Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7,69 MB)






Editeur
Aarnoud de Hamer



Genre
non-fictie

Subgenre
kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius

Vorige Volgende

Hoe dat slot Ter Horst weder an den bisscop quam.
Dat XXXVII capitel.

In datselve jaer quamen twee ghesellen al vast by Renen, ende dwonghen eenen burgher van Renen, gheheten Borre van Pluyderen, sekerheyt te doen, tot hoerren vermanen te comen

[p. 231v]

daert haer beliefde; ende als dit binnen Renen openbaer worde, soud men die ghesellen gevangen hebben; mer si weken opt huys ter Horst, dat die here van Vianen onder hadde voer een somme van penningen, ende Maes Mulaert was op die tijt casteleyn van den huse. Die biscop dit vernemende, quam voir dat huys op Sinte Odulphus avont, ende eyschede dese II gesellen, die dit feyt hadden bedreven. Mer die castelein en woude se hem niet geven. Die biscop bleef daervoir leggen, ende woude dat huys bestormen, ende woude die II ghesellen mit cracht daerof winnen, want daer en waren nyet meer dan IIII mannen ende IIII vrouwen opten huyse. Waerom dat si dadingden454 mitten biscop, also dat Maes Mulaert soude hebben sijn ghelt dat hi daer op staende hadde, ende die II gesellen ghingen in des biscops gevangenisse ten lant rechte; mer si braken uut ende liepen wech. Ende aldus quam die bisscop opt huys ter Horst op Sinte Jans dach te midsomer.

454
daingden AB.

Vorige Volgende