Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van biscop Willem van Uutrecht ende hoe hij van den keiser verwerf tot behoef der kercken van Uutrecht die graefscap van Hollandt, ende van sine oerlogen.
Dat VI capittel.

Willem des voechden zoen van Gelre ende here van Pont, geheten Wykingus, worde na bisscop Bernulf van den capittelaers gecoren tot enen biscop; ende als hi gecoren was, wert hi ingeleit, gewijt ende gesalvet die XXI biscop tUytrecht, ende was een grootmodich ende vroem strijtber man. Dese bisschop impetrerede ende verwerf an keyser Henric dye III de graefscap van Hollant ende Zeelant, allegerende dat si wilen eer sine voirvaders was gegeven der kercken van Uutrecht behoerden, ende dat si hem ende sine voervaders met cracht ende gewelt onthouden worden van den graven van Hollant. Waerom dat hem die keiser hierof gaf een bulle in forme aldus ludende:

In den name des Heyligen ende Onversceyden Drievoudicheits. Henrick by der goedertierenheit Goeds, coninc. Kenlick si allen kersten menschen, die nu ter tijt sijn ende hier naemaels wesen sullen. Hoe dat wi die goeden ende ghiften, die mit onrecht der Heiliger Kercken van Uutrecht benomen sijn, van grave Dirck van Hollant ende sine kinderen bi tijden here Adelbolts, biscop van Uutrecht, voer diewelcken keyser Henric ende onse oudevader keyser Coenraet, ende onse vader Henric saliger gedachten seer gelaboreert ende gearbeyt hebben, vele striden ende oerlogen gevoert hebben. Ende wi ende onse ghetrouwe daer seer in gearbeyt hebben, doende daerom te verstaen, hoe dat wi dieselfde goeden ende giften om remedie ende boete onser sielen ende ons saligen vaders Henric ende alle onser voervaderen ende voersaten doer bede, begeerte ende rade onser princen ende heren Anno, aertssebiscop van Coellen; Sigefrijt, aertssebiscop van Ments; Everaert, aertsbiscop van Tryer; Aelbrecht, biscop van Bremen; Burchaert, biscop van Halverstat; Fredericus, Govert ende Gerrit, hertogen, ende andere onser getrouwen. Ende om des trouwen dienst willen biscop Willems voerseit, gegeven ende weder gegeven hebben, ende mit onser coninclicker auctoriteit ende macht confirmeren. In Crimpen IIII mansen opt einde des vloets Ablaes totter Merwen, van daen tot Menkenesdrecht, die helft van alle dat lant mit sine ambochten. Item van die Ryede by der Merwen tot Slydrecht. Item in die Merwede, bi Dordrecht, vandaen in Duble, vandaen in Duvelhaer, vandaen in Wael, vandaen weder in die Merwen tot in Dordrecht, mitter nyewer capellen gemaect in Dordrecht; an die oestside tot Godekems hoefstat, dwelc is bi Werckenemunde. In Holtrete VII mansen. In Valkenburch XVI viertelen. Die kerck in Vlaerdingen mitter capellen. Noch alle dat graefscap in Hollant mit sine gerechten ende ambochten daertoe horende. Noch daerenboven dat beneficie ende ghifte dat grave Miroth van den biscop Adelbolt plach te houden van der stede of geheten Sigisdricht tot in Rives Muthen; vandaen opwerts van die westside des Rijns tot Bodegraven; na Miroth, Godeso; na Godeso, Dirc Bavensoen, denwelken grave Dirc verdreven hadde ende mit cracht Sinte Martijn ontnomen heeft. Gebieden dairom dat gene graef of yement uut des graven naem hem vermete macht te hebben bi der Ysele ende Lecke in die plaetsen totten II cloesteren behorende, mer dat si alleen den II cloesteren toehoren ende hoer eigen zijn als dair begrepen wert in die emuniteiten

[pagina 125v]
[p. 125v]

ende vriheden des eersten keisers Otte, die se alreeerst Sinte Martijn heeft gegeven ende andere onse voersaten. Ende opdat dese onse auctoriteit ende ghifte vast ende van stade bliven mach, hebben wi daer van desen gescreven lettere mit onser hant selver onderteikent ende met onsen zegele doen starcken. Gegeven op die VI nonas van mey, int jaerGa naar voetnoot133 Ons Heren M ende LXIIII gedaen tot Werede.

Nota hier mach men mercken onrechtelicke ghiericheit eens onedelen biscops, die bi onrechten anbrengen ende narratie an den keyser Henric vervolchde om eens edelen vorsten lant van Hollant, dair een soen, een recht oer, gebleven was, daert lant mit vollen rechte anquam ende mit geenre hande saken verboert en hadde. Hadde die biscop goet ende edel geweest, hi en hads nimmermeer gedacht ende had hem mitten sinen laten genoegen; want hi doch meer hadde dan betamelic was na Goeds recht. Aldus so willen die geestlicke clercken van Uutrecht seggen, dat een bisscop van Uutrecht recht hebben soude tot Oest-Vrieslant, omdat biscop Coenraet vercreech van keiser Henric die IIII die graefscap van Oest-Vrieslant; overmits dat die marcgrave Egbert van Sassen die den grave van Hollant uut Vrieslant verdreven hadde, ende hadde tlant mit gewelt an hem gebrocht, ende den grave van Hollant crachtelic benomen, tegen den Rike gebruyct hadde. Nu mach een yegelic wel dencken of die marcgrave zijn heerlichede ende lande tegen den Heyligen Rijke verbuert hadde. Wat machte hadde die keiser dair om den grave van Hollant zijn vaderlicke graefscap sonder verbeurnisse te nemen ende enen geestelicken prelate te geven, die recht noch reden dairtoe en hadde? Sullen die brieven van waerden wesen, die die biscoppen dairof hebben, so en mach die heilicheyt des rechts niet meer voertganxs hebben. Het is wel te proeven, hadden die onrechtvaerdige biscoppen den edelen keyseren rechte narratie gedaen, si en soudens niet impetreert noch verworven hebben; dairom seit men in den geestelicken rechten: Die qualic narreert, qualic impetreert. Etcetera.

voetnoot133
aer AB.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken