Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7,69 MB)






Editeur
Aarnoud de Hamer



Genre
non-fictie

Subgenre
kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius

Vorige Volgende

Van enen wonderliken monster dat doe gevangen wort.
Dat XLVII capitel.

In den jaer Ons Heren M CCCC XXXI, soe worde gevanghen by tconincrijc van Polen een visch van de grote, lancheit ende breetheit van enen levenden biscop, geschiert mit een mitre, staf, witte casuffel, stoel, manipel, scoen, slosen ende hantscoen, ende van allen andere requisiten dye totter biscoplike digniteyet behoerden, gelijc als een biscop betaemt te hebben als hy enich officie exerceren ofte doen sal. Voert soe hadde dese visch een hoeft, ogen, oren, voerhoeft, noese, mont, wangen, scoeren, armen, handen, voeten, ende voert alle andere leden, oftet een volcomen ende perfect man ende biscop waer gheweest. Ende sijn casuffele worde wel opgeheven voer ende after, totten knien toe, mer nyet hoger. Nochtans wast een cout levende visch int antasten. Ende hy lyet hem wel antasten ende wel tracteren ende handelen van alle man, ende bijsonder van den biscoppen van den lande. Als dese vysch ende biscop den coninck van Polen was gepresenteert, ende mit menigerley talen ende spraken gevraecht worde wie hi ware ende hoedanich ende van waen dat hy quame, en antwoerde hy nyet; ende nochtans dede hy sinen mont op, eer ende reverencie oetmoedelyck bewisende dye andere biscoppen die dair tegenwoerdich waren. Dye coninc wort toernich, omdat hy niet spreken en woude, ende was in meninghe om hem in een kercker te setten. Waeruut dat dye visch ende biscop seer bedroeft worde, ende dede sine ogen toe, ende en woude596 dye geensins weder opdoen, also langhe ende ter tijt toe dat de biscoppen van den lande voir den coninc op hair knien vielen in presentie van desen vische, ende baden den coninc ende impetreerden als dat men hem weder senden soude opten oever van der zee, dair hi gevangen was geweest. Ende God die Heer, wiens wercken ombegripelyck sijn, soude tonen ende openbaren dye nature ende wercken van desen, opdat gheen plage oft verdriet den coninck ende sine ondersaten dairof en quame. Ende als dye coninc dit consenteerde ende toelyet, terstont dede dye vysch sijn ogen weder open, bewisende den coninc grote dancberheden, ende bisonder den bisscoppen. Aldus soe wort dair enen wagen bereyt in tegenwoerdicheit van ontallike vele menschen, dair die biscoppen mit desen visch ende biscop op gingen sitten, ende sat onder hemluden sedelic597 ende manierlic, geliken oft een relicke creatuer hadde geweest, die reden gebrukende is. Ende als si noch een groot stuck waren van der zee, gingen si van den wagen, omdat si te voet ter seewert598

wouden gaen. Ende hy ging by hemselven mede van dye waghen, ende stont recht op sijn voeten, ende wanderde tusschen twe biscoppen, leggende den

[p. 276r]

enen hant opten scouderen van den enen biscop, ende die ander opten anderen, ghelycken oft hy een redelyck levende creatuer hadde gheweest. Hy wert oeck nyet verstoert599 ofte beroert overmis dye veelheit des volcks, mer ging manierlyck ende zedelyck als die ander biscoppen. Ende als hi gecomen was opten oever van der zee, sach hi die biscoppen ende dat volck vruntlycken ende goedertierlick600

an, ende nam oerlof an den biscoppen mit groter reverentien ende oetmoedelycken hem bughende mitten lichaem, ende begeerde oerlof te hebben; ende mit dien ghing hy alleen int water, ghevende den biscoppen den handt. Ende als hi totten navel toe int water was gegaen, ende hi dye diepte began te voelen, verblide hi hem, ende keerde hem om totten biscoppen ende tvolck, teinde verwachtende, heeft hy sijn hoeft seer laech gebogen tottet volck, ende gaf hem de benedictie mitter rechterhant, makende een teyken des Heyligen Cruys, oft een redelyck ende warachtich biscop hadde geweest; ende terstont ghing hi int water swemmen, ende en wert van niements meer gesien. Dit voerseyde wonder heeft ghesien een vermaert meester die dit aldus601 vertelt heeft op goeder geloven waerachtich te wesen. Ende is dit aldus, voerwaer, soe is God dye Heer wonderlic in alle Sine werken.

596
wonde AB.
597
sededelic AB.
598
seerwert AB.
599
stoeri AB.
600
goedertielick AB.
601
aidus AB.

Vorige Volgende