Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe dat hertoge Kaerle verraden of vergeven soude geweest hebben bi sinen bastert broeder here Baldewijn.
Dat XXXVII capitel.

In ditselve jaer van LXXI, hertoge Kaerle verhorende datter grote twist ende discoorde opgestaen was tusschen den hertoge van Bourbon mitten here van Vangy ende den here van Bressy ter cause van den payse te maken tusschen den coninc van Vrancrijc ende den hertoge van Bourgondien, so sant die hertoge sinen bottelgier, heere Jan van Arzon, ridder, om dese princen sinen neven te verenigen. Ende dat gedaen sijnde, quam hi by den coninc, dien vrientlic ontfinc; ende die coninck verwerf an desen here Jan, dat hi heren Baldewijn, des hertogen bastert broeder, inciteren ende vermanen soude om sinen broeder hertoge Kaerle met wapenen oft feninen te doen sterven, ende beloofde dese here Baldewijn te versien mit costlicke goeden ende renten. Here Baldewijn, die eerst van den coninc certificeert ende versekert woude wesen van den voorscreven goeden ende renten, sant al heimelic here Jan van Chassa, ridder, des hertogen stadigen camerling, totten coninc van Francrijc, wesende op die tijt op tcasteel tot Amboyse. Ende als hi alle sine saken mitten coninc wel ende secretelic ghetracteert hadde, keerde hi weder tot in die stede van Sint Oudemaers, ende en dorst int hof van Bourgondien nyet weder comen, want hi buten consent van den hertoge bi den coninc gereden was, ende sant die brieven van der conspiracien ende verraderie ende brieven van den compromisse ende assignacie van den renten by enen leke man, die niet lesen en conde, an here Baldewijn, die bastert van Bourgondien; ende dese bode meende die brieven te geven here Baldewijn, ende hi gaf se here Anthonis, die bastert van Bourgondien. Ende als hij die gelesen hadde, verwonderde hem sere van deser conspiracie ende der renten assignacie, ende ghinc van stonden an tot sinen broeder, here Baldewijn, ende thoende hem die brieven, ende bat hem, dat hi van stonden an wech uuten lande reisde, want hi die brieven den hertoge sinen broeder presenteren moste; ende dese III ridderen togen terstont over bi den coninc, die se onthilt; ende here Anthonis, die bastert, thoende sinen broeder den hertoghe die brieven. Dye hertoge sant die copie van desen brieven doer alle sine landen, dat si God voir hem bidden, loven ende dancken wilden van sulcker protectien, ende voert bewaren wille voer alle infortunien ende misvallen. Op een ander tijt geviel dierghelijcken mede; want als die hertoge bereit was op te sitten om mit sinen volke van wapenen te vertrecken, quam een paedge tot hem

[pagina 331v]
[p. 331v]

ende seyde: 'Genadige here, desen nacht voirleden was ic bi den paerden heimelic slapende in die stalle, ende ic sach dat die palfenyer in die stalle quam, hebbende in sijn hant een clein vaetken, ende besmeerde dairuut uwen sadel van u paert; mer waerom hi dat dede en weet ic niet.' Ende als dat paert voer den hertoge gebrocht wert, seide die hertoge: 'Berijt dat paert V oft VI mael over dat velt.' Ende als hi een luttel gereden hadde, bevinc hem dat fenijn, ende hi storte doot van den paerde. Doen segende hem die prince, seggende: 'En sal ic nimmermeer van desen verraders werden verlost, dat moet Gode gheclaecht sijn.'


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken