Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7,69 MB)






Editeur
Aarnoud de Hamer



Genre
non-fictie

Subgenre
kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius

Vorige Volgende

Van die princepale outste stadt in Batavia, ende hoe die Rijn horen loop doer Hollant plach te hebben.
Dat XIII capittel.

Die prince Battus, of Battavus, comende uut Scythien of daer omtrent, uut Pannonien ofte Hongerien, als voerseit is, van denwelcken dit lant Batavia genoemt is, heeft ghesticht een alten groten ende swaren stadt, bi die mont van den Rijn, ende heeft se na sijn eijgen naem ghenoemt Battavoduren, dat is nu Wijck te Duersteden, boven Uutrecht; welke stadt na lange tijden die Denen ende Noortmannen destrueerden, bi Hungerus, die XI biscop van Utrecht ende Sinte Jeroens tijt, als ghi na horen sult. Ende is nu een clein stedeken, dat te vorens III milen omgaens plach te hebben, ende hadde XXXVI prochij kercken. Die Rijn, comende uuten gheberchten van Alpes, nam sinen inganck in Batavien, dats Hollant, van Batavoduren oft Wijck totter stadt van Uutrecht, die doe noch niet ghesticht was, ende die Leck en was doe oec noch niet, als men noch tusschen dese II steden an den laechten ende poellen wel mercken mach. Van Uutrecht loept se doer Woerden, Bodegraven ende Leyden, tot Catwijck opten Rijn, ende Rijnsburch, dat daer sinen105 naem of hout, daer si nu niet veer vandaen blijft staen. Ende dat lant hiet noch Rijnsoever, mer plach voermaels voert te lopen na Voerhout ende Windekerst doer dat anderde hout, daer si noch op dese tijt horen naem houdet, dat men hiet Vollemeer ende Bentvelt. Ende is van Battavoduren oft Wijck, tot dat se in der zee

[p. 12r]

loept, altijt an beiden siden mit steden, dorpen ende sloten betymmert gheweest, alst noch wel blijct. Want voert lopende van tMiddelhout totter zee heeft die Rijn ghelopen, verby Aelbrechts berch, dair an die side plach te staen tHof van Hollant, dat nu in Den Haghe is, mit veel scone castelen ende sloten an beiden siden, als tslot te Cleve, Bredenroe, Velsen, Rinichom, daer nu tslot tot Egmont staet, ende nam horen cours voert na die zee, mit een groten bozen ende valeye, als men noch sien mach, doer welcke haven ofte bozem die grote stadt Veronen (wes antiquiteen ende oude vervallen men noch siet tot Veronen106 op die gheest, bi Alcmaer107) hoer inganck hadde, om haer comanscap te doen. Aldus heeft die Rijn in haer beginsel ende haer einde lopende doer Hollant die meeste steden ghehadt die in Duytslant lagen. Aldus is Batavien Hollant voer zijn eerste deel, daer die Rijn mitter Walen loopt in die Mase, ende heeft nu dese steden: Gorichom, Vianen, Scoenhoven, Goude, Roteredam, Sciedam, Delft, mitten Sturmers, Maeslanders. Vandaen begint dat anderde deel van Hollant, ende sijn in tgenerael mit alle hoer dorpen ende steden: Catthi, dat sijn Catwijkers genaemt; ende hebben die steden Woerden, Oudewater, mitten Rijnlanders mit horen principael stede Leiden, van welcke stede die heren van Catwijck (die men nu hiet die heren van Wassenner) burchgraven plagen te wesen, ende hem daer noch of vertitelen ende scriven. Ende hebben aldaer noch die gruyt ende die tollen van den Rijnstrome. Hier hebdi nu gehoert hoe die Rijn horen loop plach te hebben. Mer na sommige andere opinien, die seggen dat die Rijn horen loop hier voermaels van Catwijck voert plach te hebben in der zee, want tot Catwijck den stapel van den haring ende alle andere goeden, die den Rijn op ende neder quamen, plach te wesen. Ende daer die Rijn in der zee plach te vallen, daer stont dat huis te Britten, dat Claudius die keiser hadde doen tymmeren. Ende om dat huis plach men te vertollen van allen goeden die den Rijn op ende neder voeren; ende daer die heren van Catwijck of Wassenner noch hoer wapen of voeren, dat is een scilt van lasuer, mit enen gulden baer. Van desen loop des Rijns sal men meer besceits horen in den tijden dat Hungerus die XI biscop van Uutrecht dat Sticht regeerde, als na geseit sal worden.

105
sineu AB.
106
Conjunctuur; Vergnen ABC.
107
Aldus A; Aclmaer B.

Vorige Volgende