Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe dat keyser Otto die derde ingeset heeft de VII koervorsten, om altyt enen Roemschen keiser te kiesen uut den Duytschen natien ende landen.
Dat II capittel.

Item. Opdat dat keyserrijc dat nu an de Duytsche natie gecomen is, als voerseit is, een volcomeliker vasticheit hebben mochte tegen die wandelberheit ende veranderingen der dingen deser werlt, so is dat Roemsche Rijc geset op een fondament van IIII pylaernen, ende dat van menigerley natien der getruwer leden, dat die dat sullen helpen dragen ende bewaren tegen alle anstoet ende overvallinge, ende opdat dat voerseide keiserryc niet ofgedrongen werde van der Duytscher natien, die in macht van volc ende starcheit te boven gaet alle andere natien; ende dit heft oec gevestiget die paeus Gregorius die V, als in den geesteliken rechten gescreven staet, dat alleen den Duytschen is gegont, gegeven ende toegelaten enen Roemschen coninc ende keyser te kiesen. Ende dat is onderhouden geweest tot noch toe, als dat der selver gecoren here ende vorst sal geheten ende ghehoudenGa naar voetnoot65 werden als een coninc ende gebieder der Romeinen. Ende als keiser Otto voerseit mitten vorsten, princen ende heren van den Duitschen landen geset hadde die ordinantie der geleder des Roemschen Rijcs, mit horen ampten ende officien, toech hi te Rome ende vercreech van den paeus Gregorius de V voerseit, die een geboren Duytsch man was, geboren uut Sassen, ende des keisers namaech, dat hi dat confirmeerde ende bestadichde dat datselve als voerseit is soude gehouden worden stracklic ende onverbroechlic. Mer die Romeinen en quamen niet gaern daeran, dat ene van uutlandige ende vreemde natie ende van minre stam ende coemste als si, segghen soude hoer here ende gebyeder zijn. Mer si en dorsten hem daer nyet teghen setten ende van onwaerden maken dye ordinantie ende insettinge van der verkiesinge.

[pagina 102v]
[p. 102v]

Ende daertoe dwang hi se mit gewelt, dat si dat volgen moesten, ende hateden hem sere om des willen. Ende also hi hen te boven ghinc in groter menichte van gewapent volcs, ende en mochten hem niet tegen staen in cracht ende macht van wapenen, daerom sochten si enen anderen raet, hoe si hem souden mogen vergeven ende mit behendicheit (des die Walen meister zijn), wert hiGa naar voetnoot66 vergeven ende also si hem niet doden mochten mit gewelt, vergaven si hem. Nochtans bleven si beroeft ende onterft van der keiserliker mogentheit ende administratie tot opten dach van huden, ende ewelic bliven sullen.

Item. Dese III Otten voerscreven, als oec bina alle keyseren van Julius Cesars tiden tot hiertoe, hebben dat Rijc in erves gewys beseten mit der lantheren wille; ende also dese leste Otte geen zoen en hadde noch erven, so sorchde hy dat na zijnre doot veel orlogen ende onvrede opstaen mochten om dat keisericsGa naar voetnoot67 willen, alst wel gesien was, hadde hi dat niet mit wysheden in tiden voerhoet. Want der heren veel waren, dye onder dat rijc geseten waren, die oec dat rijc wel begeert souden hebben; ende alsoe soude een ygelijc lant sinen here tot enen keiser willen kiesen, want elc is meer geneyget tot vorderinge zijns selfs lanthere dan tot enen vreemden; ende opdatter geen twedracht opstaen en soude om dat Rijc te regeren, daerom bescreef de keiser Otte voerseit allen heren, vorsten ende princen van geheel Duyslant ende andere lantscappen daer omtrent, ende bisonder die machtichste vorsten ende heren, gheestlic ende waerlic, die onder dat Rijc waren; dat waren dye heren van Vrancken, Beyeren, Sassen ende Oestenrijc; by den Vrancken als men verstaen dye heren bi den Rijn ende die landen daeromtrent, als in Swaven, ende nijt in Vrancrijc; ende waert anders, so soud men billiker dat hertochdom van Vrancken setten int getal der IIII hoger hertochdommen, dan dat hertoechdom van Swaven, als hierna gescreven staet, angesien datter geen hertoech van Swaven en is, noch zijn mach, als in eenre dachvert van den keyser gehouden te Worms gesloten is; ende als alle dye heren, princen ende vorsten bi den keiser vergadert waren, doe sprac die keyser Otto die Derde tot henluden aldus: 'Lieve vorsten, princen ende heren, waret sake dat men nu enen Roemschen coninc kore zonder deliberatie ende goede voerraet, so isser uwer veel, die hemselven of hoer vrienden souden willen helpen ende promoveren an dat Rijc. Ende daer mocht grote twedracht, partie ende oerlogen of comen. Ende om dit te verhoeden, so doet so, ende die wile dat ic noch levende bin, ende kieset uut allen desen princen ende vorsten enige notabele personen, die van uwer alreweghen nu ende hierna mogen enen Roemschen coninc onder u kyesen, de u hier tot enen keiser nutlic ende profiteliken si. Ende hoe datter haerre minre is, hoe datter minre oerlogen tegen hen gevallen mach; ende hoe dat sij eendrachteliker in der kyesinge zijn, hoe dat hem min oerloges ende onvrede den landen ende hem daerof comt. Ende ic rade u, dat gy dieselve vorsten kieset uut dengenen die int rijc geseten zijn, ende dye van den Rijc beveel, ampten ende officieGa naar voetnoot68 hebben ende houden, ende die alrebest weten des Rijcs gelegentheden.' Si vraechden, wie die heren waren; hy seide: 'Dat zijn de heren in Duysschen landen, als Vranken, Beijeren ende Sassen.' Aldus so wert mit veel reden des keysers ende mit raet der vorsten opgeset ende gesloten dat der koervorsten souden VII zijn, ende die VII koervorsten souden enen Roemschen coninc eendrachteliken of mitten meesten paert kiesen, ende onder de souden zijn III als geestelike cantseliers, ende IIII waerlike.

Dit zijn de VII koervorsten mit haren namen ende ampten ofte officien, die si van dat Rijc ghebruckenGa naar voetnoot69.

Die III geestlike canceliers des Rijcs sijn:

Die eerste is een aertsbiscop van Mens; dye is des Rijcs overste cancelier in Duytslant, dat is tusschen Hongarien ende den Rijn.

Die ander, die aertsbiscop van Coelen, die is des Rijcs overste cancelier op geen side des geberchs van Lomberdien in Ytalien, dat is in Valslant.

Die derde is die aertsbiscop van Trier: die is des Rijcs overste cancelier in Gallien, dat is op dees sijde des Lomberschen Gheberchs in Duytschen lande.

 

Die IIII waerlike koervorsten des Rijcs sijn:

Die eerste die Paltzgrave opten Rijn, die is des Rijcks overste drossaet ende spijsdrager.

Die ander is die hartoge van Sassen, die is des Rijcs overste maerscalck ende swaertdrager.

Dye derde is dye marcgrave van Brandenburch, die is des Rijcs overste camerling.

Die vierde is die hertoge van Bemen; die is des Rijcs overste scencker. Dit hertoechdom is hierna geworden een conincrijc int jaer Ons He-

[pagina 103r]
[p. 103r]

ren M ende II C.

Dese VII zijn des Rycs overste amptluden ende officiers, ende mogen in den tiden datter gheen keyser en is ende also dic ende menichwerf alst den Ryke van node is enen Roemschen keyser kyesen ende ordineren, alst hem goet dunct.

Item. Op dye tijt worde mede dat corpus of dat lichaem des Heylighen Roemschen Rijcks mit sine overste leden in ordinancie geset, ende is gedeelt in X vieren, dat is in XL personen, te weten:

I Die IIII hoge SuavenII Die IIII Mithen
hertoghen. Bruynswycmarck-Brandenburch
Beyeren graven.Mernhern
LottringenNederbaden
III Die IIII DuringenIIII Die IIII Meydenburch
landt-Hessenburch-Nurenburch
graven. Luchtenburchgraven. Reneck
ElsatenStrumburch
V Die IIII CleveVI Die IIII Limburch
slechte Swartsenburchvrijheren Thusis
graven. Cijlieof baend-Westerburch
Sopheij of rosen.Aldenwalden
Savoyen  
VII Die IIII AndelauVIII Die IIII Ausburch
slechte Meldingensteden. Aken
ridderen.Strueck Mets
RavenburchLubeck
IX Die IIII BamberchX Die IIII Coellen
dorpen. Ulms buerenof Regensburch
Hagenauwe boumannen.Constants
SletsstadtSalsburch

Item. Van den steden in Ytalien ende Lomberdien, als Rome, Veneetgen, Florens, Meylanen ende veel ander steden, de onder den gebode ende verbode der keiseren geweest zijn, als van Octavianus, van Constantinus, van Carolus die Groten tiden, ende oec onder den geboden der Duytschen keyseren, als onder den III Otten, onder Frederic den Eersten, etcetera, die mit ghewelt die voerseide steden onder haer gehoersamheit gebrocht hebben ende noch ter tijt enen Roemschen gecoren coninc gehoersamheit doen moeten ende sullen. In wat waerdicheden die geset zijn, ende waerin ende waermede si enen Roemschen keiser plichtich zijn, mach een ijghelic die daer meer besceijts of weten wil anmercken ende nemen uut de gescienissen der keiseren hiervoer ende na bescreven, de van den paeus te Romen tot enen Roemscen keiser ende gebieder gecroent ende gewijt zijn geweest.

 

Item. Doe die Keiserlike Majesteyt sach ende anmercte dat de werlt mit onttrouwen ende gyericheit vervolt was, ende dat elck zijn eigen profyt ende oerber sochte, ende datter weinich zijn, die tgemeen goet voerstaen ende vorderen, dat oec te besorgen soude zijnGa naar voetnoot70 te gescien in den Heiligen Roemschen Rijcs saken, daerdoer dat Ryc gedeelt ende gebroken soude worden, ende dat den keiser wenich hulp om dat Ryc te onderhouden ende te vermeren gedaen worde, dat leider nu bi onser tyt daertoe gecomen is. Om dit te verhoeden heft de Roemsche Coninc Maximilianus enen dachvaert doen beroepen in der stat van Worms int jaer Ons Heren M IIII C ende XCV, daer vergadert waren alle dye heren, princen, vorsten ende steden des Rijcs, ende dede daerop doen, hoe dat dat Roemsce Rijc nu ter tijt mit groten lasten beswaert ware ende weinich profiten daervan hadde, ende in toecomenden tiden mer belast mochte werden, ende ware gescapen int einde algeheel te nyete te comen; dit overmits ingeven des Heiligen Geest te voercomen heeft die Keiserlike Majesteit mitten voersten ende heren des Rijcs enige sonderlinge steden in den landen des Rijcs gelegen appropiert ende toegeeygent den Rijc die den Rijke alre nutste ende beest geleghen waren van den steden. Dat keyserrijck vermoede ghetrouwen, stantvastighen bijstant te hebben, alst van node waer. Ende dat men die steden soude heten den Rijckssteden.

[pagina 103-v]
[p. 103-v]

Ende woude oec, dat dese steden geprivilegieert ende begaeft souden wesen myt sonderlinge privilegien ende hantvesten boven andere steden, dat si daerdoer getruwer wesen souden om dat rijc te bescermen ende te voerstaen, alst van node waer.

Dit sijn die Rijcksteden, toebehorenden den Roemschen Rijc in Duytschen lande geset, na die ordinantie der letteren vant alphabeet, ende sijn dese:

Aken in tlant van Gulick;
Antwerpen in Brabant;
Auspurch in Swaven;
Basel an den Rijn;
Berne int Switsen;
Biberach in Swaven;
Bopperden an den Rijn;
Boichorn;
Campen opter Suderzee int Sticht van Utrecht;
Collen an den Rijn;
Colmar in Elsaten;
Constants in Swaven;
Deventer in Sticht van Uutrecht;
Dortmonde in Westphalen;
Dinckelspoel in Swaven;
Duren in tlant van Gulick;
Ever voer Bemerwout;
Eerffoert in Duringen;
Eslingen in Swaven;
Francfoert opter Mein;
Francfoert an die Ader;
Fridberch in der Wederauwe;
Friburch in Brisgau;
Geylhusen in der Wederauwe;
Gingen in Swaven;
Gottingen in Sassen;
Groeningen in Vrieslant;
Gemunde in Swaven;
Gosler in Sassen;
Hagennauwe in Elsaten;
Halle in Swaven;
Halle in Duringen;
Helpron in Swaven an den Necker;
Homburch;
Heydesfelt;
Isnen;
Inghelheim boven an Rijnckauwe;
Ingelheim neder in Rinckauwe;
Kaufspuren;
Keysersberch;
Keysers Luteren in Westrijck;
Kempen in Swaven;
Kuyre in Switsen;
Laudauwe bi Spier;
Lindauwe in Swaven;
Lubeck an die zee in Sassen;
Lucerne in Switsen;
Lunenburch in Sassen;
Meydenburch in Sassen;
Memmingen in Swaven;
Mets in Lottringen;
Ments an den Rijn;
Muijlhusen in Duringen;
Muijlhusen in Sonckau;
Northusen in Duringen;
Noerenberch;
Nijmmegen in Gelrelant;
Noerlingen in Swaven;
Odernheim bi den Rijn;
Oppenheim an den Rijn;
Pollendorp;
Poppingen in Swaven;
Ravesburch;
Regensburch in Beijeren;
Rotenburch an den Tuber;
Rosem of Rosheim;
Rootwijl in Swaven;
Ruijtlingen in Swaven;
Sant Galle in Switsen;
Scafhusen in Switsen;
Sletzstat in Elsaten;
Solentern in Switsen;
Straesburch in Elsaten;
Spyers an den Rijn;
Swijnfert in Vrancken;
Trier op die Moesel;
Uberlingen in Swaven;
Ulms in Swaven;
Wangen in Swaven;
Werde an der Dunouwe;
Wesel an den Rijn;
Wesel in tlant van Cleve;
Wetzfaler in Hessen;
Wijle in Swaven;
Wimpfen opter Necker;
Wijnsheim in Vrancken;
Wijssenburch;
Worm an den Rijn;
Zurch in Switsen.

voetnoot65
gehhouden AB.
voetnoot66
hl AB.
voetnoot67
kerserics AB.
voetnoot68
ofsit AB.
voetnoot69
ghebruncken AB.
voetnoot70
aldus C; ontbreekt AB.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken