Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van sommighe gesten ende gheschienissen ghevallen tusschen bisschop David van Uutrecht ende den heere van Bredenroede.
Dat XXV capitel.

Also hiervoer gescreven is, dat here Ghijsbrecht van Bredenroede, domproest der kercken van Uutrecht, eligeert ende gecoren was eendrachtelic tot enen biscop van Uutrecht, dwelke electie hi resigneerde ende weder overgaf here David, biscop van Terewaen, hertoghe Phillips van Bourgondien natuerliken soen. Corts daerna is een twist opgestaen tusscen den biscop David van Uutrecht an dene syde, mit sine vrienden ende adherenten, ende der stat van Uutrecht mitten domproest here Ghijsbrecht voorscreven, den here van Bredenroede, sinen broeder, here Henric, burchgrave van Montfoerde mit horen vrienden an dander side. Ten selven stonden heeft here Jan van Lannoy, stedehouder van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, desen twist opgenomen als in den jare M CCCC LVI, ende heeft enen vasten pays ende vrede gemaect tusscen den voorscreven partien, op condicien dat die ballingen souden bliven uuter stat van Uutrecht, ende dat voert alle condicyen ende compacten als wilen eer gemaect waren tusscen biscop Roelof van Utrecht ende hertoge Phillips van Bourgondien souden bliven ende stathouden in haren vigoer ende crachte; ende was nu mede uutgesproken ende geseit dat meester Gherrit van Rijn, meester Jan Brant, heere Willem van Bochorst ende Evert Vreys souden uuter stat gebannen bliven ter tijt toe dattet der stat, den domproest, den here van Bredenroede ende den burchgrave van Montfoerde ghelijcliken geliefde. Tot eenre tijt is die biscop van Uutrecht gecomen totten here van Bredenroede, begerende dat hi hem behulpelic wesen wilde, dat dat gemene lant hem consenteren ende toelaten wilden een scattinge van enen braspenninc op die margen doir tSticht; ende indien dattet van node ware, om den rebellen gemeenten, die hierteghens souden willen segghen, te wederstaen; dat hij mit hem uut die stede van Vianen brengen woude CCCC ghewapende mannen binnen der stadt. Al dit voerseyt volbrochte dye here van Bredenroede, dat die bisschop sinen eysch ende wille creech. Daerna een deel jaren, begheerde dye bisscop opten voerscreven edelen ende heren van der stadt, dat meester Jan Brant weder binnencomen mochte, dwelck dye here van Bredenroede an den anderen edelen ende oversten van der stadt mede verwerf, dat hij binnen der stadt quam. Op een tijt hierna, als meester Reynier geworden was des biscops raet, is hi totten here van Bredenroede ende den domproest

[pagina 323v]
[p. 323v]

gesonnen, seggende aldus: 'Mijn heren, mijn heer van Uutrecht heeft u seer commendeert van uwer goetwillicheyt ende diensticheyt sijnre genaden bewesen, ende is des seer wel tevreden. Aldus, waert sake dat hi volcomeliken ende hertelicken staen mochte op uwe wijsheit ende mogentheyt, hi soude des te seker ende te vrier wesen.' Daer si op seiden: 'Alle dat wi vermogen mit raet ende daet staen wi bereet, ende presenteren ons tot sijnre genaden; mer soude hi ons int einde verjagen, als hi sommige gedaen heeft, so waert beter dat wi thuys bleven, want wie der heren vrient is en heeft der gemeenten gracie niet.' Ende mit desen heeft hij se gebrocht voer den biscop; ende daer worden die selve woerden van den biscop verhaelt. Doen spraken die II ghebroeders weder: 'Genadige here, hebt betrouwen op ons, als wi op u doen; mer als wi alle uwen beliefsten hadden volbrocht, sout ghi dan uut quader informacie onser vianden ons van uwer genaden verjagen, ende brengen ons onse vianden opten halse, dan souden wi ons selven bederven.' Doen sprac die biscop: 'Dat si veer van mi, dat ic sulken ding doen soude; aldus doet dy als ghi mi hier beloeft; ic sal u houden als mijn eigen broeders.' Ende dair was grote liefde ende vrientscap tusscen hen allen. Daerna, in den jare M CCCC LXIX voer Onser Vrouwen Lichtmisse, heeft die biscop bi hem doen comen den here van Bredenroede ende den domproest, sinen broeder, ende heeft raet mit hemluden genomen, hoe dat hi best tot sinen wille ende belieften soude mogen ordineren ende setten die regenten van der stat. Ende dese II broeders hebbent dairtoe gebrocht dat die biscop dat jaer die regenten ende wethouders na sinen belieften geordineert ende geset heeft, dat nye daer te voren gesciet was. Drie dagen daerna heeft die biscop dese nyewe regenten bi hem in sine raetcamer laten comen in presencie deser II broeders ende meester Reinier, sinen raet. 'Siet, ic bevele u, dat ghi toesicht hebt op dat welvaren van der stat ende der burgeren, ende of daer enich twifelinge geviel in mijnder absencien, so suldi gaen tot desen II gebroeders ende heren om hulp ende raet; ende alle dat si u hieten ende bevelen, dat suldi doen ende anders niet.' Dwelck si altesamen also volbrochten ende deden. Weinich tijts daerna ist geboert dat here Jan van Wassenaer voer die stat ghereden quam ende begeerde doir die stat te passeren om tot Wijc bi den biscop te riden; so vraechden hem die wachters van waen hi quame, ende waer hi woude, daer hi al scimpende op antwoerde: 'Ic come uut Vrancrijc ende begere tot Wijc bi den biscop te riden.' Die domproest dat horende, ontboet hem dat hi butenomme riden soude, dat also gesciede. Waerom dat die bisscop sere gram was, ende ontboet die regenten van der stat, dat si den Raet van Uutrecht seggen souden, dat hem sulke dingen mishaechden, ende dat si sulcx niet meer en deden; ende den domproest ende sinen broeder en ontboet hi niet. Hierna V dagen quam die here van Bredenroede binnen Uutrecht, ende vernam dit rumoer, ende toech van stonden an bi den biscop, ende seide: 'Genadige here, ic heb verstaen dat ghi verstoert sijt opten regenten van der stat, dat si den here van Wassenaer butengehouden hebben. Daer mi dunct dat ghy geen reden toe en hebt, want onlancs leden hebt ghi denselven regenten bevolen dat si in twifelachtige saken in uwer absencien comen souden tot mi oft tot minen broeder, ende alle dat wi hem bevalen uut uwen name, dat soudy van waerden houden; waerom dat ghi eerst ons geaviseert ende waerscuwet sout hebben; ende hadden wi anders gedaen, so hadt ghi u mit reden mogen storen, want souden ic oft mijn broeder yet beghinnen te doen dat u mishagede, ende ghi ons daer niet of en sout willen adverteren, so waert beter dat wy uwer saken niet en onderwonnen; ende soe en vercregen wi oec niet uwe indignacie, als wi nu grotelic hebben.' Daer die biscop op antwoerde: 'Om alle best ende goetwillen hebbe ic den regenten van der stat mijn sinne ende meninge van deser saken te kennen gegeven, want ic niet garen gehat en soude hebben datter enige clachten an den hertoge minen broeder gecomen hadden, als dat sine edelen vasallen sonder recht ende reden buten mine stat van Uutrecht ghesloten souden worden.' 'Ghi segt wel', sprack die here van Bredenroede, 'mer ghi

[pagina 324r]
[p. 324r]

soutet ons te voren geseyt hebben; ende hadder dan yet anders tusscen gecomen, wi soudent u beteykent hebben ende gheseyt.' Ende met desen sceyden si vrientliken van een.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken