Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7,69 MB)






Editeur
Aarnoud de Hamer



Genre
non-fictie

Subgenre
kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius

Vorige Volgende

Hoe, wanneer ende van wien die stede van Haerlem begonnen ende gesticht wert.
Dat XXVI212. capittel.

Dese castelein ofte burchgrave van Leyden hadde bi sinen wive vele kinderen, ende onder alle enen soen genoemt Lem, oft Willem; ende was een starck cloeck ende wijs man, sodat die Wilten om zijnre vromicheits willen hem coren tot enen coninc. Ende van desen burchgrave Lem zijn voertgecomen ende gesproten die burchgraven van Leiden, dwelc nu zijn die heren van Wassenaer, die hem dairof vertitelen ende scriven, ende hebben noch den tolle ende dat gruytgelt aldaer, ende die possessie van den Burch. Ende plegen hier voertijts grote heren van renten ende goeden te wesen, ende hadden grote heerschappie ende dominacie in der stede van Leyden, als scout, scepenen ende burgermeesteren te setten; daer si nu overmits partye of beroeft ende priveert zijn. Dese Lem hadde een huysvrouwe, ende was een roesinne, daer hi enen soen by wan, geheten Dibbalt. Ende werdt naemaels coninck van Frieslant. Dese coninck Dibbalt hadde oeck een roesinne tot enen wive, daer hij enen soen by hadde, ende was ghenoemt Lem. Ende was een starck,

[p. 49r]

vroom ridder; ende dese heer Lem dede bouwen ende maken een fortresse ende starcte, ende dede dat na hemselven heten Here Lems' Stede; ende dit is nu die stede van Haerlem. Ende is in lancheit van tiden een grote machtige stede geworden van begrippe ende bouwinghe, ende is die hooftstede van Kenemerlant; die welcke altijt cloecke, vrome mannen van wapenen gheweest sijn, als men na horen sal.

212
LXXVI AB.

Vorige Volgende