Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Die copie van enen brieve van der ghiften gegeven der kercken van Uutrecht van dye graefscappe van Oest-Bergen ende West-Bergen, gelegen in Vrieslant.
Dat X capittel.

Nu keren wi weder opten biscop Coenraet van Uutrecht die, als hi van den grave Dirck voerseyt van sine vangenisse ontslagen was, ende den grave geresigneert ende weder overghegeven hadde die graefscappe van Hollant mit allen sinen toebehoren, die hi ende sijne voersaet den graven ontweldicht ende mit ondoechtlicke informatie ende anbrengen van den keyser Henrick den vierden vercregen hadden, so en heeft dese biscop Coenraet noch niet ofgelaten, mer heeft van keiser Henrick vercregen ende verworven die graefscappe van Oestergoe ende Westergoe in Vrieslant, die wilen eer die graven van Hollant plagen te gebruken totter riviere van der Lauwers toe, ende die marcgrave Egbert, den princen van Hollant ontweldicht hadde ende crachtelic besat; ende heeft hierof vercregen een bulle ludende aldus:

 

In den Name des Heyligen ende Onversceyden Drievoudicheits. Henrick die IIII, bi Goeds goedertierenheit keyser van Romen, altijt vermeerder trijcks. Kenlick si alle gelovigen menschen die nu sijn ende namaels wesen sullen, hoe dat wi sulcken rebelheyt als tegen onser keyserlicker majesteyt wylen eer marcgrave Egbert, mitten Sassens, noch een kint wesende, gedaen heeft, gansselic ende gehelic vergeven ende quijtgescouden hebben, gemerct dat hi hem sere veroetmoedicht heeft om onse gratie te verwerven, ende doer sine joncheit des bloets, doer welcke dat hi onser bestaet in maechscappe, alle sine goeden, die wi tot onser tafelen geconfisceert ende toegeslegen hadden, hem dieselfde wederom gherestitueert ende gegeven hebben, ende in meningen waren veel meer te verlenen ende te gheven; welcke marcgrave wederom niet gebruykende enige redene oft voer hem nemende enige rechtvaerdelicke oft merckelicke sake, mer allene uut hoemoedicheyt hem verheffende, gearbeyt heeft ende dagelixs hem stelt in rebelheit teghen onse goedertierlicke majesteyt (boven den eedt ende trouwe die hi ons beloeft ende gesworen hadde), niet alleen onse eer, mer oec ons leven te benemen; ende heeft die Sassens ende Duringers die ons waren versoent, tegen ons conciteert ende opgereet om die van onser gehoersaemheit ende obediencie te treckene. Om welken misdaet ende rebelheit die provinciael heren, Sassens ende Duringers, mit onse anderen princen, die dagelixs onser presencie zijn om recht te plegen, als des noot si, uut rechter justicie die

[pagina 131r]
[p. 131r]

sentencie profereert ende uutghesproken hebben, hem te wesen een vervolgher ende viant des Heyligen Roemschen Rijcks. Ende hebben alle sine goeden die hij by onser miltheit besittende was onsen rijcke ende mogentheyt toegewesen, van den welcken goeden wi om remedie onser sielen ende des ghetrouwen dienst, die ons bisschop Coenraet van Uutrecht gedaen heeft, ghegheven Sinte Martijns kercke van Uutrecht, die graefscappe van Oestergoe ende Westergoe, mit allen sinen rechten ende nutscappe, tot enen eygendom, ghelijckerwijs marcgrave Egbert die plach te ghebruyken. Ende opdat onse ghifte tot ewighen dagen vast ende onverbroken blive, hebben wi dese carthe doen scriven ende mit onsen zegele gestarct. Dat teyken keyser Henrics die IIII Harman cancelier in die stede van Wezeloen, archicancellier, hebbe dit onderteykent. Ghegeven op die VII ydus van februario, int jaer Ons Heren M ende LXXXVIII, die IX indictie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken