Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7,69 MB)






Editeur
Aarnoud de Hamer



Genre
non-fictie

Subgenre
kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius

Vorige Volgende

Van een scoen mirakel dat op dese tijt geschiede binnen der stede van Leiden.
Dat VIII capittel.

In desen tiden worden binnen der stede van Leyden conserveert ende in groter eren gehoudden in een gasthuys dye reliquien ende gebeenten der Heyliger Maget, Sinte Katrijn. Dese reliquien ende heylichdommen droegen de boden des gasthuys in allen steden ende dorpen in Hollant, om te conquesteren ende te vergaderen gelt ende goet tot behoef der armer menschen des voerseide gasthuys. So ist op eenre tijt geboert, dat dese goede mannen gingen langes die over van der zee. Ende onversiens is daer een storm opgecomen, ende dat water wert wloijende ende hem verheffende, alst gewoenlic was, lopende over dat lant, ende beliep dese mannen, dat si niet wederkeren en mochten. Si stonden daer verbaest, ende en wisten wat an te gaen. Doe was daer een hebbende groter223 betrouwen in God ende in die heilige maget Sinte Katrijn, ende nam die monstrancije oft dat casgen daer de heilige reliquien in besloten waren, ende maecte daermede een cirkel oft een ringe in der aerden daer si stonden. Ende siet, een wonderlic dinck ende mirakel: die zee verhief hoer hoe langer hoe hoger, ende dat water liep op om de ringe, ende verhief hem so hoech in der luchte, dattet VIII cubiten stont boven hoer hoefden, ende nochtans

[p. 158r]

en quam daer een droppel waters niet in den ringe; ende die mannen, dye in den ringe stonden, dijer IX was, bleven daer staen ter tijt toe, dat dat water weder wert ebbende ende in de zee liep. Ende doe gingen si daer uut, ende kondichden dit grote mirakel ende wonder overal dat lant. Dit tugeden eerbare luden, die in een scip waren omtrent den ringhe zeylende, dattet also was gesciet, int jaer Ons Heren M II C ende IIII.

223
grot AB.

Vorige Volgende