Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7,69 MB)






Editeur
Aarnoud de Hamer



Genre
non-fictie

Subgenre
kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius

Vorige Volgende

Hoe dat die Sicambri, dat sijn Ghelreschen, veel lants verdorven, ende hoe se Marcus Agrippa bedwanck.
Dat XII capittel.

Als Tiberius ende Nero weder te Romen waren ghecomen, soe sijn die Sicambri, als Strabo scrijft, opghestaen, ende overvielen mit roef ende brant dat volck ghenoemt Ubij, ende dat was dat volck, als sommighe segghen, dat die landen bewoenden daer nu die stadt van Coellen staet, ende die daer omtrent leggen. Sicambri is dat volck dat daer woent in den landen gheleghen tusschen den Rijn ende die Maese, ende is nu153 tlant van Ghelre. Als nu dese Sicambri begonnen dat volck Ubij mit roef ende mit brant te overvallen ende dat lant te verwoesten, soe senden die Ubij uut twee eerbare mannen, dye ene gheheten Policarpus, dander Drusillus, totten keyser Octaviaen om hulpe ende bystant. Terstont sandt dye keyser enen vroemen raetsman ghenoemt Marcus Agrippa, een vroem cappeteyn, mit drie legionen, om dit volck weder te staen, ende den anderen, als die Ubij, te helpen ende te bescermen, dwelcke hi ghedaen heeft. Ende verwan se, verslaende veel volcx, ende maecte se den Roomschen Rijcke onderdanich. Ende alsdoen vergaerde Marcus Agrippa alle dat volck, dat daer omtrent woende, in dorpen ende andere woningen. Ende timmerde ende dede maken enen stadt, ende hiet se na hem selven Agrippina154, ende noch wel III C jaer hierna; mer na wert si geheten Colonia, dats Coellen. Van deser

[p. 26v]

Heilige Stadt van Coellen vint men vele ghescreven in der Croniken van Coellen, mer want si niet en dienen tot onser materien, soe laet ic die after om der cortheit willen.

153
uu (schijnbaar) AB.
154
agrippiva (schijnbaar) AB.

Vorige Volgende