Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe dat der Denen ende Noormannen coninc Sassen ende Frieslant verwoeste ende destrueerde.
Dat LXXI capittel.

Omtrent dese tijt quam coninc Godefrijt oft Gotrijck van Denemarcken mit veel scepen ende mit groter heervaert van paerden ende volc, te voete op die frontieren van Sassen ende Frieslant, in een plaetse geheten Sliestorp; want hi hadde te vorens belooft by den keyser te comen, ende mit hem te tracteren ende te handelen van saken den landen angaende; mer doer raet ende informacie zijnre heren en quam hi daer niet. Die keyser en onthilt hem op die tijt op die riviere van der Albe, in een plaetse genoemt Holdenstet, sendende sine legaten totten coninc Godefrijt, om te resigneren ende weder over te geven die Sassens, die uuten landen bi hem gevluchtet waren; mer die coninc en woude niet comen. In ditselve jaer sant die keiser sinen zoen Kaerle mit groot volc van wapenen opten Slaven die men Beemers hiet, ende versloech horen prince ende oversten cappetein, genoemt Bechoen, ende verwoeste dat lant mit allen seer; ende quam weder bi sinen vader den keyser, op die tijt wesende op tslot tot Sinte Truden, int lant van Ludick. Ende corts daerna quam daer mede zijn ander zoen Puppijn. Onlancs hierna reysde die keyser weder vandanen, ende quam tot Nyemagen op tcasteel, ende toech vandaer weder tot Aken. Ende alsdoen sant hi sinen zoen Kaerle in der Slaven lant, genoemt Zorabi, geseten op die riviere van der Albe, hebbende mit hem een grote scare volcs van wapenen; ende versloech der Slaven cappetein genoemt Miledouck, ende dede daer timmeren ende bouwen II sloten: dat ene op die riviere van der Sale, ende dat ander op die Albe. Ende als alle ding daer in vreden geset was, quam Kaerl weder mit al zijn heer totten keiser, op die tijt wesende opter riviere van der Masen op een plaetse geheten Silli. Corts hierna die keyser tot Nyemagen wesende, wert hem gebootscapt dat Godefrijt, coninc der Denen, mit groot volc totten Abdoriten ingeslegen was, doende groten scade van roven ende branden. Tegen diewelcke die keyser van stonden an gesonnen heeft Kaerle, sinen zoen, mit een groot heer uut Franckenlande ende uut Sassen, om den coninc te wederstaen ende te keren, dat hi in Sassen niet en quame. Mer Godefrijt bleef leggen in der Slaven lant, omtrent Sassen, destruerende ende verwoestende enige steden ende castelen. Mit groter scade ende perikel sijns volcs is hi wederghekeert. Want hoewel hi den enen cappetein van den Abdoriten, genoemt Drascon, uuten lande verdreven, ende den anderen, genoemt Goedelais, gehangen, ende dat twe deel van den lande onder sine subjectie ende tribuyt gebrocht hadde, so heeft hi nochtans

[pagina 76v]
[p. 76v]

daer verloren die alre beste ende uutgelesenste mannen ende ridderen van sinen edelen ende soudenieren, ende dairtoe noch sinen broeders soen geheten Reginolt, mit vele vrome cappeteinen, in die bestorminge eens casteels. Kaerle, des keysers soen, is mit alle zijn heer over een brugge passeert over die riviere van der Albe tot in den Livonen ende Smeldinger lant, dye mitten Denen tegen den Sassen toegevallen waren, verwoestende mit roven ende brande die landen, ende quam weder ongescadicht in Sassen. Mit desen Denen waren oec willichlicken toegevallen die Slaven die men Wilten hiet, omdat si der Abdoriten vianden waren, diewelcke oec mit enen groten roof thuyswert gereyst zijn, als die Denen vandanen sceyden. Daerna wert een dachvaert gehouden tusschen den keyser ende den coninc der Denen, op een plaetse genoemt Badenflot, daer deser tweer princen ende heren ambassaten vergaerden; mer si en condenGa naar voetnoot306 niet verenigen. Corts daerna heeft Trasco, der Abdoriten cappetein, mit veel volcs uut Sassen ende anders, een anslach gemaect op die Wilten, ende nam enen groten roof mit hem; ende onlancxs daerna is hi getogen voer die grote stat der Smeldingers, ende heeft se altesamen weder gebrocht tot sine gehoorsaemheit. Omtrent dese tijt was die keyser tot Aken ende beweende den doot sijns outste dochter geheten Rotruyt, die corts gestorven was, ende hi overleyde vast hoe hi best den coninc Godefrijt verwinnen soude. So quam hem tydinge dat die Denen ende Noormannen mit II C scepen in Frieslant ende Hollant gecomen waren, ende hadden III striden mitten Friesen gehadt, die si ghewonnen hadden, ende hadden alle die landen daer omtrent die zeecuste langes onder hoeren subjectie ende heerlicheden ghebrocht, ende onder trybuyt gheset, van denwelcken si al rede betaelt hadden C pont silvers, ende dat die coninc Godefrijt thuys gebleven waer, dat also was. Die keyser dese tydinge vernemende, is terstont opgeseten mit al dat volc dat hi gecrigen ende vergaren mochte, ende is getogen over den Rijn in Sassen, in een dorp gheheten Lippe, ende bleef daer leggen verwachtende dat ander heer. Ende daer een luttel tijt verbeyende, starf die elephant, die hem die coninc Aaron van den Saracenen gesonnen hadde. Ende als hi alle zijn heer bieen vergadert hadde, is hi snellicken ghetogen op die riviere van der Alare, die in die Wesar loopt, verbeyende aldaer te vergheefs des conincs Godefrijts coomste; want hi om deser victorien willen seer opgeblasen van hoverdien den keyserGa naar voetnoot307 aldaer verwachten woude. Ende die keyser mitten sinen daer leggende, quam hem tydinge, dat die Denen ende Noormannen Frieslant weder gheruymt waren, ende dat die coninc Godefrijt der Denen van ene sijnre dienres verslagen was, ende dattet casteel leggende op die Albe genoemt Hobouch, van denwelken een van den Oest-Sassens, Odo, sine legaet, cappetein was, van den Wilten ingenomen ende gewonnen was. Na welcken conincs Godefrijts doot coninc der Denen worde sijn broeders zoen, genoemt Hemming, coninc; ende dese maecte vrede ende bestant mitten keyser. Noch quam hem tydinge dat sijn soen coninc Puppijn van Ytalien gestorven was. Binnen desen tiden hadde die keyser doen maken vele scone scepen, ende lagen op die tijt tot Boenen, daer hi reysde om die te besien. Ende daer wesende dede hi daer repareren ende vernyewen een groten hogen toorne, die wilen eer daer te staen plach tot een vyerbake, om dien schipluden daer na te zeylen; ende van danen quam hij tot Gendt in Vlaemderen, ende toech voert na Aken, daer hem doe tydinge quam dat sijn outste soen Kaerle mede gestorven ware, dien hi seer beweende.

voetnoot306
couden AB.
voetnoot307
keysrr AB.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken