ontfangt door een gebruik na maet.
 
De roem zal altijt staen
 
Van Prokule, bekent om 't eerlijk harte,
 
In zijner broedren smarte
 
Bewezen, zulk een faem zal om den aertkloot gaen,
 
Die gierigheit verwint,
 
Heerscht verder als die Lybiaensche stranden
 
Hecht aen de Spaensche landen,
 
En bei de Peenen aen zijn dwinglandy verbint.
 
Vervloekte waterzucht
 
Vleit zich vergeefsch, verslaet geen dorst door drinken,
 
Voor 't quaet begint te zinken,
 
En d'onlust tevens uit het bolle lichaem vlucht.
 
De deugd erkent geen druk
 
Van 't graeuw, en sluit Fraäet ten troon verheven,
 
Na Koning Cyrus leven
 
Uit d'adelijken sleep der Vorsten, vol geluk.
 
Zy leert het volk zijn waen,
 
Dat kroon en staf hem opdraegt en laurieren;
 
Die, zonder 't oog te zwieren,
 
Met onverdraeit gezicht de schatten kan zien staen.

Vorige Volgende