Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe here Gerrit van Velsen den grave dootslaet met sinen eigen hant.
Dat XXV capitel.

Dit rumoer van desen verraderye heeft vele menschen herten beroert, ende is terstont alle dat lant over verbreet. Die Kermers ende Waterlanders, mit de Vriesen, zijn terstont tsamen gevallen in scepen ende scuten, om horen grave ende here te verlossen. Dye verraders dit vernemende sijn terstont mitten grave doer poelen ende onwegen vandaen gereyst. Die van Naerden, die seer naerstich waren om haren here te verlossen, sijn hem in groter menichte te moete gecomen. Dye verraders seer beanxt wesende overmyts dye grote menichte der Kermers, de hem navolchden, ende die van Naerden mitten dorpluden, de hem int gemoet tegenquamen, begonden te twifelen waer si hene souden. Dat paert, daer si den grave op gebonden hadden, was clein, ende en mochte die graven ende sloten niet overspringen, is mitten grave in een sloot gevallen; denwelken si gearbeit hebben om uut dat water te trecken, mer doer vrese ende anxt des ancomende heers ende volcs van wapenen en mochten

[pagina 183v]
[p. 183v]

si dat niet doen. Ende here Gerrit, die een hart, fel man was, ende den grave sere hatede, heeft sijn swaert getogen, ende gaf den edelen grave Floris XXI dootlike wonden, ende is terstont op een snel paert gevallen ende is wedergereden, seer snelliken, na zijn huys te Cronenburch. Daerentuischen zijn de Kermers angecomen, ende vonden den grave half levende, mer weinich sprekende, sinen name verhalende. Ende daer worden zommige van deser verraders dienres gevangen, diewelken si mit groter pinen in tegenwoerdicheit des stervende graefs ghedoot hebben. Ende die Kenemers quamen bi den grave, daer hy lach, ende togen hem uuten water, ende brochten op Mudenberch. Ten leet niet lange, die grave heeft zijn ogen in den hemel opgeslagen, ende gaf sinen geest, op die vijfte kalende van julio, gecroont wesende, als men hoept, mitten crone der martelaren voer alsulken smadeliken ende bitteren doot. Dese grave Floris hadde de graefscap van Hollant ende Zeelant omtrent XLII jaer eerliken doer hemselven ende sine voechden berecht. Hi was een glorioes prins, groot van stature, cloec ende vroem van crachte, scoen van aensichte, welsprekende, grootmoedich, milde van gaven ende goet musijc ende sanger; ende enen ijegeliken recht doende. Sijn dode lichaem wort te scepe tot Alcmaer in der kercken gebrocht, ende sijn ingewant wort uutgedaen ende worde daer in der kerken begraven, ende dat lichaem wort gebalsemt ende wort geset in dat choer, ende bleef daer onbegraven staen, ter tijt toe dat joncheer Jan, zijn soen, uut Engelant quam. Nu suldi een vreemt ding horen van II winthonden, die hi bi hem hadde, ende hem van eenre sijnre nichten gescenct waren. Dese winden waren bi hem doe hi gevanghen wert; si lyepen met hem opt huis te Muden; si liepen mit hem doe men van den huse voerden, tot daer hi gemoort was. Dat saghen si an; daer gingen si bi hem leggen opten walle van der slote, ende doe men tAlcmaer voerde, sprongen si mede in den scepe. Ende doe hi tAlcmaer in der kerken stont, gingen si bi der baren te voeten leggen. Si en wouden eten noch drinken; men bracht hen soete melck: si en woudens niet. Si bleven stadelic by zijn dode lichaem leggen, ende daer souden si gestorven hebben, had men se niet vandane genomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken