Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe dat die keyser Frederijc van Romen, die derde van dyer name, binnen der stadt van Tryer quam.
Dat LI capitel.

In den jare M CCCC LXXIII was ene generale dachvaert geleyt ende geordineert, te houden in die stat van Mets in Loreinen, daer bisonder convenieren ende tesamen vergaderen souden keyser Frederijc die III van Romen, die hoech geboren vorst hertoge Kaerle van Bourgondien, die van langen tiden begeert hadden malcanderen te sien ende te spreken om sonderlinge saken den ghemenen vrede des kerstenrijcs angaende. Ende als die hertoge verhoerde des keysers nedercoemst uut Oestenrijc, vertrac hi mit sinen edelen ende mit enen sconen geselscappe van der stat van Aken, doir die Eyfelen, na der stat van Mets in Loreinen. Ende als hi gecomen was int hertoechdom ende stat van Lutzenborch, dede hi een mandament ende ghebot gaen doer alle sine landen, gebiedende ende bevelende dat alle graven, baroenen, ridderen, heren ende vasallen sonder enige onsculde te doen, comen souden sonder vertreck bi hem, mit hem brengende alle hoer costlicke ende precieuse ornamenten ende chyerheden van hoer abijten ende clederen, ende alle hoer ridderlike getugen ende wapenen. Ende als si alle binnen der stede van Lutzenborch vergadert waren, verblide hi hem sere; ende daer wesende, quamen aldaer tot hem die gedeputeerde ende notabelste van der stat van Mets, verwachtende sinen coemst, ende scencten hem costlike ghiften ende milde gaven: In den eersten een gulden croes vol van gouden guldenen, C voer wijns, ende een voer wijnsypocras; L vette ossen; scapen sonder getal; coern ende haver overvloedelic, presenterende hoir lijf, stadt ende alle hoer goet tottes princen willen. Die hertoge nam sere danckelic deser gedeputeerde gaven ende presentacien, ende dancte se seer; ende aldus reysden si wederom thuyswert. Daerna, opten XXIIII dach van september, quam een notabel ambassaet des keysers, denuncierende ende verbootscapte den hertoge des keysers coemst binnen II dagen in der stat van Mets. Terstont ordineerde die hertoge dat sijn broeder biscop David van Uutrecht grave Jan van Marle, grave Engbert van Nassouwen ende heere Willem Hugonet, sine cancellier, des anderen dages voir middage den Keyserlike Majesteyt tegemoete rijden souden; ende als si quamen voer die poorten van der stede van Mets, begerende daerin te wesen, worden si aldair getoeft omtrent III uren lanc. Op dieselve stonde hilt die keyser mit sinen volcke an dander side van der stede, verwachtende den opganc van der poorten; ende ten lesten worden si opengedaen ende ingelaten. Des anderen dages vergaerden die Keiserlike Majesteit ende die ambassiaten van den hertoge mitten notabelsten ende meesten van der stede, aldair die cancellier begeerde van des hertogen wegen dat si hem wouden consenteren ende gonnen ter wilen dat hi daer waer, een poorte van der stede voer hem ende sine familie, om tot allen tiden bi dage ende bi nachte daer in ende uut te riden tot sinen belieften. Die burgers dye waren beducht voer verraderie oft enige andere infortunien ende en wouden des princen incoemst niet hebben dan mit V C oft VI C man ten hoechsten. Die keyser dit horende, bat ende begeerde sere naerstelic ende hertelic dat si des princen incoemst ende begeerten wilden admitteren ende toelaten, hij woude hem te borge ende te pande setten oft hem yet anders dan goet geschiede sinen keyserliken zegel, ja, sijns selfs edel persoen; die cancellier presenteerde oec mede te geven tot ostagie des princen zegel ende brieven, daer den Raet van der stat op antwoerde, ten mocht anders niet sijn, dant onder den burgeren concludeert

[pagina 337v]
[p. 337v]

ende gesloten, ende alst hem beliefde. Doen vraechde die keyser, wie dat hoer here ende overste was; si seyden: 'Wi en staen onder nyemant dan onder die Keyserlike Majesteit.' 'So ghebiede ende bevele ic u,' sprac die keyser, 'als u heer, dat ghi minen neef den hertoge na sijnre begeerten in der stat laet comen.' Si spraken weder, ende seiden: 'Datgeen datter in ghemenen rade mitten burgeren gesloten is, dat en mach niet verandert noch immuteert worden.' Doen sprac die cancellier mit toernigen sinnen ende seyde: 'Alle tghene dat ghi den hertoge binnen Luxenburch propineert ende gescenct hebt, is meer in bedroch dan int goede te nemen', ende mit toernigen moede toech die Keiserlicke Majesteit vandaen na der stat van Tryer, ende die ambassiaten na Luxenburch. Here Jan van Baden, aertsbiscop van Tryer, dit vernemende, is den Keiserlicken Majesteit mit groter feesten ende triumphen tegengereden op Sinte Michiels avont, mit Cristoffel, marcgraef van Baden, mitten grave van Katzennellenboghe, den grave van Vernenburch met veel meer andere baroenen, ridderen, heren ende edelen, mit CCCC paerden, alle ghecleet mit roden verwe, wel getuycht ende geharnast. Daer waren binnen der stat vergadert alle die overste ende rijcste van den anderen steden daeromtrent, ende ghingen den Keiserlicken Majesteit mit groter eren ende feesten, mit vele toortsen, buten der stat tegemoet. Ende als die keyser mit sinen wagen an quam gereden, vielen hem alle dye grote heren te voet, ende ontfingen hem mit groter bliscapen. After den wagen quamen gereden in scoenre ordinancie ende triumphe here Jan van Baden, aertsbiscop van Tryer; here Adolf van Nassouwen, aertsbiscop van Ments; here Jorijs van Baden, biscop van Mets, mitten biscop van Eystaten; Maximiliaen, aershertoge van Oestenrijc, een jongelinc van XIIII jaren, des keysers soen; Lodowijc, hertoech van Beyeren; Aelbrecht in Beyeren van Monichem; Kaerle, marcgrave van Baden; de grave van Catzennelleboge; die grave van Vernenburch; Evert, graveGa naar voetnoot171 van Wertenburch; des graven soen van Nassouwen; des graven soen van Westerbaden; dye grave van Holloch; Huge ende Ulric, graven van Monfort; twe graven van Zolins; Otte, graef van Hennenberch; Aelbrecht ende jonge Aelbrecht, graven van Tzhorelre; die graef van Beets; die graef van Zalwerden; die grave van Caprijn; die grave van der Zomme; Willem, grave van Parasijn; twe graven van den Rijn; II graven van Zonnenberch; II graven van Vorsterburch; die grave van Wijnsburch; twe baroenen van Sconenburch; II heren van Boelem, met meer andere ontellicken baroenen, heren, ridderen ende edelen. Noch hadde die keyser mit hem, om sekere saken hem dairtoe porrende, den patriarch van Anthiochien, een notabel, wijs ende discreet man, ende pater Begge; des groten Turcks broeder, die cathecuminus, dat is ghesegent, was, ende gheloefde; mer hi en was noch niet gedoept. Ende in der stat comende, stonden daer alle die geestlike prelaten ende heren in haer religye, ende leiden den Keiserlicken Majesteit mit groter reverencien ende eren in den Domkercke; ende sijn gebet gedaen hebbende, brochten si hem in sijn pallays. Op dese tijt sant ons Heilige Vader die paeus Sixtus die III enen notabelen edelen ende geleerden legaet ende oratoer tot deser feesten, ende dachvaerde om uut sinen name aldaer mede te tracteren ende handelen dat van node ware te geschien.

voetnoot171
graven AB.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken